Ik ben net weer thuis van een enerverende reis naar één de Simbiti-dorpjes. Niet alles ging vlekkeloos, maar God heeft ons beschermd. En het was toch een goede zondag.

Ongeveer een half uurtje na zonsopkomst vertrok ik met twee collega’s om onze Simbiti bijbelvertalers op te halen. Vandaag zouden we preken en onderwijs geven in één van de Simbiti-kerkjes in het noorden van Tanzania. Onderweg kregen we echter een vervelend ongeluk. Nog geen 15 minuten buiten Musoma gebeurde het. Toen Johnny – want hij reed vandaag – een auto wilde inhalen, had hij niet door dat hij op dat moment ingehaald werd door twee volle taxi-busjes. Het tweede busje raakte ons op volle snelheid rechtsachter, en de chauffeur raakte bijna de macht over het stuur kwijt. Terwijl hij aan de overkant van de weg raakte en het voor elkaar kreeg om weer op de weg te komen, raakte hij twee fietsers die van de andere kant kwamen. Ik heb het moment nog scherp op m’n netvlies staan, want ik dacht echt dat ze volop elkaar zouden botsen (wat de fietser absoluut niet had overleefd). Wonder boven wonder bleef iedereen ongedeerd! Alleen onze terreinwagen, het busje en de fiets hebben flink wat schade. Maar dat valt in het niet bij wat er had kunnen gebeuren. Nadat dit gebeurde, zijn we direct doorgereden naar een politiepost (omdat er vervelende dingen kunnen gebeuren als er een menigte op de been komt). Dankzij de twee Simbiti-vertalers hebben we met de buschauffeur en de politie het meeste netjes kunnen afhandelen. Morgen zullen we laten bekijken hoeveel de schade aan de voertuigen is. Maar we zijn geweldig blij dat dit goed afgelopen is.

Lees verder →

Afgelopen zondag hebben we de jaarlijkse ‘bijbelzondag’ gevierd. Ieder bijbelvertaalteam was uitgenodigd om in één van de dorpskerken te komen preken en onderwijs te geven over hoe mensen de Bijbel moeten gebruiken. Wij zijn op bezoek geweest bij de Anglikaanse kerk in het Kabwa-dorpje Mmazami. Het was een goede dienst waarin we hebben benadrukt hoe belangrijk het is om het Woord van God te gebruiken en te gehoorzamen. Hieronder een foto-impressie.

Lees verder →

Afgelopen vrijdag ben ik voor het eerst weer naar een van de Kabwa-dorpen geweest. Er was een speciale vergadering bijeen geroepen om te praten over de opdraging van het Lukas-Evangelie in de Kabwa-taal. Zo’n 25 mensen kwamen opdagen, waaronder alle dorpsoudsten uit de stam, regeringsmensen, voorgangers uit alle aanwezige kerken, en zelfs een bisschop. Het was goed om alle sleutelfiguren bij elkaar te hebben, en om concrete plannen te maken. En dat is gebeurd!

Het trof me hoe iedereen benadrukte dat we alleen vooruitgang boeken als we schouder-aan-schouder samenwerken. Er bestaat hier geen scheiding tussen kerk en overheid. Dat komt van pas. Niet alleen dat we deze morgen het (enige) overheidskantoor konden gebruiken, maar zelfs dat de dorpsoudsten mee willen betalen om het eerste bijbelboek in de Kabwa-taal te vieren. De overheid geeft ruim baan voor ons vertaalwerk, taalonderzoek en leesonderwijs. Dat is mooi en belangrijk. Lees verder →

Dank jullie wel voor jullie gebed voor de rechtszitting afgelopen woensdag. God heeft geholpen! Om het samen te vatten: ’s Morgens vroeg al moest ik naar het politiebureau om de rechercheur op te halen. Ook hij was een getuige in deze zaak. Kort voor de zitting werden de politie-verklaringen van mij en onze bewaker voorgelezen, om de feiten weer helder op een rijtje te hebben (in de rechtszaak gaat het uiteraard om de feiten). Het was voor het eerst dat ik de verklaring van onze bewaker hoorde. In de verklaring geeft hij alles toe en legt uitgebreid uit hoe hij te werk is gegaan. Pijnlijk soms, maar geen grote verrassingen. Na deze instructie moesten we wachten tot de rechter klaar was voor de zitting. Dat duurde nog anderhalf uur. In die tussentijd was Daudi, onze bewaker, inmiddels ook gearriveeerd. In die anderhalf uur heb ik een uitgebreid gesprek met hem gehad. Dat was goed. We hebben opnieuw gesproken over het effect van wat hij heeft gedaan, voor mijn gezin en zijn familie en hemzelf. Hij vertelde mij dat hij 4 maanden in de hel van de gevangenis geleefd heeft. Daarna is hij op borgtocht vrijgelaten. Hij heeft een boot gebouwd om visser te worden en weer voor zijn gezin te zorgen. Hij benadrukte opnieuw hoeveel spijt hij heeft van wat hij heeft gedaan, en vroeg opnieuw om vergeving. Ik heb hem gezegd dat ik hem al vergeven heb, en geen enkele wrok koester. Of dit enig verschil zal maken in de uitkomst van de zaak is de vraag. De rechter zal – waarschijnlijk – op basis van de feiten een oordeel vellen, en dat kan zwaar uitvallen. Tijdens de zitting moest ik tegenover de rechter en twee assistenten de eed afleggen en zo’n 20 minuten lang vragen beantwoorden. De meeste vragen gingen over feiten (een enkele suggestieve vraag daargelaten), en ik kon telkens aansluiten bij hetgeen ik al eerder verklaard had. Dat maakte het eigenlijk vrij makkelijk, en ik kon alles goed volgen en helder uitleggen. Omdat rechtzaken ook hier publiek zijn, stonden er nogal wat mensen voor de ramen mee te luisteren. Aparte ervaring.

Deze foto is genomen bij de zaak die vóór die van ons behandeld werd. Je ziet hoe alles met interesse gevolgd wordt.

Hierna kreeg de inspecteur zijn termijn om te getuigen, en daarna Daudi om zich te verdedigen. Hij ontkende alles (dat is heel normaal tijdens een rechtzaak in Tanzania, ook al staat je vingerafdruk onder je eerdere verklaring bij de politie waarin je wel alles toegeeft, en ook al leg je even daarvoor de eed af met de slotzin ‘Moge God mij helpen om de waarheid te spreken’). De uitspraak volgt over een paar weken, maar daar hoef ik niet meer bij te zijn. Wat ons betreft is deze zaak nu over, en we mogen onze spullen weer gaan gebruiken. Het voelt alsof ‘een pak van ons hart’ is gevallen. Temeer ook omdat ik een goed gesprek met Daudi kon hebben, en vergelding nu erg onwaarschijnlijk lijkt. Het is goed om ons weer veilig te voelen, ook als we Daudi of familieleden ergens zouden tegenkomen (sommigen zijn echter verhuist, vanwege de schande). Blijf echter bidden voor Daudi en zijn gezin.

Al weer twee dagen hard aan de slag op het vertaalkantoor! Het is heerlijk om weer onderdeel van het vertaalteam te zijn, en weer mee te draaien alsof ik nooit ben weg geweest. Deze dagen ben ik vooral druk met de eindcontrole van het boek Handelingen in de Jita-taal. Onder begeleiding van een ervaren vertaalconsulent controleer ik een aantal hoofdstukken en probeer het team verder te trainen. Op de momenten dat ik zelf niets hoef te leiden, mag ik rustig leren van hoe anderen het doen. Geweldig leerzaam!

Morgen (woensdag) even heel iets anders dan vertalen. Al vroeg word ik in in de rechtbank verwacht om te getuigen in de zaak tegen onze bewaker die destijds bij ons ingebroken heeft. Een paar maanden geleden is hij op borgtocht vrijgelaten, maar nu wordt zijn zaak behandeld. Ik zie er best wel een beetje tegenop. De hele zitting zal in het Swahili zijn, en over dingen gaan die nu ruim een jaar geleden zijn gebeurd. Bid dat ik me de juiste dingen zal herinneren, dat ik me zal kunnen concenteren, en dat mijn houding en woorden goed zullen overkomen. Ik hoop dat deze rechtzaak Gods belangen zal dienen en een helder signaal afgeeft in de samenleving. Bid ook om bescherming als er ook bepaalde risico’s zijn, en rust om ons geborgen te weten in Gods hand.

 

Het is toch weer even wennen om in Tanzania te zijn. De routine is er nog niet, en dat maakt dat we nog wel eens om onzelf moeten lachen deze dagen.

Wat is er nu meer routine dan tanden poetsen? Toch moest ik me vanmorgen vier keer vermanen om geen water uit de kraan te gebruiken. Na een paar maanden verlof is het zo gewoon: tandenborstel pakken, water erop (hoeft niet, doe ik toch), pasta erop, nog eens water erop (snap ook niet waarom ik dat trouwens doe), poetsen, spugen, mond spoelen met water, tandenborstel spoelen met water, en dan nog een naspuugje (gekke gewoonte trouwens).  Zowel tegen de kinderen als tegen onszelf preken we deze eerste dagen met veel overtuiging: GEEN WATER UIT DE KRAAN!!! Het zal wel een paar dagen duren voordat ook ik weer automatisch naar de fles met gefilterd water zal grijpen.

Bij de kinderen is het Swahili ver weg gezakt. Wij kunnen ons nog prima redden, maar het is wat minder vloeiend nog dan vóór ons verlof. Juist op momenten dat je spontaan reageert kan dat wel eens komisch uitpakken. Toen ik gisteren gegroet werd door iemand (met een volstrekt normale groet die ik van tevoren had kunnen zien aankomen), probeerden mijn hersens even om te schakelen naar het Swahili, maar dan ging niet helemaal goed blijkbaar. Er kwam een soort grommend gebrabbel uit m’n mond wat meer leek op het geluid van iemand die ’s morgens vroeg met een mond vol ‘goeiemorgen’ probeert te zeggen. Het klonk nergens naar. Geen idee wat de beste man gedacht heeft,  want dat wat het enige wat hij van mij gehoord heeft. Vanmiddag liep ik weg bij een bank waar ik een verkommerd restantje van onze Tanzaniaanse bankrekening opgenomen had (volgende week zijn we weer miljonair trouwens, in shillings!). Het was rond half 3 op de middag. Ik zag aankomen dat ik bij het oversteken mijn pad zou kruisen met iemand anders. Toen we elkaar bijna passeerden, riep deze vriendelijk mevrouw ‘Good morning!’ Opnieuw kortsluitinkje in m’n hoofd. Ik wist van goedigheid niets terug te zeggen. Wie verwacht er nu ook dat in Musoma iemand je midden op de dag in het Engels ‘Goede morgen’ wenst?!

Ook het auto-rijden in Tanzania is weer even wennen. Niet alleen dat we links rijden en het stuur aan de andere kant zit, maar ook weer hoe de ‘verkeersregels’ op straat werken. Iedereen heeft het recht om kuilen te ontwijken, en dat geeft een heel boeiend rijspel van goed naar elkaar kijken en aanvoelen wat de ander gaat doen. En hoe vaak ik al niet de ruitenwissers heb aangezet als ik richting aan wilde geven…

De hond die we bij ons vertrek uit Tanzania lief kwispelend achterlieten, ligt nu doodstil onder een bult zand op ons gazon (voor zover je daar ooit van kunt spreken in Tanzania). Gekke plek trouwens. Had het meer als een grasveld in gedachten, niet als een grafveld. We missen Trix. Een paar weken geleden heeft iemand ons een puppie gegeven. Een machtig lief beest, hoewel hij in niets op een waakhond lijkt (en dat moet toch eens z’n hobby gaan worden). De kinderen zijn nog erg bang voor, en Snuffie (want zo heet hij, dankzij al die boekjes van Nijntje in onze kast), niet minder voor de kinderen. Vanmiddag, toen de buurkinderen in grote getale bij ons kwamen spelen, was Snuffie verdwenen. Nergens te vinden, ook niet na 3x grondig de tuin doorzoeken. Hij is nog klein, nog maar zeven weken of zo, dus we waren haast bang dat hij uit angst afscheid van ons had genomen en met de staart tussen de benen ervandoor gegaan was. Maar zo waar, net toen we hem bijna opgegeven hadden, zagen we een natte neus in een donker hoekje dat volgepoot staat met varens. Een prima verstopplekje voor een waakhond! Maar goed, iedere bewaker is ook ooit baby geweest. Het komt best een keer goed. (ps. gelieve deze informatie over onze waakhond aan niemand in Musoma door te sturen).

Even na vijfen hebben we ‘de oude Simeon’ op bezoek gehad! Op de poort werd luid ‘hodi, hodi!’ geklopt door één van mijn vertalers, de grijze dominee Waynse. Hij kon niet wachten tot wij weer naar het vertaalcentrum zouden komen. Na een stevige omhelzing beende hij met grote stappen voor mij uit om Aron te bekijken. Dorien kwam net de gang in met Aron op haar arm. Hij werd even vriendelijk bejegend door onze sympatieke vriend, waarna hij zijn armen ten hemel spreidde (voor zover mogelijk in een gang van 1 meter breed) en een krachtig gebed uitsprak naar God om Aron te beschermen hier in Tanzania. Na het amen vertrok hij met dezelfde vaart weer naar buiten, omdat er op hem gewacht werd (ik ken geen Tanzaniaan die meer op de tijd let dan deze man). Kortom: een ware ‘Simeon-ontmoeting’.

Wij zijn weer thuis in Musoma! We hebben een geweldige reis achter de rug waarin alles wat goed kon gaan goed ging. De kinderen hebben het prima volgehouden, Aron heeft vrijwel niets van de reis meegekregen (zit nu met open mond naar zijn nieuwe bedje te kijken), de douane was buitengewoon behulpzaam en flexibel, onze radiateur hebben we zonder enige kosten kunnen importeren, en we konden bijna de helft van het bedrag voor onze te zware koffers eraf praten. Vrienden hebben ons van het vliegveld in Musoma opgehaald, en alle koffers zijn keurig aangekomen. Ons huis zag er prima en lekker schoon uit. We gaan vandaag geen koffers meer uitpakken, dat komt morgen wel weer. Eerst maar wat slaap inhalen. De eerstkomende dagen koken collega’s maaltijden voor ons; dus we kunnen weer rustig instromen in het normale leven. Toch wel weer wennen hoor, om weer in Tanzania te zijn…

Bedankt voor jullie gebedssteun! Dit was een bijzonder voorspoedige reis. Iets om voor te danken!

Nog anderhalve week voor we terug gaan naar Tanzania! We zien er weer naar uit om ons leven daar weer op te pakken. Het werk roept weer.

Ik volg natuurlijk dagelijks wat er in Tanzania allemaal gebeurt. Zeker in de Kabwa-stam. Afgelopen woensdag is er een vergadering in één van de Kabwa-dorpen geweest over een heel belangrijke vraag: Hoe bereiden we de Kabwa mensen voor om het Lukas-Evangelie straks te gaan lezen en gebruiken? Ik hoorde dat het een heel goede vergadering was waar concrete plannen uitgekomen zijn. Bedacht door leiders uit de dorpen zelf. Ik ben benieuwd! Over twee weken is er een nieuwe vergadering – waar ik ook zelf bij hoop te zijn – over hoe en op welke dag we de publicatie van het eerste bijbelboek in de Kabwa-taal gaan vieren. We hebben de doos met Lukas-Evangelieën inmiddels binnen. Ze zien er mooi en stevig uit. Het is fijn dat de Kabwa leiders zien dat een publicatie van een bijbelboek hand-in-hand moet gaan met het trainen van mensen. Bid dat deze eerste publicatie van een compleet Evangelie in de Kabwa taal met open armen ontvangen wordt, en God zijn werk zal doen.

Pas vatte ik ergens mijn werk samen met de woorden: “We laten God Kabwa spreken.” Ik realiseer me steeds dieper wat voor geweldigs hier gebeurt. Voor de allereerste keer kan God zelf de Kabwa-mensen regelrecht aanspreken in hun taal. God is aan het woord…

We hebben erg genoten van Aron deze week. Hij is een heerlijk rustig mannetje, slaapt veel (zelfs ’s nachts!), en kan je zo lekker helder aankijken alsof hij je al helemaal kent. God heeft ons echt bijzonder gezegend met hem.

Iedereen die een een kaart of e-mail gestuurd heeft: heel hartelijk bedankt! Anderen hopen we volgende week zaterdag op het kraamfeest nog te spreken.

Inmiddels kijken wij weer een beetje vooruit. Nog zo’n vier weken, en dan gaan we weer naar Tanzania. We hebben er wel zin in, zeker nu alles zo goed gaat hier, en Dorien zich zo sterk voelt. We moeten weer gaan inpakken, laatste aankopen doen, onze laatste nieuwsbrief versturen, en ons werk op afstand gaan afronden. Het is een goed verlof geweest, en daar zijn we God dankbaar voor.