Het is zondagmorgen, bijna 8 uur. Er staat iemand luid te claxonneren voor onze poort. Als ik met m’n nog ongekamde kuif ga kijken wat er aan de hand is, blijkt het één van mijn Tanzaniaanse collega’s te zijn. ‘Ben je klaar?’ roept hij enthousiast. Nou, nog niet dus. Ik nodig hem uit om binnen te komen, en geef hem een compliment dat hij zo lekker vroeg is. ‘Vroeg?’ vraagt hij verbaasd. We zouden toch 8 uur vertrekken. Als ik antwoord dat we pas rond een uur of half 10 zouden gaan, draait hij zich met een lach om en zegt: ‘Dan ga ik nog even wat buren begroeten!’  Ik hoop dat ze al wakker zijn, en klaar om met een veel te wakkere dominee aan de babbel te gaan….

Iets na negenen vertrekken we. Het is bijbelzondag. Een jaarlijkse zondag waarin we eropuit trekken om in verschillende kerken te vertellen over het bijbelvertaalwerk. Onderweg pikken we nog twee collega’s op. Iedereen zal vandaag wat doen. Onze wakkere dominee zal preken. De vertalers zullen uit hun vertaling voorlezen en uitleg geven, en ik zal wat vertellen over ons werk in de regio, plus nog een verrassing. We komen rond 10 uur aan bij het kerkje van rieten matten en plastic dak. Langzaam aan stroomt het kerkje vol, en klinkt het ene na het andere loflied. Zonder dak klinkt het eigenlijk wel net zo persoonlijk, zeker als je zingt terwijl je naar boven kijkt.

Het enthousiasme voor ons werk is groot. De vertaling spreekt voor zich. We hoeven mensen niet te overtuigen dat ons vertaalwerk mensen helpt om de Bijbel te begrijpen, dat spreekt gewoon voor zich als één van de vertalers verschillende stukken uit de Bijbel voorleest.

Het hoogtepunt van de dienst is het moment waarop we de eerste twee brieven van Paulus aan mogen bieden in de Kabwa-taal. We hadden de twee brieven in een klein boekje geprint en een stapeltje meegenomen voor de gemeente. Nadat we ze uitgedeeld hebben, begint iemand spontaan te zingen “Laten we onze God prijzen, want vandaag heeft Hij ons redding gebracht!” Een ontroerend moment. Tijdens de dienst hebben we wel vier keer een passage gelezen in de moedertaal, iets wat normaal nooit gebeurt. We zien deuren opengaan, ook in de kerkjes waar we regelmatig even op bezoek gaan. We danken God dat er steeds meer draagvlak en waardering komt voor het krijgen van de Bijbel in de moedertaal.

Na de dienst worden we uitgenodigd om bij de dominee te blijven eten. We zitten binnen te wachten, en het duurt nogal even voordat de dominee zelf komt. Ik loop nog even terug naar het kerkje, en daar zie ik hem met nog een aantal mensen om een meisje heen staan. Het meisje, zo’n 16 jaar, wordt al een hele tijd aangevallen door boze geesten die haar kapot willen maken. Haar ouders hebben haar meegebracht naar de kerk, en gedurende zo’n 30-40 minuten wordt er voor haar gebeden. Ik mag ook meestrijden door te bidden in Jezus’ naam. En door Hem alleen is het meisje bevrijd. Jezus leeft echt! Als we teruglopen naar huis, zegt de dominee tegen mij: “Dit gebeurt bijna iedere week. De duivel en zijn boze geesten hebben heel lang alle ruimte gekregen. We zien nu dat het Evangelie de duisternis afbreekt.”

De brieven van Paulus die nu beschikbaar komen voor de Kabwa-mensen, kunnen van doorslaggevende betekenis zijn om in de geestelijke strijd staande te blijven, en te overwinnen. We geloven in de kracht van het Woord!

Gisteren was het eindelijk zover dat ook de Simbiti-mensen de eerste bijbelboeken in hun eigen taal kregen. Ondanks mijn hoofdpijn was ik in staat om er bij te zijn. Ik voel me persoonlijk erg betrokken bij dit vertaalteam en de Simbiti-mensen. Samen met mijn collega’s heb ik ongeveer een jaar lang met het team samengewerkt om het Lukas-evangelie zorgvuldig te testen, en samen met de gemeenschap knopen door te hakken over belangrijke woorden als God, Heilige Geest en bekering. De viering gisteren was echt een feest, en ik wil jullie graag laten delen in de feestvreugde!

1. De Simbiti-stam woont precies aan de overkant van de inham van het Victoria-meer. Vanuit Musoma zien we dus iedere dag de bergen waartussen de Simbiti-mensen wonen.

2. Het is momenteel regenseizoen in onze regio, en de wegen waren soms erg modderig. Onderweg passeerden we vier kuddes koeien en geiten die nooit over verkeersregels hebben gehoord.

3-4. Toen we in het dorpje Kenesi aankwamen, was het feest al begonnen.

Lees verder →

Gisteren hebben we opnieuw een bijzondere dag meegemaakt. Samen met ons bijbelvertaalteam hebben we de dozen met de eerste twee bijbelboeken in de Jita-taal ingepakt en aangeboden aan de bevolking. De Jita-taal heeft ruim 300.000 sprekers, en is daarmee de grootste bevolkingsgroep waarin we werken. Hieronder een impressie van de viering. Ik denk dat de foto’s voor zich spreken:

Lees verder →

Deze week hebben we als Kabwa-vertaalteam heel wat tijd in de dorpen doorgebracht om de publicatie van Jona en Ruth in de Kabwa-taal overal bekend te maken en zoveel mogelijk boekjes te verspreiden. En dat is gelukt! In zeker 80-100 gezinnen ligt nu in ieder geval één bijbelboek in de Kabwa-taal. Hieronder een foto-impressie met meer details!

(Wie de foto’s op André’s Facebook-pagina wil zien (met Engelse toelichting): kijk hier en hier.)

Woensdag: Kleine lokale markt in het dorpje Bhukabwa

We hopen niet alleen christenen, maar ook niet-christenen met het Evangelie te bereiken. De lokale marktdagen bieden een unieke kans om dat te doen. Iedereen komt daar wekelijks om inkopen te doen en de eigen oogst te verkopen. Als we ergens veel Kabwa-mensen bereiken, dan is het op de markt!

De belangstelling was groot. Veel mensen hoorden nu pas voor het eerst dat de Bijbel in de Kabwa-taal vertaald wordt. Ze wisten niet eens dat hun taal geschreven kon worden! Lees verder →

Vanmorgen ben ik met onze vertaler Paul Meja naar één de van Kabwa-kerkjes geweest, mede om het nieuws te verspreiden dat we deze week op de plaatselijke markt de nieuw vertaalde bijbelboeken Jona en Ruth zullen verkopen.

We bezochten een kerkje in het dorp Mmazami. We werden gastvrij ontvangen, en ik werd even voorzichtig gepolst of ik van plan was om te preken. Dat was niet het geval, maar ik wilde wel graag wat delen met de gemeente. Die kans kreeg ik na de preek.

Allereerst had ik een cadeautje meegenomen om aan één van de vele kinderen te geven. Ik liet ze het bijbelse stripboek ‘Yesu Masiha’ in het Swahili zien (een vertaling van het door Willem de Vink getekende boek ‘Jezus Messias’), en vroeg alle kinderen die deze maand jarig waren op te staan. Lees verder →

Goed nieuws!
Begin deze week kregen we de dozen binnen met onze twee nieuwste geprinte bijbelboeken: Jona en Ruth in de Kabwa-taal! Ze kwamen tegelijk aan met een doos vol lesboekjes om de Kabwa-taal te leren lezen.

Komende zondag zullen we verschillende kerken in de dorpen bezoeken om de boekjes te verspreiden. Later volgende week zullen we naar de lokale markt gaan in twee verschillende Kabwa-dorpen om nog veel meer mensen te bereiken. We zien er naar uit!

En wat minder goed nieuws…
Velen van jullie weten hoe ik jarenlang veel last heb gehad van hoofdpijnen en migraine. Sinds het moment dat we in Musoma ons werk begonnen, zijn de hoofdpijnen vrijwel geheel verdwenen. Om ruim twee jaar zonder hoofdpijn op te staan was een dagelijks wonder. Nu zijn de hoofdpijnen echter terug gekomen. Momenteel heb ik al weken vrijwel dagelijks hoofdpijn, met zo nu en dan een migraine tussendoor. Erg vermoeiend! Willen jullie bidden voor geduld en volharding, en voor wijsheid als er iets gedaan kan worden?

Al een tijdje vragen we ons af of we wel optimaal gebruik maken van onze kracht als een ‘cluster-project’. Ook al werken we met acht verschillende vertaalteams op een centrale locatie in de regio, dat betekent nog niet automatisch dat de acht verschillende teams daarom ook goed samenwerken en van elkaars kracht en inzichten gebruik maken. Maar al te gemakkelijk kunnen vertaalteams kleine eilandjes worden. Toen ik een idee opperde om naar nieuwe manieren van werken te zoeken, kreeg ik al snel de ruimte om aan de slag te gaan.

In de afgelopen maand heb ik me grondig kunnen voorbereiden op de beide Thessalonisenzen-brieven. Ik wist dat ik de boeken niet alleen in één van de talen in het zuiden van Tanzania zou controleren, maar er ook mee aan de slag zou gaan in ons eigen project. De vertaling uit Mbeya hebben we als een startpunt gebruikt voor de vertalingen waar we nu mee bezig zijn. We hebben ontdekt dat hoe beter de tekst is die de vertalers aan het begin van het vertaalproces gebruiken, des te beter zal ook de eindvertaling in hun eigen talen worden. Maar tussendoor moet er nog wel wat werk verzet worden. En dat hebben we deze week niet als losse vertaalteams gedaan, maar samen.

Wanneer een vertaler aan een nieuw bijbelboek begint, komt het nogal eens voor dat hij dan al vrij snel met hoofdstuk één vers één aan de slag gaat. Ook al hebben vertalers geleerd om eerst het hele boek goed te lezen en achtergrondstudie te doen, in de praktijk vinden veel vertalers het lastig om zulke studies te doen (zeker als ze het met boeken in het Engels moeten doen). Om deze reden zijn maar weinig vertalers vertrouwd met de hulpmiddelen die ze hebben, en die gebruiken ze dan ook nauwelijks.

Ik wilde ze graag helpen om hier verbetering in aan te brengen en om de kwaliteit van het vertaalwerk te verhogen. Vandaar dat we nu met drie vertaalteams tegelijk zijn begonnen met het bestuderen en samen vertalen van de twee brieven aan de Thessalonisenzen. Het is de eerste keer dat deze bijbelvertalers één van de brieven uit het Nieuwe Testament gaan vertalen, en dat vraagt toch om enige hulp. Om het overzicht te behouden hebben we ervoor gekozen om deze hulp nu eerst aan drie van de acht teams aan te bieden, in een drie-weekse workshop waarin we de beide brieven vertalen.

Ik had de vertalers gevraagd om de beide brieven tweemaal grondig door te lezen (in twee verschillende Swahili vertalingen). Op de eerste dag hebben we uitgebreid stilgestaan bij de relatie tussen Paulus en de gemeente in Thessalonica, de reden waarom deze brieven geschreven zijn, en de belangrijkste thema’s in de brieven. Juist omdat de vertalers net het boek Handelingen vertaald hebben, hebben we daar ook rustig naar gekeken. Bijna alle brieven van Paulus kun je lezen tegen de achtergrond van het boek Handelingen. Dit was voor de meeste vertalers een enorme eye-opener. Toen we klaar waren met onze achtergrondstudie, waren we  nog steeds niet met vertalen begonnen, en toch hadden de vertalers het gevoel dat ze al zoveel wisten. De brieven waren helemaal tot leven gekomen, zelfs voordat we aan het vertalen geslagen waren. Dit hadden ze bij andere boeken soms gemist. Ze hadden de woorden wel vertaald, maar hadden niet echt begrepen hoeveel betekenis deze woorden hadden in de concrete situatie van toen. Ze misten context. En zonder context zijn woorden slechts woorden. Nu voelden ze aan dat deze brieven geweldig veel betekenis hadden toen, en nu. Een van de vertalers zei aan het einde van de dag: “Als we zo doorgaan, dan weten we straks meer dan onze dominee.”

Vanaf dinsdag zijn we begonnen om hoofdstuk na hoofdstuk te vertalen. Eerst krijgen de vertalers een paar uur om het hoofdstuk door te werken en alle vertaalproblemen te zien en met een voorstel te komen voor een oplossing. Daarna komen we als teams bij elkaar, en help ik de teams om hun vertalingen te vergelijken, en alle exegetische en vertaalkundige problemen goed te bespreken. Het is mooi om te zien hoeveel energie het de vertalers geeft om zo intensief door een bijbelboek heen te werken. We zijn inmiddels al halverwege hoofdstuk 4 beland! De discussie samen is heel waardevol, temeer omdat ze elkaars culturen vrij goed kennen, en elkaar kunnen bevragen. Ik probeer ze vooral te helpen bij de exegetische vragen en hoe ze zelf antwoorden kunnen vinden in de boeken die ze hebben. Een vertaler vertelde me in de pauze: “Tot nu vergeleken we vooral de Swahili en Engelse vertalingen, en de vertaaladviseur vertelde ons wanneer we de verkeerde vertaling hadden gevolgd, maar nu ontdekken we waaróm verschillende vertalingen verschillend kunnen vertalen, en kunnen we nu onze eigen keuzes maken!”

Toen we aan het eind van de week even kort evalueerden of deze benadering waardevol is, werd door de vertalers vooral het volgende genoemd:

  • We leren meer hulpmiddelen gebruiken (commentaren, woordenboeken, etc.).
  • We leren beter met elkaar te discussiëren en van elkaars inzichten gebruik te maken.
  • We krijgen direct feedback op wat we gedaan hebben, en dat helpt om te zien waar we ons moeten verbeteren.
  • We gaan vanaf nu echt een goede achtergrondstudie doen voordat we beginnen met vertalen.
  • Het is waardevol om met verschillende adviseurs te werken, omdat iedereen verschillende sterkte kanten heeft waar we van kunnen profiteren.
  • We krijgen er energie van om samen zo gestructureerd door een bijbelboek te werken. Het helpt om te weten dat we over een paar uur ergens mee klaar moeten zijn.

Van mijn kant zie ik dat we efficiënter bezig zijn, omdat we nu niet drie vertaaladviseurs nodig hebben die afzonderlijk deze brieven hoeven te controleren. Ik kan het nu voor drie talen tegelijk doen. Als ik of iemand anders zich kan specialiseren in een bepaald bijbelboek, dan kunnen meerdere teams daarvan profiteren (en niet slechts één team).

We hebben ook geleerd dat we goed moeten kijken of de vertaalteams een vergelijkbare vertaalsnelheid hebben, of vergelijkbaar denkniveau. Halverwege deze week viel het op dat één vertaalteam consequent achter liep. De vertaler had moeite om dingen snel op te pakken, terwijl de anderen allang een probleem hadden gezien en opgelost. Op zulke momenten is het beter om een team uit de groep te halen, en met meer vergelijkbare teams te laten werken. Het groepsbelang is toch het belangrijkste in zo’n opzet als deze.

Ik heb geprobeerd om een inkijkje te geven in hoe we telkens weer onze manier van werken proberen te verbeteren. Dit lijkt een veelbelovende benadering te zijn, die makkelijk voor andere boeken te herhalen valt. Het doel is dat we aan het eind van drie weken de beide brieven vertaald en gecontroleerd hebben, inclusief een goed voorbereide vertaalcontrole in de dorpen. Ik hoop dat we aan het eind nog even enthousiast zijn als nu!

Ik ben weer thuis met Dorien de de kinderen, heerlijk! De afgelopen weken heb ik in het zuiden van Tanzania gewerkt, in de stad Mbeya. Het was echt een productieve en leerzame tijd! En een boeiende reis. Hieronder wat impressies.

Woensdag 9 mei
Ik zit op het vliegveld van Musoma te wachten of het vliegtuig gaat komen of niet. Het personeel op het vliegveld is ervan overtuigd dat het vliegtuig gewoon om 5 uur komt. Maar via via heb ik gehoord dat het vliegtuig zeker een uur vertraging had bij het vertrekken uit de hoofdstad. Ik moét m’n vlucht vandaag halen, anders kom ik morgenochtend in de problemen met de aansluitende vlucht. Om kwart over zes komt het vliegtuig toch, gelukkig! We vliegen in twee etappes naar Dar es Salaam aan de kust, waar de vochtige warmte me weer in het gezicht slaat. Herinneringen komen boven, van toen we hier 3,5 jaar geleden als gezinnetje in Tanzania aankwamen…

Donderdag 10 mei
Ik was al om zes uur m’n bed uit om naar het kleine vliegveld te gaan waar ik met een MAF-vliegtuigje naar Mbeya zou vliegen. Ik zie het vliegtuigje staan, maar niemand anders komt opdagen. Het is nu al een uur na het geplande vertrek, en er is nog geen spoor van de piloot te bekennen. En dat was de enige instructie die ik gekregen had: kom naar het oude vliegveld, en probeer daar de piloot te vinden. Lastig, als hij er niet is. Na nog een uur wachten besluit ik om eens wat rond te bellen. Ik kom er dan achter dat de piloot ergens geblesseerd is geraakt, en dat hij niet kan vliegen vandaag. Oei! Dat gaat een lange busreis van zeker 14 uur worden. Ik blijf wat op het vliegveld rondhangen om links en rechts uit te vogelen of er nog alternatieven zijn. Dan hoor ik dat er een vervangende piloot geregeld is, en dat we toch nog ’s morgens zullen vertrekken. Wat een opluchting! Ik vlieg met nog vier mensen over een adembenemend landschap.

Ik zit vlak achter de piloot, en zie met verbazing dat hij amper uit het raampje kijkt. Al die metertjes en instrumenten voor hem lijken hem voldoende te vertellen. Na een tijdje begint hij zelfs rustig op zijn ipad te werken. Ik kijk af-en-toe even naar links en rechts of er geen verkeer aan komt en ik de piloot moet waarschuwen, maar hij lijkt te weten wat hij doet.

Rond half twee ’s middags kom ik aan in Mbeya, waar mijn collega Jacob Karels mij staat op te wachten. Ruim een uur later ben ik al met m’n werk begonnen. Een vertaalcontrole van 1 Thessalonisenzen in de Nyiha-taal. Van tevoren hebben we via een computerprogramma (Paratext) al veel met elkaar overlegd en bediscussieerd. Vandaag beginnen we met het afronden en bespreken van de meer ingewikkelde dingen. We maken een mooie start!

Vrijdag 11 mei
’s Morgens moet ik het eindelijk toegeven: “Het is hier winter! Wat koud zeg!” Ik ben een warme trui vergeten, omdat ik me gewoon niet kon voorstellen dat het echt zo koud zou worden ergens in Tanzania. Dus toch. Ik leen een trui van Jacob. We gaan weer met het vertaalteam aan de slag. We krijgen de hele 1 Thessalonisenzen-brief af, en maken een begin met de tweede. Het is een heerlijk team om mee te werken; ze weten wat ze aan het doen zijn. We houden onze focus continue gericht op de mensen die straks de vertaling gaan gebruiken. Zullen zij straks begrijpen wat Paulus hier bedoelde, of niet? We bidden regelmatig samen. Dit werk kunnen we niet goed doen, zonder Gods hulp.

Zondag 13 mei
Terwijl in het gezin waar ik logeer bijna iedereen ziek is geworden, ga ik deze dag op visite bij een Tanzaniaanse collega, Ahimidiwe. Samen met bevriende collega John uit Engeland bezoeken we eerst de Lutherse kerk waar Ahimidiwe lid is, en genieten van een mooie kerkdienst. Ondanks dat de preek zelf kant-noch-wal raakte, was het een mooie dienst. Een goede liturgie blijkt soms garant te staan voor een heldere verwoording van het evangelie, ook als de preek eens niet wat is. Maar zingen kunnen ze hier wel zeg, prachtig. Een jonge vrouw met een baby op haar rug zong als een engel zo mooi. De Luthersen hebben de meerstemmige koralen uit de Duitse muziek overgenomen, en verweven met meer traditionele Afrikaanse muziek. Een wonderlijke combinatie, maar het werkt. Na de dienst bezoeken we onze collega thuis en krijgen een heerlijke maaltijd van rijst, groente en vlees. Mét heerlijk avocado-sap (zag er griezelig groen uit, maar niettemin verrukkelijk). We hebben úren met elkaar zitten praten over Tanzania, de kerken, het vertaalwerk, de politiek, en ik weet al niet wat. Het was zo leerzaam om van wijze Tanzaniaanse vrienden te horen wat hun perspectief op het leven is. Als een buitenstaander heb je dat nodig om de dingen die je observeert op waarde te schatten. Sommige dingen zijn nog erger dan je zelf dacht, en andere dingen worden opeens heel begrijpelijk als je het van binnenuit leert begrijpen. Ik ben dankbaar voor deze gastvrije mensen die ons zoveel leren en bemoedigen.

Maandag 21 mei
De afgelopen week hebben we hard doorgewerkt aan de vertaalcontroles. 1-2 Thessalonisenzen is inmiddels af in de Nyiha-taal, evenals Handelingen 1-6 in dezelfde taal. Vandaag zullen we met een ander team – de Bena – de eerste zes hoofdstukken van het Lukas-Evangelie afronden. Ik ben eerder klaar dan gepland. We hebben nog tweeënhalve dag! We besluiten nog een gezamenlijke les voor te bereiden over het zorgvuldig testen van een vertaling in de dorpen. Gelukkig is er ook nog tijd over om nog twee dagen met een ander vertaalteam te werken aan het boek Handelingen. Iedere vertaalcontrole is ook een leermoment voor het team, en daar leggen we vooral de nadruk op. Het doel is dat vertalers blijven groeien in hun werk, en daar hebben ze soms enige hulp bij nodig. Ik ben blij dat ik mijn input heb mogen geven aan drie verschillende vertaalteams.

Dinsdag 22 mei
Ik heb al eerder geschreven over Mwanawalaya, een van de vertalers waar ik mee zou samen werken. Toen duidelijk werd dat hij bij een roofoverval ernstig verwond was geraakt, heb ik de voorbereidingen voor mijn vertaalcontrole met dit team stilgelegd. Toch krijg ik vandaag de kans om hem thuis te bezoeken. Samen met enkele collega’s zoeken we hem op. We zijn positief verrast om te zien hoe snel hij al opknapt! Hij vertelt ons dat hij alweer kan lopen, zich dingen kan herinneren (al is er veel uit zijn geheugen verdwenen), mensen kan herkennen, en zelfs al weer kon lezen (al kan hij nog niet woorden uitspreken). God heeft werkelijk gebeden gehoord en een wonder gedaan. Dit had niemand verwacht, zeker niet na amper vier weken. Het is nog niet duidelijk in hoeverre zijn gezichtsvermogen en geheugen is aangetast, dat zal later moeten blijken. Blijf bidden voor volledig herstel, en dank God voor wat Hij al heeft gedaan voor onze broeder!

Donderdag 24 mei
Mijn werk zit erop, ik ga weer naar huis. Ik wacht op het vliegveld tot het MAF-vliegtuig me komt ophalen. Precies op tijd horen we het geronk aankomen en zien we het vliegtuig landen.

Het zal een hele rondreis door Tanzania worden. Eerst vliegen we helemaal naar het westen van het land om daar mensen af te zetten en op te halen (Sumbawanga), dan naar midden van het land (Iringa, waar we ooit de taalschool hebben gedaan), en vervolgens naar het oosten van het land (Dar es Salaam). Het biedt me de kans om met eigen ogen te zien hoe groot en divers Tanzania is. Morgen neem ik de laatste vliegtocht, naar Musoma in het noorden.

Naast mijn koffer heb ik een een klein blauw emmertje als bagage bij me. In dat emmertje zitten zes aardbeienplantjes. Voor zover ik weet is het nog niemand gelukt om in Musoma aardbeien te kweken, maar ik ga het proberen. Ik hoop dat het lukt!

Update 2 (8 mei): Vrijdagmiddag is Mwanawalaya uit het ziekenhuis ontslagen. Hij is vrijdag ook weer wat beginnen te praten – wat bemoedigend is! -, maar zal nog heel wat tijd nodig hebben om volledig te herstellen. Hij kan nog steeds niet zelf een beker vast houden of zelf drinken. Een zwitserse dokter in de buurt is bereid om hem verder te onderzoeken en te adviseren. Blijf bidden voor volledig herstel!

Update 1 (25 april): vanmiddag sprak ik even met mijn collega in Mbeya, Jacob Karels. Hij zei dat hij vanmorgen bij Mwanawalaya in het ziekenhuis op bezoek is geweest. Mwanawalaya is vanmorgen weer bijgekomen, maar is nog erg afwezig. Hij lijkt mensen nog niet te herkennen, maar reageert wel op het horen van zijn naam. Er lijkt toch in ieder geval wat vooruitgang te zijn. Laten we God hiervoor danken. En blijven bidden om verder herstel!

Oorspronkelijk bericht
Willen jullie bidden voor Mwanawalaya, een van de bijbelvertalers van het Safwa-vertaalteam. Vrijdagavond – toen hij rond een uur of 8 onderweg naar huis was – is hij beroofd en zwaar verwond. Mwanawalaya raakte bewusteloos en is naar een ziekenhuis gebracht. Vanmorgen was nog steeds niet bij kennis. Bid dat God een wonder zal doen en hem zal genezen!

Bid ook voor het Safwa-vertaalteam. Mwanawalaya zal voorlopig niet zijn werk kunnen doen, en hij is een belangrijke vertaler voor het tweekoppige team. Ik hoop over twee weken naar Mbeya te reizen en zou met hem en zijn collega een vertaalcontrole doen. Dat kan nu helaas niet doorgaan.

Bid ook voor mij, nu ik me op het laatste moment nog moet voorbereiden op een vertaalcontrole in een andere verwante taal. De reis naar Mbeya gaat wel gewoon door. Ik voel me de laatste weken nogal vermoeid, en het werk wordt niet minder. Bid voor energie, en om wijze keuzes.

Bedankt!