Als we in Nederland zijn, zullen we de kinderen er weer van moeten overtuigen: “Je mag best water uit de kraan drinken hoor, echt!” Leven in Tanzania is nogal anders dan in Nederland. Maar na een jaar of vijf denk je er gewoon niet meer over na. Het is gewoon. Tot je bezoek uit Nederland krijgt, en je met andere ogen even naar het ‘normale leven’ kijkt.

De eerste vijf situaties met een :-):

  • We rijden door de stad met een auto vol kinderen. Natuurlijk zijn er niet genoeg gordels, en in de kofferbak al helemaal niet. Iedereen zit strak op elkaar gepakt en zingt er vrolijk op los. Tot we door een politieagent worden aangehouden. Licht nerveus laten we het raampje zakken. Hij kijkt in de auto, ziet een elftal opgelaten kinderen, en vraagt dan: “Kan ik een lift krijgen tot het bureau?”
  • Verkeersregels zijn er om alles in goede banen te leiden. Als het verkeer zichzelf wel ongeveer regelt, heb je niet zoveel regels nodig. En de regels die er zijn en massaal worden genegeerd, kun je maar beter niet in je eentje opvolgen, want dat leidt tot ongelukken. Wie stopt er nu voor een rood licht als iedereen doorrijdt?! Sommige wegen zijn zo breed dat je een soort onofficiële vierbaansweg krijgt. Welke kant iedere baan opgaat, hangt af van de tijd van de dag. Zolang je maar meedoet, gaat alles goed. En luid claxonneren in het verkeer is niet meer dan anderen van je aanwezigheid bewust maken. Alleen onze gasten worden er nerveus van, maar het went altijd snel. In het verkeer voel je je nooit alleen.
  • We zitten in de kerk, met z’n vijven. Het is een bankje voor vier. Zodra een van de kinderen opstaat, belandt er een stevige dame naast ons op het opengevallen plekje. We schuiven in. Tot er weer een kind opstaat. Plaatsje vergeven. In de kerk weet je alleen hoe en waar je zit op het moment dat je gaat zitten. Waar je uiteindelijk belandt en tussen wie je dan zit, dat is afwachten.
  • Vlak voor ons huis ligt een zandweg. Aan beide kanten van de weg ligt een diepe goot, om het water af te voeren tijdens het regenseizoen. Een geweldig idee dat meestal werkt. Ware het niet dat de zandweg door alle rommel en modder inmiddels zo hoog geworden is dat iedere regenbui de goten opvult met het zand en modder van de weg. Na iedere regenbui komt een troepje jongens opdraven om de goten weer leeg te scheppen. En waar wordt de modder neergegooid? Juist, op de weg! Er valt haast niet meer op te fietsen, maar de goot is weer netjes schoon. Tot de volgende bui. Weg met de werkloosheid.
  • Onze rechterhand slijt hier harder dan die van een hardwerkende boer in Nederland. Waar je ook gaat, je schudt elkaar toch zomaar vijf keer hartelijk de hand, en bij een lang gesprek nog wel vaker. Een leuke opmerking gaat met een soort handklap gepaard, en om je medeleven te tonen houdt je iemands hand wat langer vast. Niet maar even, maar echt een tijdje. Bij een goed gesprek heb je elkaar toch wel een paar minuten vast. En als de ander vertrekt, dan houd je elkaars hand vast terwijl je loopt. Ook als mannen loop je hand in hand tot bij de weg waar je afscheid neemt. Voelt het gek? Een beetje soms, maar niet echt meer. Want je weet dat je vrienden hebt, en daarom doe je het.

Het was een week waarin van alles gebeurde. Nieuw vertaalde Bijbelboeken rollen uit de printer. Een dodelijk ongeluk. Een terroristische aanslag.

We vierden feest op het vertaalkantoor. Vijf grote dozen werden afgeleverd, en iedereen wist wat erin zat: Het Lukas-Evangelie in de Zinza-taal. Eindelijk hebben nu alle acht talen in onze vertaalproject een Evangelie in de eigen taal. Iets om te vieren! Een dag later rolden twee grote stapels met het boek Jona uit de printer. Weer twee talen waarin dit boek nu gelezen en begrepen kan worden. Het zijn momenten waarop we dankbaar zijn en vol verwachting uitzien naar hoe God Zijn eigen woorden gaat gebruiken.

We weten het ondertussen uit ervaring: als er iets te vieren valt, gebeuren er altijd dingen die onze vreugde temperen. Kort nadat drie nieuwe Bijbelboeken beschikbaar kwamen, kregen we ’s morgens vroeg een telefoontje van een collega. Ze was in paniek en zei dat ze een ongeluk had gehad en dat er een meute mensen om de auto heen stond. Omdat het vlak bij het vertaalkantoor was gebeurd, renden we er snel naar toe. We zagen honderden mensen. Het was een gevaarlijke situatie. Schuldig of niet, voor je het weet heeft de meute de auto in brand gestoken, met of zonder inzittenden. Gelukkig was de politie snel ter plekke. Mijn collega zat met haar dochter in de auto, ze waren bang. Ik zag een jonge man onder de auto leegbloeden. Het was duidelijk dat hij het niet zou overleven. Hij stierf kort erna.

Al snel werd overal doorverteld: een blanke heeft iemand doodgereden. Toch was dat niet geval. Een motor-taxi was de macht over het stuur verloren, en was op een andere motor gebotst. De man was over het wegdek onder de auto gegleden, en het leek er dus erg op dat hij aangereden was door een auto. Bloederige foto’s verschenen in de krant, met het onjuiste verhaal. Een gevaarlijke situatie, want als een van de weinige blanken in de stad kun je je niet verbergen. En tegen geruchten kun je je nauwelijks verdedigen. Tot onze opluchting hebben ooggetuigen de familie en de politie kunnen overtuigen van wat er daadwerkelijk gebeurd was. Het was niettemin een vreselijke situatie. Ons gevoel van veiligheid op straat had een stevige knauw gekregen.

Twee dagen later hoorden we opeens dat er een aanslag was gepleegd in Nairobi. Kenia en Tanzania zaten aan de buis gekluisterd. Toen we zagen waar het was gebeurd, schrokken we nog erger. Hier hadden we een paar maanden geleden nog met onze kinderen gelopen! We zagen neergeschoten mensen liggen op plekken die we maar al te goed kennen. Een drama dat veel slachtoffers heeft geëist en ons persoonlijk diep geraakt heeft.

Deze wereld is niet veilig. En op sommige momenten voel je dat extra scherp. Het was een week waarin we Gods nabijheid heel hard nodig hadden.

Deze column is geplaatst in het Reformatorisch Dagblad van donderdag 8 november 2013.

Sinds kort hebben we op ons vertaalkantoor een eigen machine om publicaties te drukken! RisographDeze week is de machine in gebruik genomen en de eerste twee stapels boeken zijn van de pers gerold: Jona in de Kwaya-taal en in de Jita-taal.

Terwijl onze bijbelvertalers momenteel werken aan grotere boeken (Genesis, Handelingen, Openbaring en een aantal brieven van Paulus en Johannes) zijn we blij dat we tussendoor ook kleinere boeken kunnen printen en verspreiden. Het is belangrijk dat de mensen in de dorpen regelmatig nieuwe boekjes in handen krijgen en gebruiken. Voor verschillende talen hebben we zo al dingen ontdekt die we in de schrijfwijze van de taal konden verbeteren. Hoe meer mensen al vertrouwd raken om delen van de Bijbel in hun eigen taal te lezen, des te beter straks het complete Nieuwe Testament ook ontvangen kan worden.

Morgen hopen een paar van onze collega de jaarlijkse Bijbel-zondag te vieren met de Kwaya-stam. Bid dat de nieuw geprinte boekjes goed ontvangen zullen worden en dat God alle aanbidding krijgt.

SONY DSC

 

Slangen zijn enge beesten. En sommige slangen zijn gevaarlijke beesten. Maar wat doe je als er een python in je tuin rondkruipt, ergens onder het raam van de slaapkamer van je kinderen?

python2Vanmorgen zat ik met onze tuinman en huishelp chai te drinken, en we kregen het opeens over slangen. Ze vertelden dat onlangs op de Tanzaniaanse radio te horen was dat er twee kinderen door een python gedood waren, ergens in Canada. Het feit dat die kinderen door een slang gewurgd waren verrraste hen niet zozeer, maar meer dat de python ontsnapt was uit een winkel. Ze vroegen me: “Verkopen ze bij jullie zulke slangen? En waarom kopen mensen ze eigenlijk?” Toen ik zei dat het meestal niet meer dan een liefhebberij is, kregen we een heel gesprek over hoe iedere stam in onze regio zijn eigen geloof heeft wat betreft slangen, en vooral pythons.

Onze huishelp, mama Sofia, komt oorsponkelijk uit Mozambique. Als kind had ze al geleerd dat als je een python ziet, dat je dan onmiddelijk hulp roept, de slang in het oog houdt, en dat anderen de slang dan doden. Toen ze trouwde en naar Tanzania kwam, kwam ze te wonen in een gebied met veel mensen van de Kwaya-stam. Op een dag zag ze een slang in de tuin. Dapper als ze was, doodde ze hem zelf. Toen de huisbazin dat zag, ontstond er een grote rel. Hoe ze het wel niet in haar hoofd haalde om een slang te doden!

Mama Sofia leerde toen dat de Kwaya-mensen slangen met het allergrootste respect behandelen. Een python zeker. Als je een python op bezoek krijgt, dan heb je feitelijk een god op bezoek. Kwaya-christenen zullen die woorden wellicht niet zo gebruiken, maar ook zij zullen een slang niet zomaar doden. Wegjagen mag wel, maar dan wel met het grootste respect, dus niet door met stenen te gooien.

Het spreekt voor zich dat dit gebied dus vol zit met slangen, want ze worden zelden gedood. Bijna alle andere omliggende stammen hebben er totaal geen probleem mee om een gevaarlijke slang uit de weg te ruimen, dus een slimme slang weet waar hij wezen moet. Dat het dan een onleefbare situatie wordt voor iemand als Mama Sofia, dat is haar probleem. Verhuizen is een voor de hand liggende oplossing, en dat is wat ze heeft gedaan.

Voor veel mensen hier is een slang niet maar gewoon een gevaarlijk dier. Het kan ook een vloek of een bedreiging zijn. Eergisteren sprak ik even met mijn bewaker. Hij zag er verward uit. Al snel hoorde ik van hem wat er thuis gebeurd was. Zijn vrouw had in hun huis een grote slang gevonden. Ze was doodsbang. Ze geloofde stellig dat haar schoonmoeder die slang gestuurd had om haar te doden. Nu is de relatie met haar schoonmoeder nooit geweldig geweest, maar dit klonk vrij heftig. Onze bewaker had tevergeefs geprobeerd om dit idee uit haar hoofd te praten, maar ze wilde per se naar een traditionele genezer om uit te vinden of haar schoonmoeder de slang echt gestuurd had. De reden wist ze al wel. Ze kan geen kinderen krijgen, en dat is een grote schande in haar stam. Ongetwijfeld wilde haar schoonmoeder haar doden zodat haar zoon met een andere vrouw kon trouwen die hem wel een kind kan geven…

Zomaar twee verschillende reacties op het zien van een slang. Het is een gecompliceerde wereld soms.

O, en wat ik zelf zou doen? Rennen. Kinderen redden. En het kapmes zoeken. En gelukkig is onze bewaker geen Kwaya.

Ik weet niet of de duivel verstand heeft van computers. Maar soms gebeuren er dingen die gewoon te ’toevallig’ zijn om zomaar ’toevallig’ te zijn.

Deze week zou ik met een van onze vertaalteams de eindcontrole van het boek Openbaring doen. De Ikizu vertalers hadden hun tekst zorgvuldig vertaald en mijn vragen over hun vertaling keurig beantwoord. Mijn inschatting was dat we zo’n drie dagen nodig zouden hebben om samen rond de tafel te zitten en de overgebleven vertaalproblemen op te lossen. We spraken af dat we woensdag tot en met vrijdag aan de slag zouden gaan.

Ik wist van tevoren eigenlijk niet zeker of ik de vertaalcontrole wel zou kunnen doen. Ik voel me de afgelopen twee weken al behoorlijk ziek. Toen ik getest werd bleek ik malaria, buiktyfus en nog een of andere parasiet (amoebe) te hebben. Dat verklaarde ook gelijk waarom ik al die tijd – zowel overdag als ’s nachts – zulke heftige hoofdpijn en buikpijn had. Toch kon ik de meeste dagen naar het vertaalkantoor komen om mijn werk te doen. Woensdagmorgen, de dag dat we met de controle zouden beginnen, voelde me niet geweldig. Ik besloot toch om te gaan, want ik wilde het team niet teleurstellen (en op het vertaalkantoor is het altijd nog wat rustiger dan thuis met drie vakantie vierende kinderen). Al snel hoorde ik dat ook een van de vertalers ziek was en niet zou komen. Die dag zou dus niet wat worden.

De volgende morgen waren we allemaal present. Ook de andere vertaler had nu malaria gekregen, maar wilde toch graag bij de vertaalcontrole zijn. We hebben eerst maar gebeden om gezondheid en energie, voordat we aan de slag gingen. Maar het ging goed, en we konden die dag wel zes hoofdstukken afronden.

Andre_kantoor_2

Dit was nog op een goede dag toen mijn vertaalsoftware het gewoon deed (zie het grote scherm)

Vrijdagmorgen wilden we verder gaan. Maar we waren nog geen 10 minuten bezig, toen mijn computer crashte.

Lees verder →

Ik ben onlangs bij een tandarts geweest. Nu is dat normaal niet iets om over te schrijven, maar deze keer was nogal anders. Toen ik na anderhalf uur weer van de gevreesde stoel mocht klimmen, was ik doornat van het zweet. En daar was alle reden voor.

Het is eigenlijk onvermijdelijk om in Tanzania vroeg of laat een stuk tand te verliezen. Hoe goed de vrouwen ook hun best doen, er blijft altijd wel een steentje tussen de rijst zitten, met alle gevolgen van dien. Zo moest ook ik vorige maand een bezoekje aan de tandarts afleggen. Nu is dat in onze streek in Tanzania soms een heel risico. De meeste bezoekjes resulteren in een kies minder. Trekken schijnt de ultieme oplossing te zijn voor iedere kiespijn. Aangezien we toch naar Kenia zouden gaan, besloot ik even te wachten tot we in Nairobi een goed opgeleide tandarts zouden vinden.

Onderweg naar Nairobi logeerden we een nachtje bij een internationale zendingsschool, en vlak in de buurt was een zendingskliniek. Een Amerikaanse dokter had daar een stel Keniaanse tandartsen opgeleid, en veel mensen hebben er goede ervaringen opgedaan. Ik werd aangeraden om me daar voor een habbekrats te laten helpen. Lees verder →

Fanueli_AndreFanueli is vandaag afgestudeerd! Drie jaar geleden voelden we duidelijk Gods aanwijzing om in deze Maasai-broeder te investeren. Toen al had hij een vurig verlangen om het Evangelie te vertolken voor de Maasai in het noorden van Tanzania. We zijn dankbaar dat hij zijn studie aan de bijbelschool heeft kunnen afronden, en nu klaar is om terug te gaan naar zijn eigen stam om daar als evangelist en zendeling aan de slag te gaan. We zullen zijn regelmatige bezoekjes missen, want Fanueli is voor ons een dierbare vriend geworden.

Fanueli krijgt zijn diploma van de bisschop van de Lutherse Kerk. (En voor wie dezelfde vraag op voelt komen als Elisa: “Nee, dat is niet Sinterklaas!”)Graduation Fanueli 1Hier krijgt Fanueli, samen met zijn vijf studiegenoten, de zegen mee:Graduation Fanueli 2Na de officiële ceremonie wachtte ons nog de receptie met een stevige maaltijd. We vierden het in het Mennonieten-kerkje vlak in de buurt.  Graduation Fanueli 3

Elisa had zichzelf uitgenodigd om de ereplaats warm te houden. Onze kinderen konden het altijd goed vinden met Fanueli, en zullen hem ook wel missen.Graduation Fanueli 4 > We bidden nu dat God Fanueli zal zegenen in zijn nieuwe werk. En dat er meer en meer Tanzaniaanse zendelingen zullen opstaan om de kerk te leiden in het verder brengen van het Evangelie, juist op plekken waar het Evangelie nog amper doorgedrongen is. Fanueli is voor ons een hoopvol teken dat het mogelijk is!

Zondagavond hadden we even een spannend moment bij ons thuis. Michaja kwam om half 10 ’s avonds uit haar bed met vreselijke buikpijn. Ze kon niet zitten of staan, niet lopen of liggen. Ze raakte echt in paniek. Ze huilde: “Ik wil naar de dokter! Ik moet naar het ziekenhuis!” Dat zegt genoeg voor een kind dat normaal doodsbang is voor dokters en naalden.

We realiseerden ons al snel dat het blindedarmontsteking zou kunnen zijn. In dat geval hadden we geen tijd te verliezen. In Musoma hoef je in het weekend niet op medische zorg te rekenen. En naar Nairobi rijden kost een dag, en onze auto zou het niet eens redden. Op zo’n moment voel je je echt verantwoordelijk, terwijl je – heel eerlijk gezegd – niet weet wat je moet doen, en hoe lang je het nog zou kunnen aanzien. We belden twee vrienden met medische kennis om hun advies te horen. We kregen verschillende tips om een diagnose te stellen. Lastig, zelf dokter moeten spelen.

MichajaWe vroegen onze vrienden om voor Michaja te gaan bidden. Toen hebben we ook zelf met Michaja gebeden, en aan onze God gevraagd of Hij de pijn wil wegnemen en haar genezing wil geven. Toen we klaar waren, werd Michaja helemaal rustig, en viel in een rustige slaap. Ze heeft de hele nacht heerlijk doorgeslapen, en de volgende morgen werd ze kiplekker wakker.

God is zo trouw. Het was geweldig om te zien dat Hij ons heel speciaal wilde zegenen met een oplossing in een situatie waarin wij eigenlijk niet wisten wat te doen. We hadden weinig opties. En Hij wist dat.

Toen ik vanmorgen met onze collega’s op het vertaalkantoor deelde wat God gedaan had voor Michaja, klonk er een spontaan applaus voor Hem. Hij was dichtbij.

Een tijdje geleden heeft Wycliffe Nederland mij gevraagd om een korte video te maken waarin jongeren worden uitgenodigd om mee te doen met het bijbelvertaalwerk in Musoma.

Iedereen kan vaak wel op de een of andere manier bijdragen:

  1. BID voor ons werk
  2. GEEF voor ons werk
  3. BEMOEDIG ons team
  4. of KOM ons team versterken

* Nieuw: Een gift overmaken voor ons werk in Musoma kan nu ook heel makkelijk via iDeal.