Het was een week waarin van alles gebeurde. Nieuw vertaalde Bijbelboeken rollen uit de printer. Een dodelijk ongeluk. Een terroristische aanslag.

We vierden feest op het vertaalkantoor. Vijf grote dozen werden afgeleverd, en iedereen wist wat erin zat: Het Lukas-Evangelie in de Zinza-taal. Eindelijk hebben nu alle acht talen in onze vertaalproject een Evangelie in de eigen taal. Iets om te vieren! Een dag later rolden twee grote stapels met het boek Jona uit de printer. Weer twee talen waarin dit boek nu gelezen en begrepen kan worden. Het zijn momenten waarop we dankbaar zijn en vol verwachting uitzien naar hoe God Zijn eigen woorden gaat gebruiken.

We weten het ondertussen uit ervaring: als er iets te vieren valt, gebeuren er altijd dingen die onze vreugde temperen. Kort nadat drie nieuwe Bijbelboeken beschikbaar kwamen, kregen we ’s morgens vroeg een telefoontje van een collega. Ze was in paniek en zei dat ze een ongeluk had gehad en dat er een meute mensen om de auto heen stond. Omdat het vlak bij het vertaalkantoor was gebeurd, renden we er snel naar toe. We zagen honderden mensen. Het was een gevaarlijke situatie. Schuldig of niet, voor je het weet heeft de meute de auto in brand gestoken, met of zonder inzittenden. Gelukkig was de politie snel ter plekke. Mijn collega zat met haar dochter in de auto, ze waren bang. Ik zag een jonge man onder de auto leegbloeden. Het was duidelijk dat hij het niet zou overleven. Hij stierf kort erna.

Al snel werd overal doorverteld: een blanke heeft iemand doodgereden. Toch was dat niet geval. Een motor-taxi was de macht over het stuur verloren, en was op een andere motor gebotst. De man was over het wegdek onder de auto gegleden, en het leek er dus erg op dat hij aangereden was door een auto. Bloederige foto’s verschenen in de krant, met het onjuiste verhaal. Een gevaarlijke situatie, want als een van de weinige blanken in de stad kun je je niet verbergen. En tegen geruchten kun je je nauwelijks verdedigen. Tot onze opluchting hebben ooggetuigen de familie en de politie kunnen overtuigen van wat er daadwerkelijk gebeurd was. Het was niettemin een vreselijke situatie. Ons gevoel van veiligheid op straat had een stevige knauw gekregen.

Twee dagen later hoorden we opeens dat er een aanslag was gepleegd in Nairobi. Kenia en Tanzania zaten aan de buis gekluisterd. Toen we zagen waar het was gebeurd, schrokken we nog erger. Hier hadden we een paar maanden geleden nog met onze kinderen gelopen! We zagen neergeschoten mensen liggen op plekken die we maar al te goed kennen. Een drama dat veel slachtoffers heeft geëist en ons persoonlijk diep geraakt heeft.

Deze wereld is niet veilig. En op sommige momenten voel je dat extra scherp. Het was een week waarin we Gods nabijheid heel hard nodig hadden.

Deze column is geplaatst in het Reformatorisch Dagblad van donderdag 8 november 2013.

Geef een reactie

Post Navigation