Woensdagmiddag was ik bij het postkantoor in de stad om onze stembiljetten voor de Tweede Kamer verkiezingen op de bus te doen. Toen ik met Elisa aan de hand weer naar buiten kwam, zag ik een straathond onder onze auto liggen. Ik dacht: die gaat wel weg als ik de auto start. Maar dus niet. Toen ik uitstapte om te kijken waar hij was en me bukte om onder de auto te kijken, viel hij me plotseling aan. Hij heeft me verschillende keren in m’n been gebeten en was nogal wild. Mensen die het zagen waren er vrij zeker van dat hij hondsdolheid had. Omdat zijn tanden er vrij diep ingegaan zijn, moest ik gelijk behandeld worden. Gelukkig gebeurde het dicht bij het ziekenhuis, waar ze de wond konden schoonmaken. Ik moest gelijk antibiotica hebben en spuiten tegen hondsdolheid (rabies), maar die hadden ze niet. Gelukkig waren deze injecties ergens anders in Musoma wel beschikbaar. Ik ben toen naar een ander ziekenhuisje gegaan waar ik wat meer mensen ken (die ik niet telkens geld hoef te geven om het volgende papiertje in te vullen), en daar hebben ze me de eerste injectie gegeven. Nu moet ik over 3, 7, 14 en 28 dagen weer eentje. Zonder deze injecties is hondsdolheid erg gevaarlijk voor mensen, maar als de vaccinaties goed blijken te werken, zal het normaal gesproken genezen. Maar dat weten we pas na 40 dagen.
Ik was erg blij dat ikzelf gebeten werd, en niet Elisa die bij me was! De kleine meid is al zo bang voor prikken. En dankbaar dat wij genoeg geld hebben om de toch wel dure medicijnen te kopen (voor de meeste mensen meer dan 1 of 2 maandsalarissen); veel Tanzanianen zouden er niet toe in staat zijn geweest. De eerste injectie moet altijd binnen 14 uur na een beet gegeven worden, en ik had eigenlijk niet verwacht dat ze in Musoma te krijgen zouden zijn. We zijn erg dankbaar dat we toch niet weer op reis hoefden naar een grote stad, en bidden nu dat het goed zal aflopen.
Veel sterkte toegewenst. We bidden voor een goed herstel van de wond en dat de medicijnen goed mogen werken.