Het is toch wel een aparte ervaring om een tijdje in Kenia rond te lopen. We wonen nu zo’n anderhalf jaar in Tanzania, maar voor mij voelt het nu alsof ik in een andere wereld ben. Natuurlijk, het is nog steeds Oost-Afrika, de steden zijn druk en vol, de mensen zijn ook hier mooi donkerbruin, en toch is het hier in Nairobi allemaal erg anders. Een paar impressies…

In de grotere steden in Kenia hebben ze een winkelketen die Nakomat heet. Vergelijk het met een enorme V&D en Albert Heijn in één. Vorige week stapte ik voor het eerst sinds een jaar zo’n winkel binnen, en ik voelde ik iets wat ik nooit eerder heb gevoeld als ik een winkel binnenloop: een soort opgelatenheid en gevoel van opwinding. Wat een hoop spullen! Wat groot! Alles ligt hier te koop, zelfs 20 soorten potjes jam of 8 smaakjes pampers. Ik had niet gedacht dat ik dit zo ontwend was. Ik wil het niet vergelijken met wat de Oost-Duitsers voelden toen de Muur viel en ze het ‘rijke Westen’ te zien kregen, maar ik snap het nu toch wel een beetje.

Ik besefte deze week opeens hoe versleten mijn kleren zijn. In Tanzania stoorde het me niet dat er een paar gaten in m’n broek zaten, het was nog altijd beter dan die van de meeste mensen om mij heen. Maar hier in Nairobi lijkt goede kleding voor veel mensen betaalbaar te zijn. De meesten zien er verzorgd uit. En opeens schaamde ik mij. En ik had nog niet eens mijn oudste kleren meegenomen. Dit weekend heb ik pardoes een nieuwe broek gekocht, een splinternieuwe!

Toen we zondag naar de kerk gingen, namen we een matatu, een klein taxibusje waar heel wat mensen in blijken te kunnen. Ik kreeg een leuk kindje op schoot; ze liet m’n hand niet meer los tot ik me uit het busje wurmde. Claustrofobische toestand in zo’n ding, je moet maar niet aan een ongeluk denken.

De kerk was nogal anders dan thuis. De hele dienst was in het Engels. We werden erg gastvrij ontvangen. In de dienst was er een presentatie over een van onze bijbelvertaalprojecten in Tanzania. De kerk heeft echt een visie om zendelingen uit te zenden naar andere delen van de derde wereld. Een van hun gemeenteleden is een Wycliffe Bijbelvertaler. Prachtig! De preek was een beetje vaag en zat niet goed in elkaar. Jammer. Er gebeurde wel iets bijzonders, iets wat ik nog niet echter eerder meegemaakt heb. Een van de ouderlingen stond op. En ten overstaan van de hele gemeente bood hij zijn excuses aan voor wat er de afgelopen zondag gebeurd was. Die zondag was het 14-jarig bestaan van de gemeente. En…. laat de dominee het nu hebben laten afweten. Hij was er niet bij! Dit bleek voor een groot deel van de gemeente onacceptabel. Naar blijkt hadden wel 60 mensen hun ongenoegen kenbaar gemaakt bij de kerkenraad. De dominee hoort hier te zijn, niet ergens anders. Toegegeven, ik dacht: ‘Maakt dat nu zoveel uit?!’ Blijkbaar wel. De ouderling ging namens de kerkenraad diep door het stof, en beloofde plechtig: ‘Dit zal nóóit meer gebeuren!’

Later die dag zat ik in een bus naar huis. En boven de deur zag ik een merkwaardige mededeling, eentje die in Nederland overbodig zou zijn: ‘In deze bus is het verboden te preken!’

Als ik hier op straat loop, dan voel ik me vrij. In Nairobi lopen zóveel blanken rond, dat niemand je aan blijft staren. In Musoma ben je slechts één van de weinigen, je valt altijd op. Hier niet, en dat is héérlijk! Je voelt je bijna anoniem, een van de velen, verscholen in de massa.

Ik heb al wat geschreven over mijn busrit naar Nairobi (toen ik het ternauwernood droog hield). Ik had nog niet verteld dat de bus een zorgelijke naam had: Ferrari. Ik had wat voorzichtiger moeten zijn. Buschauffeurs staan hier niet bekend om hun trage rijstijl, en ik had niet het risico moeten nemen dat de bus zijn naam eer aan moest doen. Maar warempel, de bus leek meer op een aftandse Fiat Panda dan een solide Ferrari. Heuvel op was het werkelijk kruipen geblazen, en heuvel af ging het ook niet al te hard (misschien waren de remmen niet al te best meer). Het werd zelfs zo erg dat mijn medereizigers naar Nairobi luidkeels begonnen te mopperen dat het allemaal veel te langzaam ging. Kun je je voorstellen: ik zit in een bus in Afrika, en mijn Afrikaanse vrienden klagen dat het te langzaam gaat! Ik zat in de perfecte bus!

Nog een paar dagen, en dat zit mijn training hier in Nairobi erop. Ik heb enorm veel geleerd over hoe ik een goede vertaalconsulent kan worden, en hoe ik de Tanzaniaanse bijbelvertalers het beste kan begeleiden. Ik heb zin om het in de praktijk te gaan brengen. Maar ik heb nog meer zin om weer thuis te zijn, met Dorien en de kinderen.

Geef een reactie

Post Navigation