Weer een nieuwe update vanuit Iringa, waar we aan onze derde week begonnen zijn. We hebben weer een soort ritme gevonden, genieten van hoe snel we het Swahili leren, en maken van alles mee waardoor het leven hier niet de kans krijgt saai te worden. Vanmiddag bijvoorbeeld, hadden we een lange groene slang op visitie, maar daarover straks meer.

Toen we met de bus vanuit Dar es Salaam naar Iringa reisden, werden we zomaar ergens langs de weg gedropt. Er was niet veel te zien, behalve een klein bordje waarop stond: Riverside Campside, 1,5 km. Een klein modderig en kronkelig weggetje bracht ons op de plek waar we de komende 4 maanden zullen wonen (tot 20 juni). We hadden geluk: we kregen de banda die als laatste op het terrein gebouwd is, bovenop een enorme rots, met een fantastisch uitzicht over het dal waar een riviertje doorheen kabbelt.

1uitzichtvanuitbanda

Het uitzicht op het dal vanuit onze banda

Als we niet goed zouden eten, zouden we per week een kilo of wat afvallen, want het is telkens een hele klim (zeker nu Michaja om de haverklap roept: ‘ik moet poepen’, en eenmaal boven tot inzicht komt dat dat toch eigenlijk best wel meevalt). Maar niet geklaagd, we hebben stroom, water, een goed bed, een prima veranda, en de meeste dieren zijn buiten te houden (in tegenstelling tot de anderen die met de meest opzienbarende verhalen aan het ontbijt verschijnen). Inmiddels hebben we een aantal bevriende gekko’s (een soort hagedissen) die toch ergens een gaatje hebben gevonden. Meestal slapen er een stuk of 2-3 in de banda, en de rest van de familie (zo’n 10) onder het dak van onze veranda. We voelen ons nooit alleen.

We zijn altijd weer blij als we hier zijn, bovenaan de trap, bij onze banda

We zijn altijd weer blij als we hier zijn, bovenaan de trap, bij onze banda

We hebben veel plezier in de Swahili lessen. Dorien krijgt samen met een Duitse arts (Ute) les in een klas, ik samen met een Canadese taalkundige (Shona) en Michaja’s toekomstige juf in Musoma (Lyndy). We hebben nu twee volle weken les gehad, en het is best bijzonder hoeveel je in deze weken kunt leren. De lessen zijn heel erg interactief en er op gericht om Swahili te leren lezen, begrijpen en te spreken. De gedachte erachter is: de grammatica begrijpen is één, maar het kunnen gebruiken is een tweede. En dit laatste gaat het ons om: we willen goed kunnen communiceren in het Swahili. We vinden het allebei een uitdaging om steeds meer nieuwe woorden te leren en nieuwe zinnen te bedenken. We proberen creatief te zijn en genieten van de vorderingen die we telkens maken.

In elke les worden we aangemoedigd om zoveel mogelijk Swahili te spreken

In elke les worden we aangemoedigd om zoveel mogelijk Swahili te spreken

Ik herinner me nog de eerste kerkdienst in Swahili in Dar es Salaam. Ik denk dat ik er welgeteld bijna niets van begreep. Afgelopen zondag zijn we als gezin weer naar de kerk geweest, en warempel, we konden de hoofdlijn van wat gezegd wordt volgen! Het wordt moeilijk als mensen heel snel Swahili spreken, dan heb je net even te weinig tijd om alles op een rijtje te zetten. Maar dat zal in de komende maanden wel beter worden. Iedere week gaan we op dinsdag en donderdag naar de stad Iringa, zo’n 20 minuutjes hier vandaan. Het is erg leuk om dan ons Swahili te gebruiken. Niet alleen de begroetingen, maar ook het vragen van de prijzen, afdingen, uitleg vragen, en wat al niet meer. Iedere keer dat we naar de stad geen hebben we weer nieuwe dingen geleerd om te gaan gebruiken. En mensen zijn heel enthousiast om ons te helpen. Vorige week had Dorien mij op pad gestuurd voor billendoekjes. Nou, dat werd me wat. Ik had in ieder geval 2 problemen: babydoekjes worden hier nauwelijks gebruikt én ik wist niet hoe je die dingen hier noemt. Maar goed, ik met een prachtige volzin uitgelegd dat ik zoek was naar ‘doekjes om een klein kind mee schoon te maken’. Ik kreeg de meest bijzondere dingen aangereikt, maar geen billendoekjes. Uiteindelijk heb ik toch gevonden, al waren het meer handenschoonmaakdoekjes dan billendoekjes (maar er stond een plaatje met een kindje op en dat vond ik voldoende reden om het te kopen). Natuurlijk nog snel even langs de fruitmarkt voor een trosje zoete bananen, 2 mango’s en een ananas. Heerlijk, niet duur en gezond! Als ik thuis komt, probeer ik me te herinneren welke dingen ik niet in het Swahili kon zeggen, in de hoop dat het me de volgende keer wel lukt…

Vrijdag hebben we zo'n 80 Swahili woorden geleerd die met het 'klaarmaken van eten' te maken hebben. Hier zit Dorien op een 'kokosnootschraapstoeltje' en leert zo kokossap te maken

Vrijdag hebben we zo'n 80 Swahili woorden geleerd die met het 'klaarmaken van eten' te maken hebben. Hier zit Dorien op een 'kokosnootschraapstoeltje' en leert zo kokossap te maken

Met Elisa en Michaja gaat het erg goed. Elisa is regelmatig op de rug van Elizabet te vinden, in een draagdoek, net als de andere Tanzaniaanse kinderen. En ze vindt het prima. Ze komt altijd vrolijk terug, en ’s morgens slaapt ze nog een uurtje. Michaja gaat nu ook vrolijk naar school, belooft steevast dat ze ‘lief zal zijn en niet zal huilen’. Ook zij zit goed in haar vel (als ze geen krampjes heeft en ze naar ons luistert om naast vlees en rijst ook groentes te eten), en ze is net als Elisa een vrolijk kind. Ook al kost het leven als gezin ons soms wel veel energie, we krijgen er ook heel veel mooie dingen voor terug. En God heeft ons heel veel moois gegeven in onze twee kinderen!

Michaja voelt zich steeds meer thuis en weet haar vriendjes of vriendinnetjes wel te vinden

Michaja voelt zich steeds meer thuis en weet haar vriendjes of vriendinnetjes wel te vinden

Inmiddels is het een bekend verschijnsel: Michaja die gehurkt zit en ergens naar zit te turen. Het is onvoorstelbaar, maar ze vindt van alles, vooral dieren. Torretjes, slangetjes, duizendpoten, krabben, vlinders, sprinkhanen, wormen, reuzemieren, en wat al niet meer. Was ze vroeger nogal timide en angstig, tegenwoordig zit ze met een stokje die arme dieren van hun plek te wippen. Om dan meestal te concluderen dat ‘ie dood is, de mieren hem straks opeten, of onder de grond stoppen’. Ze kletst wat af. Gisteren waren we in de speeltuin aan het spelen. Ze had ontdekt dat er een boom was met enorme bessen eraan, lekker hard, en prima om tegen de glijbaan omhoog te gooien (en dan weer op te vangen). Terwijl ze zo wat onder de struiken aan het scharrelen was, kwam ze met grote sprongen aanzetten en riep: ‘papa, ik ben bang, een schilpad!’. Ik met haar mee, en ja hoor, onder de struik lag een beest. Geen schildpad, maar wel een enorme rivierkrab. Zolang ze m’n hand vasthield, durfde ze wel, en ook deze krab moest aan het stokje geloven. Plotseling verdween de krab er met een paar zijwaartse sprongen vandoor. Michaja: ‘hij was toch niet dood hè?!’. Nee.

De rivierkrab die Michaja de stuipen op het lijf jaagde (zie de geinige oogjes bovenop!)

De rivierkrab die Michaja de stuipen op het lijf jaagde (zie de geinige oogjes bovenop!)

Een enorme tor zo breed als een deurpost die ik per ongeluk aaide toen ik de deur wilde opendoen

Een enorme tor zo breed als een deurpost die ik per ongeluk aaide toen ik de deur wilde opendoen

We waren hier nog geen week, of Michaja had ergens ‘een slang’ ontdekt. Nu betekent dat meestal een lange zwarte of groene duizendpoot (van zo’n 25 cm lang), maar deze keer had ze gelijk. Een zwarte adder had zijn heenkomen gezocht onder de prullenbak op onze veranda. Toen we uit school terug kwamen was hij verdwenen, en we hebben hem nooit meer gezien. Vandaag was echter andere koek. Recht voor onze veranda staat een boom, aan die boom zitten takken, en op een van die takken zat vandaag een enorm lange groene slang.

De groene boomslang die onze banda kwam bezoeken

De groene boomslang die onze banda kwam bezoeken

Een van de bewakers op het dak van onze banda om hem te zoeken

Een van de bewakers op het dak van onze banda om hem te zoeken

Dorien heeft hem eerst eens een tijdje aangekeken omdat ze niet zeker wist of het echt een slang was of toch een tak. Maar toen-ie bewoog was de conclusie wel duidelijk. Ondertussen merkten de bewakers dat er iets bijzonders was. Dorien vertelde dat er een slang bij onze banda was. Al snel waren ze met drie man present. En ja hoor, hij zat er nog steeds. Een lange groene boomslang van zo’n 1,5 meter zat om een tak heengeslingerd. Hij was giftig, zo vertelden ze. Een van de bewakers pakte een stuk rots en smeet hem tegen de slang. Het leek erop dat hij op het dak gevlucht was, dus direct klom een andere bewaker met een stevige stok op onze banda, maar de slang was op geen daken meer te bekennen. Verdwenen. Weg. We weten nog steeds niet waar hij is, maar hopelijk inmiddels een eind bij onze banda vandaan.

En zo beginnen stukje bij beetje te wennen aan het leven in Tanzania. Het is mooi, het is een voorrecht, en wij zijn God dankbaar dat Hij ons met zoveel energie, gezondheid en positieve ervaringen zegent!

Geef een reactie

Post Navigation