De twee Kabwa-bijbelvertalers hebben hard gewerkt aan de vertaling van de laatste hoofdstukken van het boek Lukas. Na het publiceren van het Kerst-Evangelie zijn we verder gegaan met het Paas-Evangelie, Lukas 22-24. De vertalers doen het leeuwendeel van het werk, maar het is een van mijn taken om te controleren of de vertaling correct is en de boodschap zo nauwkeurig mogelijk weergeeft. In een paar dagen hebben we vers-voor-vers door de drie hoofdstukken heen gewerkt en de nodige wijzigingen aangebracht. Van tevoren wisten we aan welke vereisten onze vertaling zou moeten voldoen: correct, begrijpelijk, natuurlijk taalgebruik en acceptabel voor de kerken. We hebben geprobeerd een vertaling te maken die de oorspronkelijke boodschap zo zuiver mogelijk weergeeft, te begrijpen is voor zoveel mogelijk mensen (ook zij die nog niet met het lezen van de Bijbel vertrouwd zijn), waarin taal wordt gebruikt die mensen herkennen als hun taal, en een vertaling die gebruikt kan worden voor bijbelstudies binnen en buiten de kerk(diensten). Een hele uitdaging! Soms is het saai en doorbijten, soms is het een opwindende zoektocht waarin we elkaar blij aankijken omdat we de juiste woorden bij elkaar hebben gevonden.
Ruim een week geleden ben ik met de twee Kabwa-vertalers naar een van de dorpen gegaan om te contoleren of onze vertaling van het Paas-Evangelie begrijpelijk is. Wat is immers het nut van ons vertaalwerk als maar weinig mensen het kunnen begrijpen?! We hebben een aantal gezinnen bezocht die ons wilden helpen. De buren werden vaak uitgenodigd en we gingen in een groepje bij elkaar zitten. We stelden ons voor, legden het doel van ons bezoek uit, en één van de vertalers begon de eerste paragraaf uit Lukas 22 voor te lezen, in de moedertaal van deze mensen. Hierna stelde hij de vraag: ‘wat denken jullie, wat is het belangrijkste onderwerp in dit stukje?’ Als de meesten een correct antwoord gaven, was voor ons duidelijk dat de hoofdlijn van het verhaal helder was. Daarna gebruikten we ons papier met vragen over specifieke zinnen of woorden. Tijdens onze gezamenlijke vertaalcontrole hadden we een keuze gemaakt waar we zelf tevreden over waren, maar nu wilden we graag weten of mensen echt begrepen waar het over ging.
Het ging erg goed. Zowel de oudere mannen als vrouwen als de jonge mensen leken de betekenis van ieder stukje goed te begrijpen. Daar waren we erg blij om! De hele dag gingen we door om mensen thuis te bezoeken en onze vragen te stellen. Aan het einde van de dag hadden we in Lukas 22 en 23 ongeveer 10 problemen vastgesteld die verbetering nodig hebben (we hadden bijv. een paar woorden gebruikt die mensen niet meer kennen, alleen de alleroudste christenen, en soms trokken details teveel aandacht waardoor de hoofdlijn van het verhaal onduidelijk geworden was). Niet slecht voor bijna 120 bijbelverzen! We waren erg blij om de reacties van mensen te horen op onze vertaling. Sommige mensen waren verbaasd dat de Bijbel dus niet per se moeilijk hoeft te zijn. En soms merkten we dat iemand voor het eerst een bepaald gedeelte begreep….
We lazen over Jezus’ laatste paasmaaltijd voordat Hij zou gaan sterven. Jezus zegt dan dat degene die de grootste wil zijn, als de kleinste moet dienen. Jezus zegt dit tegen de aanstaande leiders van de kerk. Hun leiderschap zou gekenmerkt moeten worden door te dienen, het minste werk willen doen, in navolging van Jezus zelf. Een van de mannen, een leider van een kerk, bleef even stil, en aarzelde. Uiteindelijk zei hij met een bewogen stem: ‘Maar als dit echt waar is, dan moeten we echt iets veranderen in onze kerk.’ Dit waren geen woorden van een ontevreden criticus in de kerk, dit waren woorden van iemand bij wie de betekenis van Jezus’ woorden doordrong. Iemand die begreep dat deze woorden niet slechts aan Jezus’ eigen discipelen waren gericht, maar ook aan de Kabwa anno 2010. Als onze vertaling er toe bijdraagt dat mensen zich zó aangesproken voelen door Jezus’ woorden, dan is het de inspanning meer dan waard. We willen het Evangelie graag zo dicht mogelijk bij de mensen brengen, in een taal die ze kennen en zich persoonlijk door aangesproken weten.
Met twee tasjes vol verse sinaasappels als dank gingen we naar huis, blij om te zien hoe ons werk werkelijk bijdraagt aan een beter begrijpen van de Bijbel.