Een maand of twee geleden kregen we opeens een idee. Vlak bij ons huis ligt een stuk land dat eigenlijk niet goed gebruikt werd. De grond hoort bij ons huis, maar we hadden er de eerste jaren niet zoveel tijd voor om er iets mee te doen en kochten groente en fruit gewoon op de lokale markt. Zo nu en dan verbouwde iemand uit de wijk wel eens wat mais op ons land, maar dat was het dan wel. Jammer, want het is vruchtbare grond.
Samen met onze tuinman heb ik toen een plan gemaakt om de grond klaar te maken en van alles en nog wat te gaan planten. We spraken af dat de opbrengst niet alleen voor zijn en ons gezin zou zijn, maar ook voor de anderen die bij ons werken. Wat over is, mag hij dan verkopen en de opbrengst houden.
We zijn nu ruim twee maanden verder, en ik moet zeggen dat we er enthousiast over zijn! Jonas, onze tuinman is hard aan de slag elke week, en zorgt ervoor dat alle groente de beste behandeling krijgt en voldoende water. Momenteel groeien er tomaten, Chinese kool, paksoi, witte kool, wortels, spinazie, sla, pompoenen, en bananen.
Als de kool of de spinazie bijna klaar is om te oogsten, komen er dagelijks mensen langs om een paar vierkante meter te mogen plukken. Daar betalen ze Jonas dan voor, en verkopen het zelf op de markt of langs de weg. Momenteel eten niet alleen wij verse groente, maar ook onze buren en onze vrienden die ons in en rond het huis helpen. En Jonas’ gezin krijgt nu maandelijks een mooi extraatje door de opbrengst van de oogst.
Natuurlijk zouden we Jonas een maandelijks extraatje kunnen geven in plaats van al dat gezwoeg op het land. Maar dat zou niet tot hetzelfde resultaat leiden, ben ik bang. Het is veel eervoller als je maandelijks rond kunt komen doordat je er hard voor hebt gewerkt, dan wanneer je iedere maand weer afhankelijk bent van een gift waar je niets voor hebt hoeven te doen. Jonas is een bemoedigend voorbeeld van iemand die niet om meer geld vraagt, maar initiatief neemt en hard werkt voor zijn brood (al lust ie geen brood). Als wijzelf ooit uit Musoma vertrekken, heeft hij voldoende ervaring opgedaan om dit zelfstandig door te zetten en voor zijn gezin te blijven zorgen.
Het is iets waar we als gezin regelmatig over na moeten denken: Hoe kunnen we deze mensen – die nu voor ons werken – helpen om structureel uit armoede te komen? We proberen iedereen heel praktisch te helpen voor nu en later. Dat doen we bijvoorbeeld door te helpen met het afbouwen van een huisje, door maandelijks wat salaris opzij te leggen voor als wij vertrekken en ze nieuw werk moeten zoeken, of door het bijdragen aan een naaicursus, of met een klein moestuinprojectje. Het is voor veel mensen een lang en langzaam proces om uit armoede te komen, maar we willen graag hulp bieden voor de lange termijn. En dan moeten we nu al nadenken over de tijd wanneer wij hen zelf niet meer financieel en praktisch zullen kunnen steunen.