Het is toch weer even wennen om in Tanzania te zijn. De routine is er nog niet, en dat maakt dat we nog wel eens om onzelf moeten lachen deze dagen.

Wat is er nu meer routine dan tanden poetsen? Toch moest ik me vanmorgen vier keer vermanen om geen water uit de kraan te gebruiken. Na een paar maanden verlof is het zo gewoon: tandenborstel pakken, water erop (hoeft niet, doe ik toch), pasta erop, nog eens water erop (snap ook niet waarom ik dat trouwens doe), poetsen, spugen, mond spoelen met water, tandenborstel spoelen met water, en dan nog een naspuugje (gekke gewoonte trouwens).  Zowel tegen de kinderen als tegen onszelf preken we deze eerste dagen met veel overtuiging: GEEN WATER UIT DE KRAAN!!! Het zal wel een paar dagen duren voordat ook ik weer automatisch naar de fles met gefilterd water zal grijpen.

Bij de kinderen is het Swahili ver weg gezakt. Wij kunnen ons nog prima redden, maar het is wat minder vloeiend nog dan vóór ons verlof. Juist op momenten dat je spontaan reageert kan dat wel eens komisch uitpakken. Toen ik gisteren gegroet werd door iemand (met een volstrekt normale groet die ik van tevoren had kunnen zien aankomen), probeerden mijn hersens even om te schakelen naar het Swahili, maar dan ging niet helemaal goed blijkbaar. Er kwam een soort grommend gebrabbel uit m’n mond wat meer leek op het geluid van iemand die ’s morgens vroeg met een mond vol ‘goeiemorgen’ probeert te zeggen. Het klonk nergens naar. Geen idee wat de beste man gedacht heeft,  want dat wat het enige wat hij van mij gehoord heeft. Vanmiddag liep ik weg bij een bank waar ik een verkommerd restantje van onze Tanzaniaanse bankrekening opgenomen had (volgende week zijn we weer miljonair trouwens, in shillings!). Het was rond half 3 op de middag. Ik zag aankomen dat ik bij het oversteken mijn pad zou kruisen met iemand anders. Toen we elkaar bijna passeerden, riep deze vriendelijk mevrouw ‘Good morning!’ Opnieuw kortsluitinkje in m’n hoofd. Ik wist van goedigheid niets terug te zeggen. Wie verwacht er nu ook dat in Musoma iemand je midden op de dag in het Engels ‘Goede morgen’ wenst?!

Ook het auto-rijden in Tanzania is weer even wennen. Niet alleen dat we links rijden en het stuur aan de andere kant zit, maar ook weer hoe de ‘verkeersregels’ op straat werken. Iedereen heeft het recht om kuilen te ontwijken, en dat geeft een heel boeiend rijspel van goed naar elkaar kijken en aanvoelen wat de ander gaat doen. En hoe vaak ik al niet de ruitenwissers heb aangezet als ik richting aan wilde geven…

De hond die we bij ons vertrek uit Tanzania lief kwispelend achterlieten, ligt nu doodstil onder een bult zand op ons gazon (voor zover je daar ooit van kunt spreken in Tanzania). Gekke plek trouwens. Had het meer als een grasveld in gedachten, niet als een grafveld. We missen Trix. Een paar weken geleden heeft iemand ons een puppie gegeven. Een machtig lief beest, hoewel hij in niets op een waakhond lijkt (en dat moet toch eens z’n hobby gaan worden). De kinderen zijn nog erg bang voor, en Snuffie (want zo heet hij, dankzij al die boekjes van Nijntje in onze kast), niet minder voor de kinderen. Vanmiddag, toen de buurkinderen in grote getale bij ons kwamen spelen, was Snuffie verdwenen. Nergens te vinden, ook niet na 3x grondig de tuin doorzoeken. Hij is nog klein, nog maar zeven weken of zo, dus we waren haast bang dat hij uit angst afscheid van ons had genomen en met de staart tussen de benen ervandoor gegaan was. Maar zo waar, net toen we hem bijna opgegeven hadden, zagen we een natte neus in een donker hoekje dat volgepoot staat met varens. Een prima verstopplekje voor een waakhond! Maar goed, iedere bewaker is ook ooit baby geweest. Het komt best een keer goed. (ps. gelieve deze informatie over onze waakhond aan niemand in Musoma door te sturen).

Even na vijfen hebben we ‘de oude Simeon’ op bezoek gehad! Op de poort werd luid ‘hodi, hodi!’ geklopt door één van mijn vertalers, de grijze dominee Waynse. Hij kon niet wachten tot wij weer naar het vertaalcentrum zouden komen. Na een stevige omhelzing beende hij met grote stappen voor mij uit om Aron te bekijken. Dorien kwam net de gang in met Aron op haar arm. Hij werd even vriendelijk bejegend door onze sympatieke vriend, waarna hij zijn armen ten hemel spreidde (voor zover mogelijk in een gang van 1 meter breed) en een krachtig gebed uitsprak naar God om Aron te beschermen hier in Tanzania. Na het amen vertrok hij met dezelfde vaart weer naar buiten, omdat er op hem gewacht werd (ik ken geen Tanzaniaan die meer op de tijd let dan deze man). Kortom: een ware ‘Simeon-ontmoeting’.

Wij zijn weer thuis in Musoma! We hebben een geweldige reis achter de rug waarin alles wat goed kon gaan goed ging. De kinderen hebben het prima volgehouden, Aron heeft vrijwel niets van de reis meegekregen (zit nu met open mond naar zijn nieuwe bedje te kijken), de douane was buitengewoon behulpzaam en flexibel, onze radiateur hebben we zonder enige kosten kunnen importeren, en we konden bijna de helft van het bedrag voor onze te zware koffers eraf praten. Vrienden hebben ons van het vliegveld in Musoma opgehaald, en alle koffers zijn keurig aangekomen. Ons huis zag er prima en lekker schoon uit. We gaan vandaag geen koffers meer uitpakken, dat komt morgen wel weer. Eerst maar wat slaap inhalen. De eerstkomende dagen koken collega’s maaltijden voor ons; dus we kunnen weer rustig instromen in het normale leven. Toch wel weer wennen hoor, om weer in Tanzania te zijn…

Bedankt voor jullie gebedssteun! Dit was een bijzonder voorspoedige reis. Iets om voor te danken!

Het bijbelboek Lukas is vertaald en gedrukt in het Ikoma! Het Ikoma is een van de talen van het Mara Cluster Project waar wij in meewerken. Zo’n 2,5 jaar geleden begonnen de twee Ikoma vertalers met de eerste hoofdstukken van Lukas. Nu hebben de 36.000 sprekers van het Ikoma het eerste bijbelboek in hun moedertaal!

Afgelopen maandag was de officiële presentatie, die gepaard ging met veel toespraken, zang, lekker eten. Nieuwsgierig naar hoe dit feest gevierd is? Neem een kijkje !

Voor meer informatie over de Ikoma mensen, kijk ook eens op het weblog van twee van onze collega’s (Engels).

Nog anderhalve week voor we terug gaan naar Tanzania! We zien er weer naar uit om ons leven daar weer op te pakken. Het werk roept weer.

Ik volg natuurlijk dagelijks wat er in Tanzania allemaal gebeurt. Zeker in de Kabwa-stam. Afgelopen woensdag is er een vergadering in één van de Kabwa-dorpen geweest over een heel belangrijke vraag: Hoe bereiden we de Kabwa mensen voor om het Lukas-Evangelie straks te gaan lezen en gebruiken? Ik hoorde dat het een heel goede vergadering was waar concrete plannen uitgekomen zijn. Bedacht door leiders uit de dorpen zelf. Ik ben benieuwd! Over twee weken is er een nieuwe vergadering – waar ik ook zelf bij hoop te zijn – over hoe en op welke dag we de publicatie van het eerste bijbelboek in de Kabwa-taal gaan vieren. We hebben de doos met Lukas-Evangelieën inmiddels binnen. Ze zien er mooi en stevig uit. Het is fijn dat de Kabwa leiders zien dat een publicatie van een bijbelboek hand-in-hand moet gaan met het trainen van mensen. Bid dat deze eerste publicatie van een compleet Evangelie in de Kabwa taal met open armen ontvangen wordt, en God zijn werk zal doen.

Pas vatte ik ergens mijn werk samen met de woorden: “We laten God Kabwa spreken.” Ik realiseer me steeds dieper wat voor geweldigs hier gebeurt. Voor de allereerste keer kan God zelf de Kabwa-mensen regelrecht aanspreken in hun taal. God is aan het woord…

We hebben erg genoten van Aron deze week. Hij is een heerlijk rustig mannetje, slaapt veel (zelfs ’s nachts!), en kan je zo lekker helder aankijken alsof hij je al helemaal kent. God heeft ons echt bijzonder gezegend met hem.

Iedereen die een een kaart of e-mail gestuurd heeft: heel hartelijk bedankt! Anderen hopen we volgende week zaterdag op het kraamfeest nog te spreken.

Inmiddels kijken wij weer een beetje vooruit. Nog zo’n vier weken, en dan gaan we weer naar Tanzania. We hebben er wel zin in, zeker nu alles zo goed gaat hier, en Dorien zich zo sterk voelt. We moeten weer gaan inpakken, laatste aankopen doen, onze laatste nieuwsbrief versturen, en ons werk op afstand gaan afronden. Het is een goed verlof geweest, en daar zijn we God dankbaar voor.

 

Het is zover: we hebben een zoon! Aron is vanmorgen om kwart voor 5 geboren. Het was hard werk voor Dorien, want Aron weegt wel 9 pond. Gelukkig gaat alles goed. Wat een geweldig geschenk van God onze Vader!

Klik hier voor het geboortekaartje.

Heerlijk, die gezichten…

In onze gebedsbrief van deze maand vroegen we speciaal gebed voor de gezinnen van onze Tanzaniaanse Bijbelvertalers. Ik zal kort drie voorvallen uit de afgelopen twee weken vertellen, dan weet u waarom we hier nu speciaal aandacht voor vragen.

Gestorven
Ik had één van de Simbiti-vertalers, dominee Robert Mago, naar een cursus voor bijbelvertalers gestuurd, ergens in het midden van Tanzania. Terwijl hij daar was kreeg hij bericht dat zijn moeder in het ziekenhuis gestorven was. Of hij wilde komen om haar lichaam op te halen en te begrafen. Nu gaat dat in Tanzania erg snel. Vaak wordt iemand dezelfde dag nog begraven, of anders de dag erop. Toen ze bij het ziekenhuis aankwamen om de gestorven moeder op te halen, bleek tot hun schrik (en/of verrassing) dat ze weer leefde! We weten niet wie haar heeft ‘doodverklaard’, maar of hij had het gewoon mis, of er is een wonder gebeurd! U begrijpt dat er van studeren niet veel komt als een vertaler zulke berichten krijgt.

Bezeten
Een week later werd een andere vertaler gebeld door de rector van de school waar zijn dochter heengaat. Ze zou zó ziek zijn dat ze niet zelf naar huis kon komen. Hij werd gevraagd of ze niet zo snel mogelijk opgehaald kon worden. De vertaler vroeg een collega van ons om haar met de auto op te halen (nu kwam dat goed uit, want haar laptop had het die morgen net begeven). Toen ze bij de school aankwamen, werden ze naar het kantoortje van de rector gebracht. De ouders van een ander kind waren ook gevraagd te komen. De rector legde hen uit dat er op zijn school de laatste tijd een bezetenheid rondtrekt, waarbij demonen overgingen van het ene op het andere meisje (dit gebeurde vooral als de meisjes hun kleren met elkaar deelden). Het zou begonnen zijn met een door een boze geest bezeten moeder die haar dochter bepaalde attributen gegeven had. De rector zei dat op dit moment de dochters van de aanwezige ouders bezeten waren. Hij legde hen uit hoe de meisjes de dag ervoor spiernaakt de klas waren binnengelopen, en dat de ouders hen mee naar huis moesten nemen om voor hen te laten bidden. De meisjes zouden weer welkom zijn als ze vrij van demonen zouden zijn. De twee meisjes werden binnengebracht. De ene totaal uit haar doen, de andere doodstil, alsof ze niet helemaal bij haar volle verstand was. Op weg naar huis vroeg mijn collega aan de vertaler of hij haar nog steeds naar het ziekenhuis wilde brengen, zoals ze van plan waren geweest. Ze waren er niet zeker van en vroegen haar om haar advies. Nu was er precies op dat moment een gebedsteam op visite bij ons project in Musoma! Toen ze aankwamen, werd er net gebeden voor de familie van dit gezin. Er werd voor het bezeten meisje gebeden, en direct werd het ze weer normaal en zichzelf. Haar ogen werden weer rustig en ze oogde ontspannen. Hierop besloten haar ouders om haar mee naar huis te nemen en niet meer naar de school terug te sturen.

Ziek
Een van de Kabwa-vertalers heeft een geestelijk gehandicapte dochter thuis. Ze is zo’n 4 jaar oud. Ze kan niet lopen of praten, maar leek verder gewoon een gezond kind. Tot een paar maanden geleden. Haar conditie ging hard achteruit, begon slechter te eten, en wilde alleen nog maar liggen. Verschillende bezoeken aan dokters en klinieken brachten geen verbetering. Twee weken geleden stopte ze helemaal met eten, en het zag er heel erg zorgwekkend uit. We hebben als team regelmatig voor haar gebeden. Op een morgen is een groepje mensen naar zijn huis in een van de dorpen gegaan om speciaal voor Gods genezing van dit kind te bidden. En God heeft dit gebed verhoord! Direct begon ze op te knappen, en weer te eten. De ouders zijn hoopvol dat ze blijft leven en weer sterk kan worden.

Zomaar drie verhalen over wat er in de gezinnen van onze vertalers kan gebeuren. Er is een geestelijke strijd gaande, ook daar. Maar God doet wonderen als zijn kinderen Hem er om vragen, en als het tijd is dat Hij zijn macht publiek aan de mensen laat zien. Er worden overwinningen behaald, ten koste van het duistere rijk van de duivel. Waar hij terreinverlies moet incasseren, wordt de strijd heviger. Daarom hebben juist onze vertalers, die voor het eerst Gods woorden vertolken in hun eigen taal, onze gebedssteun zo hard nodig.

Het is voor het eerst dat een Afrikaans land zit blootstelt aan een grootschalig onderzoek naar geestelijk, lichamelijk en seksueel misbruik onder kinderen. Al jarenlang worden er nauwkeurige onderzoeken worden gedaan naar tropische ziektes en ondervoeding, maar dat dit soort onderzoek in Tanzania toegestaan is, is uniek. De uitkomsten zijn schokkend. Ongeveer 1 op de 3 meisjes is al voor haar 18e verjaardag slachtoffer geweest van seksueel geweld. Onder jongens ligt het percentage wat lager (13%). Deze cijfers zijn weinig bemoedigend, zeker als je bedenkt dat 50% van de de 44 miljoen inwoners van Tanzania onder de 18 jaar is. Het meeste misbruik vindt plaats als de kinderen tussen de 14 en 18 jaar oud zijn.

In het onderzoek werd ook gevraagd naar huiselijk geweld. Ongeveer 60% van de meisjes en 52% van de jongens denkt dat het acceptabel is als een man – onder bepaalde omstandigheden – zijn vrouw slaat. Bijvoorbeeld wanneer ze weigert om sex te hebben met haar man, of wanneer ze het eten laat aanbranden, uitgaat zonder haar man hiervan op de hoogte te stellen, of als ze de kinderen verwaarloost.

In een interview vertelt een Tanzaniaans meisje hoe zij bijna door een groep dronken mannen werd misbruikt. Veel kinderen moeten kilometers lopen naar school. Onderweg is er niemand die hen kan helpen als er wat gebeurt. Het dichtst bijzijnde politiebureau is vaak vele kilometers verderop. Als er al hulp komt, is het kwaad al geschied. Sommige scholen kiezen ervoor om veilige slaapvertrekken te bouwen voor de meisjes, zodat ze niet dagelijks hoeven te reizen naar hun vaak onveilige gehuurde kamers.

De Tanzaniaanse overheid zegt vastbesloten te zijn een einde te maken aan het kindermisbruik. Maar hoe ze dan willen gaan doen… dat valt te bezien.

Regelmatig krijg ik de vraag: “En, heb je nog een beetje contact met de mensen dáár?” Ik vermoed dan altijd maar dat ze de bijbelvertalers in Tanzania bedoelen. En ja, daar heb ik inderdaad veel contact mee. Sinds een aantal weken werk ik intensief mee met de vertalers en controleer nieuw-vertaalde hoofdstukken. En het gaat echt goed! Het was natuurlijk afwachten hoe het zou lopen, maar ik ben echt enthousiast hoeveel werk we zo kunnen doen. Dat dit werken-op-afstand zo’n geslaagde ervaring is geworden, is – denk ik – vooral aan twee dingen te danken. Enerzijds dat ik vertrouwd ben met de Tanzaniaanse vertalers en effectief met hen kan communiceren. Anderzijds dat we een geweldig softwareprogramma hebben om vertaalwerk te doen (Paratext 7).

Dit programma is helemaal ontworpen voor bijbelvertalers en geschikt gemaakt voor werken op afstand. Ik kan iedere dag zien hoeveel vorderingen een vertaalteam heeft gemaakt. Ook kan ik precies zien welke vertaler aan welke hoofdstukken gewerkt heeft en welke wijzigingen in de vertaling heeft doorgevoerd. Mocht ik zien dat een vertaler consequent dezelfde vertaalproblemen over het hoofd ziet, dan kan ik hem daar heel gericht bij begeleiden. Alles wordt nauwkeurig bijgehouden en automatisch worden veilige back-ups gemaakt. Als ik een nieuw-vertaald hoofdstuk controleer, kan ik bij iedere willekeurige zin een aantekening schrijven. Bij mijn vertalers verschijnt een noot als een rood vlaggetje in hun vertaling. De vertaler leest dan mijn opmerking of vraag, en verbetert de vertaling of beantwoordt mijn vraag. Is hij klaar, dan verandert het rode vlaggetje in een grijze op mijn scherm. Voor mij een teken dat de vertaler iets met mijn opmerking heeft gedaan, en dat ik kan kijken of de vertaling goed genoeg is. Is dat het geval, dan keur ik de vertaling van dat vers goed en verdwijnt het vlaggetje. Dit doen we zo iedere dag en in verschillende rondes. Net zolang tot de vertaling aan alle kwaliteitseisen voldoet. Je kunt je haast niet meer voorstellen dat bijbelvertaalwerk ooit zonder computers werden gedaan…..

Onze vertalers kunnen inmiddels sneller vertalen dan de adviseurs kunnen controleren. Toch is de eindcontrole belangrijk en ook voor het team een mijlpaal. Met de Kabwa vertalers heb ik tijdens ons verlof de vertaling gecontroleerd van de boeken Jona en Ruth, en een aantal hoofdstukken van het boek Handelingen. Ook met het Simbiti-team heb ik een aantal hoofdstukken uit Handelingen gecontroleerd, en ik was erg tevreden over de kwaliteit van hun werk. Voor de komende weken probeer ik zoveel mogelijk hoofdstukken uit Handelingen te controleren met de Kabwa- en Simbiti-vertalers. Hun talen zijn verwant, dus twee vliegen in anderhalve klap!