Onze tijd in Musoma zit erop. Na 12 jaar wonen en werken in Musoma is het moment gekomen om het los te laten en afscheid te nemen.

Iedere foto bewaart voor ons kostbare herinneringen.

We zijn al jarenlang goede vrienden met onze buren, en hun kinderen en de onze zijn samen opgegroeid. Het was goed om herinneringen met ze op te halen en afscheid te nemen.
Wat we niet helemaal verwacht hadden was dat onze vertaalkantoren opeens grotendeels weer dicht gingen. Nadat een van onze vertalers in een zuster-project plotseling stierf, werd iedereen weer sterk geadviseerd om vanuit huis te werken. Dat betekende dat ik mijn kantoortje mocht gaan leegmaken en vervroegd afscheid nemen van m’n geliefde werkplek. Ik ben dankbaar voor de vele uren dat ik met Tanzaniaanse vertalers in deze ruimte de Bijbel mocht vertalen in de talen van Tanzania.
Ook moesten we afscheid nemen van onze Nederlandse vrienden en collega’s, Michiel en Hanneke Louter. We gaan ze enorm missen, maar we zijn dankbaar dat we jarenlang samen mochten wonen en werken. Ze werden naar het vliegveld gebracht met een Toyota Corona!
Ook vanuit de Kabwa dorpen kwamen verschillende mensen afscheid nemen. Dit is een dochter van een bevriende predikant. De kinderen kennen elkaar al jaren.
Vorige week donderdag hebben we nog een afscheidsetentje georganiseerd voor onze werkers en een paar collega’s en vrienden. Het was fijn om te horen hoe God onze relaties gezegend heeft en ons leven iets van de liefde van God heeft doorgegeven. We zijn dankbaar voor zoveel fijne mensen in ons leven. Het afscheid valt ons zwaar.
Een onverwachte verrassing was dat er in de afgelopen weken nog konijntjes (en kuikens) geboren zijn. Dat gaf de kinderen toch een beetje troost bij al het afscheid nemen. Mama Sofia, onze huishelper, heeft zich over de meeste kippen en konijnen ontfermd.
We hebben nogal wat huisdieren om een plekje voor te zoeken. Afgelopen zaterdag was onze ‘kinderboerderijverhuisdag.’ Eerst was het de beurt aan onze poes Pixie, die bij een collega vertaler gaat wonen. De kinderen gaan haar erg missen.
Pixie houdt van avontuur, en bleef tot het eind haar kunsten tonen. Gelukkig was er geen verkeerspolitie om ons aan te houden.
Ook van onze twee honden moesten we afscheid nemen. Ze hebben een fijn thuis gevonden, maar we zullen ze missen.
Mama Sofia verraste ons met een heerlijke lunch, want honger hadden we zeker. We zijn de afgelopen weken heel wat kilo’s lichter geworden door alle drukte! Het zijn momenten als deze waarop we Gods liefde proeven via de mensen om ons heen.
Onze auto is inmiddels berucht om wat er allemaal in vervoerd is. Ook onze geiten vonden het allemaal bijzonder spannend en interessant.
Misschien wel onze grootste huisvriend, Laila. We hopen dat we haar de volgende keer dat we met de auto naar Musoma komen, kunnen meenemen naar Rwanda.
Eerder deze week hebben we ons hele huis leeggemaakt. De meeste spullen hebben we kunnen verkopen of een vriend mee blij kunnen maken.
Onze bedden, matrassen, ergonomische bureaustoel, en andere waardevolle of persoonlijke spullen die in Rwanda moeilijker te vinden zijn, zullen later naar Kigali gebracht worden.
We hebben ons kostelijk vermaakt om te zien hoe alles op brommertjes vervoerd wordt, zelfs de grootste eettafels.
Wat er ook vervoerd moet worden, het past altijd en gaat vaak nog allemaal goed ook.
Op maandag hebben we het huis helemaal leeggemaakt. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat werden de tafels, stoelen, kasten, bureautjes, koelkast, diepvries en wat dan ook opgehaald.
Aan het eind van de dag waren we volledig uitgeteld!

Afscheid nemen van spullen is zoveel makkelijker dan van mensen. We weten niet wat de toekomst zal brengen en hoe vaak we nog terug zullen komen in Musoma. God weet de toekomst en we hebben er vrede mee dat wij het te zijner tijd wel zullen ontdekken.

Dank voor jullie gebed voor deze drukke en pittige periode van afscheid nemen, en bid mee voor de reis naar Rwanda. We vertrekken zaterdag 6 maart en hopen, als alles goed gaat, op woensdag 10 maart aan te komen in Kigali, Rwanda.

[meer informatie volgt in onze nieuwsbrief die we later deze week versturen]

Het duurde niet lang. Toen het nieuws bekend werd dat wij zouden gaan verhuizen, stroomden de vragen binnen. Heb je de oven nog? Kan ik je brommertje kopen? Wat kost een bed met matras? Heb je nog schoenen die je wegdoet? Kan ik planten uit jullie tuin krijgen? Heb je koffers te koop? Kan ik de geiten krijgen? Wat kost een waterfilter? En een klamboe?

We hadden al snel door dat we een lijstje moesten gaan maken, want de Tanzaniaanse versie van Marktplaats zou ons boven het hoofd groeien. Dorien en ik liepen het hele huis een paar keer door om te besluiten wat we weg zouden doen en wat we zouden willen proberen naar Rwanda te verschepen. Hoe langer we rondliepen, hoe korter ons lijstje werd van spullen die we wilden houden. We kregen beiden het gevoel: het is tijd voor een nieuwe start.

Januari is de maand waarin normaal gesproken niemand geld heeft. Kerst is net achter de rug en het schoolgeld voor het nieuwe jaar moet worden betaald. Het is een maand waarin we altijd veel mensen helpen om de touwtjes aan elkaar te knopen. We hadden dus ook niet echt de verwachting dat we nu al veel zouden kunnen verkopen. Maar dat hadden we mis.

Ons huis veranderde in een week tijd in een marktplaats. De hele dag door kwamen mensen langs om te kijken wat er te koop was. Iedere keer een rondleiding door het hele huis. De meeste mensen kenden we wel, maar sommigen ook niet. Het mond-op-mond-reclame-netwerk werkt hier perfect, en daarom kregen we ook vrienden van buren van vrienden van iemand die we kennen over de vloer. Het was een drukte van belang, en we kregen geen moment rust.

Op sommige dagen vergaten we door de continue stroom bezoekers soms te eten en te drinken (we zijn in een paar weken tijd allebei een paar kilo afgevallen). M’n keel voelde rauw, want over iedere verkoop moest natuurlijk levendig onderhandeld worden. De Tanzaniaanse versie van Marktplaats is een sociaal gebeuren met veel gepraat, geplaag en gelach. Ik vind het, eigenlijk, toch wel leuk.

Bijna niemand die iets koopt neemt het ook gelijk mee. Enerzijds omdat ze nog geld moeten zoeken. En anderzijds omdat wij graag nog even op de bank willen zitten met een kopje hete thee gemaakt met onze geliefde waterkoker. De meeste spullen worden dus gereserveerd en pas in maart opgehaald. Mensen betalen vaak al wel een voorschot. In ieder geval een bedrag dat genoeg is om er zeker van te zijn dat ze krijgen wat ze willen en voor ons om te weten dat iemand serieus is over de aankoop/reservering. Ons lijstje werd dus al snel uitgebreid met een kolommetje ‘betaald’ en ‘opgehaald.’  

We kwamen er ook achter dat we nóg een kolommetje nodig hadden: ‘geïnteresseerd.’ Want het komt regelmatig voor dat iemand iets ‘koopt’ en na een week erachter komt dat het toch niet gaat lukken of een goede beslissing was. Het is dan handig om te weten wie nog meer geïnteresseerd was in die koelkast of luie stoel. En soms is er een misverstandje. De tuinman kocht bijvoorbeeld onze tondeuse, waarna de huishelper dacht dat ie in de doos met ‘gratis-mee-te-nemen spulletjes’ lag en zo aan het eind van de dag bij haar thuis belandde. Maar uiteindelijk komt alles prima in orde.

Inmiddels hebben we bijna 80% van onze spullen verkocht of weggegeven. En dat binnen twee weken! Zelfs ons auto hebben we vrijwel zeker verkocht (het enige echt waardevolle bezit dat we hadden). Het is iets waar we dankbaar voor zijn. Het helpt ons straks weer met de nieuwe start in Rwanda.

Tegelijk komt het afscheid soms wel even binnen. Bijna alles wat we hadden moeten we loslaten. Ja, we hebben elkaar, en we steunen elkaar in deze pittige tijd. We hebben familie en vrienden die ons door dik-en-dun steunen. We hebben een liefdevolle Vader in de hemel die goede plannen voor ons heeft. En toch… het is wel heel veel waar we in korte tijd afscheid van moeten nemen.

Vanmorgen deden we met de kinderen een Bijbelstudie over tevredenheid. Aron’s definitie was simpel en diepgaand: dat je blij bent met wat je hebt. En toen we samen doorpraatten over alle dingen in ons leven waar we blij mee zijn, realiseerden we ons dat we, ondanks alles, toch tevreden kunnen zijn. Met de hulp van boven.

We zijn alweer een week thuis! We kijken dankbaar terug op een ontspannen reis (volledig anders dan het stressvolle vertrek in maart), en ook op een goede eerste week in Musoma.

De reis
De reis van Vuren naar Musoma verliep gesmeerd. Het had eigenlijk niet beter gekund. We worden ’s morgens door Elbert Schrier opgehaald om ons naar Schiphol te brengen. We nemen op het vliegveld nog afscheid van Dorien’s ouders. Op Schiphol is alles natuurlijk heel erg rustig. Het is bijzonder fijn dat we samen met onze vrienden/collega’s Michiel en Hanneke kunnen reizen.

In het vliegtuig gaat bijna alles zoals normaal. KLM laat je niet verhongeren, al wordt je na een tijdje wel zat van het mondkapje dragen. Aron hoeft dat gelukkig niet, en wij hadden bedacht dat als je maar heel langzaam aan je glaasje water sipt of broodje knabbelt, je hem een heel lange tijd niet op kunt hebben. Bij aankomst in Tanzania wordt alleen onze temperatuur gemeten en onze contactgegevens vastgelegd. We kunnen na de vriendelijke immigratie-controle onze koffers van de band vissen. Ze zijn er gelukkig allemaal. De douane-man wuift ons onverschillig door.

Lees verder →

Toen ik onlangs door Wycliffe gevraagd werd om mee te werken aan een filmpje over het bijbelvertaalwerk in Tanzania, kreeg ik gelijk een idee. Ik had, in voorbereiding op ons verlof, een interview gehouden met mijn vriend en collega ds. Albinus Waynse. Hij is een van de meest inspirerende personen in Tanzania die ik ken. Zó toegewijd aan God en zó’n drive om te evangeliseren. En dan ook nog eens ruim 10 jaar met volle toewijding de Bijbel vertalen in je eigen taal. Wat een energieke en bijzondere man!

In dit filmpje laat ik daarom graag ds. Waynse aan het woord. Mensen als hij zijn een inspiratie!

Wat mij telkens weer bijzonder raakt in dit verhaal, is dat al vér voordat Wycliffe erover nadacht om de Bijbel in de Simbiti-taal te vertalen, God al iemand daarvoor voorbereid had. God zelf heeft ds. Waynse zo’n 15 jaar geleden een droom gegeven dat heel veel Simbiti-mensen tot geloof in God zouden komen. In de praktijk merkte Waynse dat de boodschap van het Evangelie in de landstaal zo vaak niet doordrong. Het was niet de taal van hun hart. Waynse wist dat een Bijbel in de eigen taal voor een geestelijke doorbraak zou kunnen zorgen.

En toen kwam Wycliffe langszij en begon ds. Waynse zijn werk als bijbelvertaler. Ruim 10 jaar lang heeft hij zich 200% gegeven om niet alleen te vertalen, maar ook te evangeliseren en nieuwe kerkjes te openen in alle uithoeken van het Simbiti gebied. Wat hij alleen niet had kunnen doen, een Bijbel in de eigen taal, is nu toch gelukt. De Simbiti krijgen later dit jaar het Nieuwe Testament in hun taal. En Waynse’s droom begint uit te komen.

Dat is onze ultieme droom als organisatie: Meewerken waar God al aan het werk is. Samen met lokale christenen en kerken. Zodat de Bijbel levens kan veranderen. 

Het ging snel. Op donderdag horen dat je het land uit moet en vrijdagmiddag al vertrekken. Het ging zo snel dat we amper tijd hadden om goed afscheid te nemen. Nu we in Nederland zijn, en eerst sowieso 14 dagen in quarantaine zitten, proberen we alles rustig een plekje te geven.

Wat er van dag tot dag gebeurde….

Eerste week van maart

We lezen op de NOS app het nieuws over de coronavirus. Eerst in China, later in Italië, en uiteindelijk ook in Nederland. Tanzania voelt als een veilige plek, ver weg van de besmettelijke virus. We leven mee met onze familie en vrienden in Nederland. We horen hoe iedereen steeds bezorgder klinkt. Daar is in Tanzania nog helemaal geen sprake van. Pas als ik hoor over de eerste coronabesmetting in het Veluwse dorp waar mijn oude moeder woont, komt het pas dichtbij. Maar na een telefoontje met een opgewekte moeder, verdwijnt ook dat gevoel weer naar de achtergrond.

Maandag 9 maart

We krijgen een e-mailtje van onze directeur in Tanzania dat we goed onze handen moeten wassen. Hoewel er nog geen coronagevallen bekend zijn, is het niet onmogelijk dat het ook in Tanzania komt (of al is).

Woensdag 11 maart

We krijgen bericht van de Rift Valley Academy in Kenia dat de school vervroegd dicht gaat. Het plan is om binnen een paar dagen alle leerlingen thuis te krijgen. Michaja moet dit weekend al naar huis.

Vrijdag 13 maart

André zit in de auto om Michaja op te halen. Na tien uur komt hij bij de school aan. Michaja heeft al haar spullen (bijna) ingepakt en we vertrekken de volgende morgen vroeg. Michaja is al snel over haar eerste schok heen en ziet al uit naar een paar extra weekjes thuis in Musoma (met haar dieren!). Zodra we thuis zijn, horen we dat Kenia haar eerste coronabesmetting heeft en de grenzen voor niet-Kenianen uit besmette landen sluit.

Maandag 16 maart

De Tanzaniaanse overheid maakt bekend dat de eerste coronabesmetting in Tanzania is vastgesteld. De minister maant iedereen tot kalmte. Maar de zorgen zijn al groot. Zeep is binnen een dag overal uitverkocht en we zien de eerste mondkapjes op straat.

We vieren Elisa’s verjaardag. Zonder cadeautjes dit jaar, want onze bezoekers die haar cadeautjes zouden meebrengen hebben hun reis naar Tanzania moeten afzeggen.

Dinsdag 17 maart

De volgende dag worden alle SIL expat zendingswerkers in Tanzania en Kenia bij elkaar geroepen voor een videovergadering via Zoom. We horen dat de situatie begint te verslechteren en dat er mogelijk al snel reisbeperkingen komen. Ook is duidelijk dat ons medische back-up plan niet meer werkt, omdat de Flying Doctors geen coronapatiënten vervoeren en we de grens bij Kenia niet meer over kunnen. Als we in de komende maanden medische hulp nodig hebben, zullen we het in de buurt moeten vinden. De boodschap van onze organisatie is duidelijk: overweeg goed of jullie in Tanzania willen blijven. Uitstel van vertrek kan betekenen dat je straks niet meer kunt vertrekken.

Iedereen overlegt koortsachtig over wat te doen. Aangezien we toch al op verlof zouden gaan, besluiten we om eerder naar Nederland te gaan. De kinderen horen geschokt aan dat we nog maar een week in Musoma zullen zijn. Ze hadden nog zoveel willen doen! Dorien begint de koffers met kleren in te pakken. We hebben tickets voor volgende week dinsdag, 24 maart. Een week voelt véél te kort om zo snel afscheid te nemen!

Lees verder →

[NOOT: Dit is een wat langere blog waarin ik reflecteer op een ontmoeting die mij als zendeling uitdaagt. Een van mijn professors zei ooit:  “In het Nieuwe Testament werden de theologische discussies voor een groot deel bepaald door missionaire vragen.”  Ik moest aan zijn woorden terug denken na de ontmoeting waar deze blog over gaat. Ik kom regelmatig in situaties terecht die mij als zendeling en theoloog voor mooie en uitdagende vragen stellen, en waar ik niet altijd direct een antwoord op hoef te hebben. Het zoeken naar antwoorden is soms net zo waardevol als het uitkomen bij antwoorden. Leestijd: 5 minuten]

Ze tikte me aan het eind van een begrafenis op m’n schouder. “Hé, ken je me nog?” Ik moest even diep graven in mijn geheugen. Toen herinnerde ik me haar weer. Een jonge vrouw uit een kerkje waar ik regelmatig kwam om te preken. Ze was een alleenstaande vrouw met een moeilijk huwelijk. Ze had een klein kind dat bijna altijd ziek was en gebed nodig had. Zijzelf werd tijdens de diensten nogal eens aangevallen door duistere krachten en ze had veel gebed nodig.

Ze vertelt me nu dat ze verhuisd is en inmiddels nog een kind heeft. Wat ze me daarna vertelt had ik niet helemaal verwacht: Lees verder →

Ik was onlangs een zondag in één van de Kabwa dorpen, Mmazami, en preekte over de geweldige opdracht die Christenen hebben om het geloof door te geven aan anderen. Ik merkte dat de woorden uit Kolossenzen 4 impact hadden. “Bid om een open deur,” zei Paulus. “En als er zich dan een gelegenheid voordoet (en daar zorgt God doorgaans graag voor), benut die om het Evangelie door te geven. En doe dat op een wijze manier, helder en vriendelijk.” Het was een boodschap over gebed, evangelisatie en leefstijl.

Wat me iedere zondag weer opvalt is hoe weinig mannen er in de kerk komen. Dat is in de ruim 10 jaar dat we hier werken helaas nauwelijks verbeterd. De kerk bestaat grotendeels uit vrouwen en kinderen. Tijdens de dienst vroeg ik aan de christenen van Mmazami om eens heel goed na te denken waarom de mannen uit het dorp nog steeds grotendeels onbereikt zijn. Hoe kan dat toch?

In het dorp Mmazami zijn vier kerken, en in onze regio in Tanzania heeft bijna ieder dorp er wel twee, drie of nog meer. Er zijn echter ook dorpen waar nog geen kerk is. Toen ik afgelopen zondag met christenen uit het kerkje van Mmazami meeging op een evangelisatie-reis naar een afgelegen dorpje – Magatini – zagen we tot onze verrassing iets heel bijzonders gebeuren: er kwamen bijna alleen maar mannen op de samenkomst af!

Abeli Ayubu, de dominee van het dorpje in Mmazami, voelt sinds begin dit jaar een roeping om een kerkje te beginnen in het dorp waar nog geen kerkje was. Sinds een maand geleden bezoekt hij iedere week het dorp om mensen bij elkaar te brengen en het Evangelie uit te leggen. Inmiddels zijn er voldoende mensen bij elkaar om ’s zondags onder de boom op het dorpsplein een dienst te houden. Deze zondag ga ik mee.

De weg er naar toe … is er niet. Zodra we de zanderige hoofdweg afslaan, rijden we door een savanne-achtig gebied waar grote kuddes koeien en geiten verbaasd kijken naar onze brommende vierwieler (zie filmpje onderaan).

Zonder de begeleiding van iemand die “de weg” kent, verdwaal je hier in een mum van tijd. Kinderen langs de weg roepen “gari gari!” en “mzungu mzungu!”, want de meesten hebben zelden of nooit een auto of blanke gezien. Om 9 uur komen we aan. Onder een lege boom…

De predikant en zijn vrouw doorkruisen het hele dorp om iedereen uit te nodigen die ze in de afgelopen weken gesproken hebben. Al snel druppelen de eersten binnen, en krijgen ze thee en oliebol als ontbijt. Om kwart over 10 hebben we een groepje van zo’n tien mannen en een vrouw. Tijd voor de eerste kerkdienst in Magatini!

De liederen zijn natuurlijk onbekend. Maar de Afrikaanse stijl van het voorzingen van een zin per keer werkt perfect. Binnen een mum wordt er onder enthousiast geklap gezongen over “Onze God die redt!”

Om de paar minuten komt er weer iemand bij en krijgt een plekje op een van de boomtakken onder het plastic zeil. We zijn al snel “compleet” met ruim 20 mannen, twee vrouwen en zeven kinderen. Ik heb zelden met zoveel enthousiasme gepreekt over Johannes 3:16-17: Jezus kwam als Redder naar onze wereld, niet om ons te veroordelen, maar om ons te redden. Ik gebruik het verhaal van de vrouw in Johannes 8 die op overspel betrapt was en door Jezus niet wordt veroordeeld. Het is een verhaal dat aansluit bij hun leefwereld en in concrete vorm laat zien wie Jezus is en waarvoor Hij kwam. Het is geweldig om te zien hoeveel mensen graag bij Jezus willen gaan horen en gered willen worden. We bidden met ze, om geloof en volharding. De komende weken zullen ze verdiepend onderwijs krijgen en zal ook de doop ter sprake komen als zichtbaar symbool dat ze ze nu, dankzij de genade van Jezus, bij de familie van God horen.

Bid voor de jonge gemeente. En bid dat er ook meer vrouwen de weg naar de gemeente zullen vinden. Het is de allereerste kerk in dit gebied waar mannen ruimschoots in de meerderheid zijn.

Iedere gemeente, ook deze, zal op zoek moeten gaan naar mensen die er nog niet bij horen en tot nu toe onbereikt bleven. En zich moeten afvragen: waarom hebben wij die groep nog niet bereikt?

Bid om een open deur!

1-minuut filmpje van de weg naar de kerk:

Dominee Abeli begint de dienst: “Laat het de anderen maar horen dat we hier zijn!”

Dochter van dominee begeleidt tijd van aanbidding:

Tijdens het vertalen van de Bijbel komen we nogal wat “broers” tegen. In veel talen, waaronder het Nederlands, is het vaak niet relevant om te vermelden of het om iemands oudere of jongere broer gaat. In beide gevallen wordt hetzelfde woord gebruikt. Echter, in veel Afrikaanse talen bestaan er verschillende woorden voor “oudere broer” en “jongere broer.” Leeftijd en senioriteit spelen in veel culturen een grote rol, en dat is zichtbaar in de talen die gesproken worden.

Maar wat nu als je als bijbelvertaler niet weet wie de jongste of de oudste broer is? Ik ben momenteel met de Simbiti bijbelvertalers het Evangelie van Johannes aan het vertalen. In Johannes 1:40-41 staat dat één van Jezus’ discipelen Andreas heet, “de broer van Simon Petrus.” Het is Andreas die “zijn broer” vertelt dat hij de Messias heeft gezien en hem bij Jezus brengt.

Een Engelse of Nederlandse vertaler hoeft zijn hoofd niet te breken over wie er nu de oudste is: Andreas of Petrus. Het zal voor de vertaling zelf niet veel uit maken. Maar een Simbiti vertaler zal graag willen weten wie de oudste is, omdat hij dan een natuurlijke uitdrukking kan gebruiken die in één keer de relatie helder maakt. Dus wie is de oudste?

Het Grieks biedt helaas weinig hulp. Een broer is een broer, en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een jongere of oudere broer. Toch lijkt het waarschijnlijk dat niet Andreas, maar Petrus de oudste was. In het Hebreeuws en Grieks wordt in een opsomming de oudste broer doorgaans het eerst genoemd. In alle bijbelverzen in de andere Evangeliën waarin zowel Andreas als Petrus genoemd worden, staat de naam van Petrus voorop. Alleen Johannes is hier de uitzondering, maar dat zou er simpelweg mee te maken kunnen hebben dat Andreas eerder een discipel werd dan Petrus. Toch zou het ook zomaar kunnen dat Petrus altijd voorop gaat omdat hij later de meest invloedrijke discipel van Jezus werd, meer dan zijn – misschien toch wel oudere – broer.

Dus wat ga ik de Simbiti vertalers adviseren om te doen? Een mooie natuurlijke uitdrukking gebruiken die aangeeft dat Petrus de oudste van de twee is? Dat is wat de vertalers gedaan hebben in hun eerste vertaling. Het klinkt goed in het Simbiti, maar we weten helaas niet zeker of het klopt. En onze vuistregel is altijd: “Bij twijfel niet inhalen.” Mocht Andreas nu toch de oudste blijken te zijn, dan hebben we een Bijbelvertaling gepubliceerd waarin een onjuistheid staat. En dat zou onacceptabel zijn.

Gelukkig hebben de Simbiti naast de woorden voor “oudere broer” en “jongere broer” ook een algemeen woord voor “broer”. Dat zouden ze kunnen gebruiken, al zal de vertaling dan wel een beetje aan helderheid inleveren. Het algemene woord voor “broer” wordt namelijk heel breed gebruikt. Zelfs je buren, vrienden, stamleden of landgenoten worden in het dagelijkse spraakgebruik als “broer” aangeduid. Het zal dus vanuit de context van ieder bijbelvers wel duidelijk moet zijn dat Andreas een biologische broer van Petrus is.

Daar gaan we het volgende week over hebben als we dit probleem samen bespreken. Ik ben benieuwd hoe we uitkomen bij een heldere, natuurlijke en correcte vertaalkeuze.

*  Dit vertaalvoorbeeld is overgenomen uit onze laatste nieuwsbrief van juli 2018