Weer een kleine update vanuit Iringa. Inmiddels zijn we bezig met onze vijfde week van taalstudie. En het gaat goed. In deze post willen we iets vertellen over een dagje les van deze week. En… een vervolg op het ‘slangenverhaal’.

Zoals gezegd, iedere dag om 8 uur beginnen we met de les, die duurt tot 1 uur ’s middags (tussendoor hebben we wel 2 pauze’s). Verspreid over de camping staan verschillende lesbanda’s. Dorien en ik zitten in verschillende groepjes, omdat we op een verschillend niveau zitten. Iedere week hebben we een nieuwe docent, dat is vaak erg goed omdat iedere docent een eigen manier van lesgeven heeft. De ene week leren we soms ontzettend veel nieuwe woorden, een andere week praten we uren lang over allerlei zin en onzin (als we maar Swahili praten, daar gaat het om).

1kikkermichaja

Michaja bij een van haar vondsten. Deze keer een nogal energieke kikker.

Deze week had Dorien voor het eerst les van Ishmael, een docent die moslim is. Dorien schreef hierover: “We hadden tot de koffiepauze gewoon grammatica en gesprekken gedaan, na de koffiepauze hebben we Galaten 2 gelezen in het Swahili en daarover gepraat. Ishmael is al heel wat jaren bezig met zich te verdiepen in het christelijk geloof, hij heeft al heel wat gelezen uit de Bijbel en weet veel. Maar hij had een heleboel moeilijke vragen bij Galaten 2, o.a. over de wet, is de wet nou belangrijk of niet? En wat is het verschil tussen wetten over besnijdenis, of de 10 geboden? Als je door genade gered wordt, mag je dan doen waar je zin in hebt? Zo niet, wat betekent dan de vrijheid die Jezus geeft? We moesten hier in het Swahili dus over discussieren, hij wilde ons aan het praten hebben natuurlijk, maar hij wilde het ook echt begrijpen voor zichzelf. Het was zo moeilijk! Het is al zo moeilijk te begrijpen, en om het dan in het Swahili uit te leggen…. We hebben er de rest van de morgen tot 1 uur over gepraat.” De dag erna moesten Dorien en de andere student – een zendeling uit Finland – een preekje houden over een bijbelgedeelte. Lessen als deze zijn meer dan puur het leren van een taal. We bidden dat God ons zegent, in onze studie, maar ook voor de docenten.

2andre

Psalm 134

Ik heb sinds deze week les samen met Lyndy, onze collega en vriendin die met ons naar Musoma zal gaan om de kinderen les te geven. Inmiddels hebben we een groot gedeelte van de Swahili grammatice besproken, maar we moeten nu vooral oefenen om alles te gaan gebruiken. Dat betekent veel luisteren en praten, verhalen lezen en schrijven, en veel zinnen vertalen. Maandagmorgen na de pauze gingen we wandelen met de docent. En onderweg stelde hij ons allemaal vragen: ‘wat is dat? waar wordt dat voor gebruikt? waarom is de rivier nu vol water? wie woonde vorige week in die banda? welk grasveld is groter?’, enzovoort enzovoort. En we moesten uiteraard met een Swahili-volzin antwoorden. Zulke ‘babbelwalks’ zijn erg leerzaam, omdat je zo gebruikt wat je weet en ontdekt wat je nog niet weet. En een uur vliegt voorbij als ze zo les krijgt. Dinsdag moesten we ruim een uur lang met mensen praten die we tegenkwamen. Gewoon praten over van alles en nog wat, en daarna in de klas navertellen waar we over gepraat hebben (een goed moment om erachter te komen hoe je moest zeggen wat je zo-even niet wist te zeggen). Het is mooi om te zien hoeveel je kunt opschieten in een paar weken. We leren ontzettend veel en we zijn blij dat we ons nu fulltime kunnen concentreren op onze taalstudie. Het is de moeite meer dan waard.

Vorige week een onverwachte student. Hij sprak geen Swahili. Daarom zonder pardon uitgezet.

Vorige week een onverwachte student. Hij sprak geen Swahili. Daarom zonder pardon uitgezet.

Op de dag dat Dorien in haar weblog schreef dat ‘er geen slang meer bij onze banda op bezoek was geweest’, had ik ontmoeting nummer 3. Vorige week had ik les boven op een heuvel (hij wordt Kilimanjaro genoemd, omdat ie zo hoog is). Michaja was bij ons. Toen ze naar de wc moest, liepen we over een smal paadje naar beneden. Vanuit m’n ooghoek zag ik wat naast het pad, keek opzij, en keek recht in de ogen van een zwarte slang, een adder van zo’n 2 meter lang. Ik stond stil, met Michaja op m’n arm, en samen zagen we de slang overeind komen (in zo’n karakterstieke sierlijke slingerboog). Hij bleef ongeveer 5 seconden zo staan. Zachtjes liepen we achteruit, en direct ging de slang weer liggen en gleed snel tussen de rotsen weg. Het ging allemaal te snel om bang te worden, maar achteraf realiseer je je de risico’s. Ze zijn niet te vermijden, maar we zijn nu alerter dan ooit. Temeer omdat de dag erop een andere slang weer bij onze banda op bezoek kwam. Het was weer een groene, zo’n 1-1,5 meter lang, maar veel dunner dan de vorige. Toen Dorien naar boven kwam zag ze hem langs onze veranda glijden. En voor we het wisten was hij al weer via allerlei takken weggegleden, supersnel, ongelooflijk. Een dag later zagen we hem weer aan een tak voor onze banda hangen. Tegenwoordig roepen we de bewakers niet meer, maar hebben we zelf een lange stok. Ik heb hem een fikse mep op z’n kop gegeven, en hij ging er vandoor. We zijn nu 3 dagen ‘slangvrij’. Hopelijk was dit de laatste. Inmiddels hebben we ons wat meer verdiept in wat we moeten doen bij een eventuele slangenbeet. Hierdoor zijn we wel wat gerustgesteld. De slangen die wij tot nu gezien hebben, bieden voldoende tijd om een tegengif toegediend te krijgen (binnen 24 uur). Hoewel we alert blijven, hoeven we ons niet meer zorgen te maken dan nodig is.

We zijn blij dat niemand van ons tot nu toe ziek is geweest. Maar de afgelopen 10 dagen heb ik vrijwel continue hoofdpijn gehad. Het is erg uitputtend en vandaag heb ik voor het eerst de les moeten overslaan. Pas in de avond zakte de pijn wat weg, maar het is erg moeilijk. We willen graag jullie gebed hiervoor vragen.

Geef een reactie

Post Navigation