De eerste week van de cursus zit erop. Vanmorgen hebben de studenten hun eerste examen gemaakt. Het was interessant om een groepje Afrikanen zenuwachtig te zien zijn, en hoe ze met hun spanning omgaan. Maar ze hebben het allemaal goed gedaan (al weten ze dat nog niet).

Vanmiddag zijn we er met z’n allen op uit geweest, naar een soort dierenpark. We propten ons allemaal netjes in een matatu (zo’n wit taxi-busje dat niet vol genoeg zit), en vertrokken naar Nairobi. Ik heb me continue verwonderd over het verkeer in de binnenstad. Ik vroeg me af waarom ze nog stroom gebruiken om de stoplichten hun vrolijke kleuren te laten schijnen. Niemand let erop (althans niet op de rode), en de politie die overal de chaos probeert de dirigeren net zo min. Het grappige is dat het allemaal nog prima werkt ook, zolang iedereen maar aan de chaos mee blijft doen. Wanneer iemand zou besluiten om voor een rood stoplicht te stoppen, zou de chaos pas compleet zijn. Maar dat doet toch niemand…

De dierentuin was in feite een afgeschermd hoekje van het beroemde nationale safari-park. We zagen neushoorns, buffels, een luipaard, een cheetah, struisvogels, nijlpaarden, en nog wat groter grut. Maar het was vooral interessant om te zien hoe de studenten naar de dieren keken. Mijn maasai-vriend Paul vertelde mij interessante verhalen over hoe hij met een aantal mannen een leeuw had gedood die in het dorp was geslopen. En hoe je een olifant kunt wegjagen en waar je hem moet raken om hem te doden. Sommige dieren waren enorm goed verstopt. Je verwacht een luipaard toch ook niet bovenin het topje van een tientallen-meters-hoge boom te zien?! Maar deze mensen hebben zulke scherpe ogen; ze zien alles direct.

Toen we na afloop nog even ergens wat gingen drinken, heb ik vreselijk gelachen. Eerder deze week had ik les gegeven over taalgebonden vaste uitdrukkingen. En ik had als voorbeeld een Hebreeuwse uitdrukking gebruikt: ‘je voeten bedekken’. De betekenis van dit eufemisme is dat iemand zijn behoefte moet doen. Het wordt tweemaal in het Oude Testament gebruikt (voor koning Saul en voor koning Eglon). De vertalers vonden het een prachtige uitdrukking. En binnen een mum hadden we zo’n 15 vergelijkbare uitdrukkingen voor ‘je behoefte doen’ op het bord staan. Iedere taal had er zeker vijf of zes mooie (nette) uitdrukkingen voor. Toen één van de studenten vanmiddag zijn behoefte moest doen, vroeg hij aan de bediende: “Waar kan ik mijn voeten bedekken?” De vrouw keek naar zijn voeten en begon te lachen. Ze had geen idee wat hij bedoelde. Alle studenten lagen slap van het lachen, en de vrouw keek beteuterd om zich heen alsof ze iets heel erg doms had gedaan. Toen ze haar vertelden wat de uitdrukking betekende, kon zij er ook om lachen. Het was een geweldige demonstratie dat je zulke taalgebonden uitdrukkingen nooit letterlijk in een andere taal moet vertalen. Dat gaat bijna nooit goed, nu dus ook niet. Maar leuk was het wel.

Verschillende studenten zijn vastbesloten om de uitdrukking ‘je voeten bedekken’ in hun eigen taal te gaan introduceren. Nou ja, als ze het maar lang genoeg volhouden, dan kan het op een zekere dag een onderdeel van hun taal worden. Misschien dat over 200 jaar een taalkundige zich misschien vol verbazing afvraagt hoe het toch kan dat deze uitdrukking uit het Hebreeuws ook ergens in Kenia voorkomt. Hij zal er wellicht nooit achter komen.

Goed, ik moet nog even wat hazen vangen. 🙂

Geef een reactie

Post Navigation