We hebben zowel onze taalstudie als de homestay erop zitten! Op dit moment zitten we in de bus naar Dar es Salaam en is er ruimschoots de tijd om jullie weer op de hoogte te brengen van wat er in de afgelopen weken is gebeurd (al zorgt de slechte weg en de rappe chauffeur voor de nodige tikfouten). In deze mail een paar indrukken van de week die we met een Tanzaniaanse familie hebben doorgebracht.

Op weg
Om 9 uur ’s morgens stonden we klaar voor vertrek. We zouden worden opgehaald. Uiteindelijk kwam om kwart voor 1 ’s middags onze docent opdagen om ons naar ons gastgezin te brengen. Toen we de stad naderden stond een tweede oponthoud ons te wachten. Sinds vorige maand zijn er iedere week explosies om de weg te verbreden die naar de stad op de berg leidt. Deze zondag ging er iets mis. Twee mensen overleden. Het rijtje auto’s werd een rij, en het lange wachten was begonnen. We wisten niet dat het zo’n 3 uur zou duren, maar we hoorden meer dan eens dat we ‘over 10 minuutjes’ weer konden gaan rijden. De kinderen vermaakten zich naast de weg, met andere kinderen. Dat ging best goed, totdat zowel Michaja als een jochie met hetzelfde dopje wilden spelen. Het opgraven van een ander cola-dopje loste het cross-culturele conflict snel op, en het was toch al tijd om te gaan.

1blog1

Feest
Toen we aankwamen bij ons gastgezin stond het eten (nog steeds) klaar. En het huis was helemaal vol, want er was feest. De zoon des huizes had deze morgen voor de eerste keer communie gevierd, en dat is in de Rooms-Katholieke traditie een groots moment. Er was een koortje uit de kerk en allerlei familie aanwezig. Het was mooi om hierbij te kunnen zijn en te zien hoe vreugdevol gevierd was dat deze jongen van 10 jaar nu ook volop in de kerk mee mag doen. Aan het eind van een serie symbolische handelingen die we niet allemaal volledig begrepen, werden we voor de 3e of 4e keer door iedereen de hand geschud en was het feest, dat ’s morgen om 7 uur begonnen was, afgelopen. Door de vertraging hebben we de halve dag gemist (inclusief de kerkdienst), maar onze homestay is begonnen!

2blog4

Interessant
Het was in meerdere opzichten een interessante week, zelfs de meest slaapverwekkende uurtjes. Want het was wel even wennen aan het tempo waarin en de manier waarop onze gastfamilie de dagen doorbrengt. Daar heeft deze week ons zeker bij geholpen, om een beetje te zien hoe een ‘normale week’ eruit ziet voor een doorsnee gezin in Tanzania. We hebben nogal wat tijd doorgebracht met zitten en praten. Althans, vooral de mannen. De vrouwen waren vriendelijk, maar niet erg spraakzaam, hoe graag Dorien en Lyndy ook hun Swahili wilden gebruiken. Voor hen waren deze paar dagen daarom niet heel erg opwindend, ook al viel er genoeg te leren.

3blog7

Babu!
Voor mij was het iets anders, omdat ik eigenlijk de hele dag kon praten en van alles gedaan heb. De meeste dingen samen met Dorien, Lyndy, en de kinderen, andere dingen alleen met de heer des huizes, bwana Margaritha. Het was ook interessant om te zien hoe de ouders met hun kinderen omgaan, dat is toch anders dan in onze cultuur. De moeder was duidelijk de spil in het gezin en staat het meest dicht bij de kinderen (die veel in de keuken te vinden waren). De kinderen draaiden volop mee in het huishouden, vooral de dochters. De vader concentreerde zich meer op zijn gasten en gaf de kinderen opdrachten wat ze moesten doen. Babu (‘opa’) was vooral dol op Elisa, en dat mocht iedereen weten (vooral als er andere Tanzanianen in de buurt waren ;-)!

4blog3

Spelen
Michaja en Elisa raken er echt ermee vertrouwd om met de kinderen hier te spelen. Toen we in de buurt wat gingen rondwandelen, begon Michaja spontaan met een ander jongetje te spelen. Heri’s knikkers waren interessant en met een mix van Swahili en Engels kwam ze een heel eind. Het spel spreekt natuurlijk ook voor zich…

5blog6

Eten
Het eten was traditioneel Tanzaniaans en prima! Niet alleen dat, het was ook geheel symmetrisch verdeeld over de week. De eerste 3 dagen aten we rijst, bonen, spinazie en een sausje, en de andere dagen idem dito. De lunch en het avondeten waren dan ook eender. Bovendien, het eten werd ‘gratis thuisbezorgd’ (zie foto).

6blog2

Meestal aten we ’s middags om een uur of 2-3, en dan ’s avonds laat nog een maaltijd. Als de kinderen eerder honger hadden, dan kregen ze een bordje uji, een zoete pap. Maar ze hebben beiden goed gegeten deze week, dat geeft hoop! De maaltijden aten we vaak met alleen de vader en zijn zoon, of alleen met de dochters. De moeder, die voortreffelijk kon koken, at op andere tijden.

Oogsten
Dinsdags was een interessante dag, want we mochten meehelpen met de oogst van zonnebloemen. De zonnebloempitten worden gebruikt om zonnebloemolie van te maken, en de olie uiteraard om mee te koken. ’s Morgens om 7 uur vertrokken we achterop een pickup naar het veld, zo’n uurtje rijden buiten de stad. Op het veld vonden we een mooi plekje in de schaduw, onder een bamboe-achtige boom.

8blog9

Ook al is het hier in Tanzania vooral vrouwenwerk – werken op het land en het oogsten – het was
leuk en goed om te zien hoeveel werk er zit in een flesje zonnebloemolie. Eerst moesten we de zonnebloemen eraf snijden en de volle manden naar ‘de vrouwen’ brengen, die met een stok de pitten eruit sloegen. Aan het eind van de dag hadden we 2 grote jutezakken vol (behalve zere spieren, ruwe handen, en vermoeide hoofden).

9blog-8

In deze week hebben we iets geproefd van de gastvrijheid van een Tanziaans gezin. De vader zei tegen ons bij het afscheid: “het is voor ons een zegen om gasten te ontvangen. Niets is erger dan alleen te zijn of geen vrienden en gasten te hebben.’ Ook was het een leerzame week omdat we alleen maar in het Swahili gesproken hebben. En een bemoedigende week: want we kunnen nu echt voldoende met de taal uit de voeten om in Musoma aan de slag te gaan!

Swahili-interview
Direct na de homestay hadden we ’s morgens een ‘Language Proficiency Interview’ in de stad. Dit is een interview van een half uur waarin gekeken wordt welk niveau Swahili we in de afgelopen maanden bereikt hebben. De interviews gingen goed (al hadden we achteraf het gevoel dat we veel gecompliceerder Swahili hadden kunnen gebruiken), en de resultaten waren bemoedigend. Op basis van dit gesprek (dat uiteraard een momentopname is) zitten we nu beiden op ‘Advanced Mid’ en ‘Advanced High’. Zowel de docenten als wij zijn hier tevreden over, het is voldoende niveau om in een werksituatie uit de voeten te kunnen.

Diploma-uitreiking
Toen we donderdag terugkwamen, zagen we dat de banda waarin we 4 maanden lang gegeten hadden, helemaal afgebrand was. Kortsluiting ’s nachts. Vrijdag hadden we de Graduation. Het was leuk! We hadden alledrie een speech in het Swahili voorbereid, en we hadden voor iedere docent een nieuw spreekwoord bedacht. Daarna mochten de andere studenten en de docenten wat vriendelijke woorden zeggen en kregen we ons certificaat. Het zit erop!

10blog11

Komende woensdag hopen we ’s middags het vliegtuig te pakken te krijgen richting Musoma, een vlucht van zo’n 2 uur. Willen jullie bidden voor een veilige reis?

Hij liet even op zich wachten, maar hier is dan toch nog een bericht vanuit Iringa, voor we naar Musoma gaan. We zijn aan het eind van onze taalstudie en er wacht ons weekje waarvan we geen idee hebben hoe die eruit gaat zien: een ‘homestay’ met een Tanzaniaanse familie. Komende week zullen we na de kerk meegaan met dit gezin om een weekje met hen ‘mee te leven’. Het doel: vooral om ons Swahili te oefenen en meer van de Tanziaanse cultuur en gezinsleven te leren. We zijn benieuwd!

De afgelopen is er niet veel bijzonders gebeurd. We hebben gestudeerd, we waren gezond (het ging aardig goed met André’s hoofdpijn), Elisa is begonnen met lopen, Michaja met fietsen en Dorien met aftellen. Vorige week vrijdag werden we nogal afgeleid door een drietal kippen die het tijdelijke met iets anders ‘moesten’ verwisselen. Mensen, wat een lawaai, het ging dwars door je hart, de laatste zielige kraaitjes voor we ze op ons bord hadden liggen. Met de smaak was overigens niets mis. Sinds een paar weken hebben we hier op de taalschool een Amerikaanse invasie meegemaakt. 4 gezinnen uit het overzeese zijn begonnen aan hun taalstudie voor ze aan hun evangelisatiewerk hier in Tanzania beginnen. Het is even wennen, de cultuurverschillen zijn toch wel groot. En nieuwe vriendschappen opbouwen als je weet dat je bijna weer weggaat, is niet iets waar je veel energie in wilt steken. We zien nu wel toe om onze taalstudie af te ronden, vooral Dorien en Lyndy. En Michaja ziet erg uit naar haar ‘eigen kamertje in Musoma’. En wij naar de rest van het huis.

Michaja en Elisa met 'mama Raheli', ofwel: 'Betty'

Michaja en Elisa met 'mama Raheli', ofwel: 'Betty'

Winkelen bij 'Mama Minho'; altijd een verrassing wat je vindt en wat het kost.

Winkelen bij 'Mama Minho'; altijd een verrassing wat je vindt en wat het kost.

Hopelijk hebben we na onze homestay nog tijd om te schrijven hoe het ging, maar we kunnen niets beloven. Volgende week donderdagmorgen hebben we allebei een test in Iringa om te kijken welk niveau we bereikt hebben. Vrijdag hebben we de graduation en krijgen we ons certificaat. De rest van de dag gebruiken we voor inpakken, want zaterdag ’s morgens hebben we weer een lange busreis naar Dar es Salaam voor de boeg.

Liefs,
André en Dorien, Michaja en Elisa

De week voor onze vakantie was even doorbijten wat onze taalstudie betreft. We konden merken dat we eigenlijk niet veel nieuwe Swahili meer konden opnemen, tijd voor een weekje er tussenuit. En die stond gelukkig gepland, 7 dagen naar Dar es Salaam, een stad waar het heet en vochtig is (dat wisten we), maar ook een stad waar een vriend van ons woont (Shona) en waar de kust een prima plek is om met kinderen uit te blazen. En we hebben er van genoten! We voelen ons weer fris om de laatste 5 weken van onze taalschool af te maken, en dan op naar Musoma. Trouwens, een van de laatste dagen voor onze vakantie begon ik het wel erg bont te maken. Ik was in het Swahili aan het vertellen over een zendingsreis van Paulus, en zei toen dat hij naar Jeruzalem terugkeerde om daar ‘zijn insecten’ te ontmoeten. Ik verwarde even de twee woorden ndugu (‘broeder’) en mdudu (‘insect’).
1dorienswahili
Dorien en Lyndy zijn hun Swahili-woordjes aan het stampen. Altijd nauwkeurig werkje. Voorbeeld: het verschil tussen ‘ninapenda kusini’ of ‘ninapenda kuzini’ is nogal groot. De eerste betekent ‘ik houd van het zuiden’, de tweede betekent ‘ik houd ervan om overspel te plegen’. Een mogelijke vergissing die je niet wilt maken.

De busreis naar Dar es Salaam was – net als de vorige keer – lang. Om 9 uur ’s morgens stonden we klaar langs de weg om opgepikt te worden, en ’s avonds rond een uur of 6 kwamen we aan in Dar es Salaam. Onderweg hebben we van alles gezien, behalve een viertal ongelukken een hele kudde olifanten, giraffes, gazelles en zebra’s. Prachtig gezicht, en het kost niets. We waren blij dat Michaja en Elisa zich toch echt weten te vermaken, ook al is een hele dag in een stoel zitten natuurlijk niet het meest opwindende voor een kind. Maar het is goed dat ze alvast wennen aan lange reizen, want er zullen er nog genoeg komen.
2kids2
Terwijl we op de bus wachtten, vermaakten de kinderen zich met Mamisa en Nagris.

De hoop om in Iringa m’n Tanzaniaanse rijbewijs te krijgen heb ik een tijdje geleden al opgegeven. Het is een van de missies geworden tijdens onze vakantie in Dar es Salaam. Donderdagmorgen heeft een taxi-driver mij opgepikt om ‘even’ het rijbewijs te regelen. Ik had immers alle papieren al in een mooie bruine envelop. Met frisse moed gingen we op weg naar de TRA (het kantoor dat zich druk maakt om belastingen en rijbewijzen etc.). Bij de receptie werd ons verteld dat het een fluitje van een cent zou zijn, we moesten alleen even een kopie van mijn internationale rijbewijs laten maken, en dan zou ik het kleine blauwe rijbewijsboekje in handen krijgen. De kopie was snel gemaakt in een klein winkeltje in de buurt, maar eenmaal terug werd ons verteld dat het allemaal veel gecompliceerder zat. In ieder geval moest ik een theorie- en praktijkexamen doen. Ai, ai, ai. Waar ik ook rekening mee gehouden had, maar niet dat ik voor de eerste keer in Afrika zou moeten rijden voor een examen. Hier kom ik nooit door, dacht ik. Tijdens de 20 minuten tussen de TRA en het politiebureau (waar het examen zou worden afgenomen), heeft de taxidriver mij snel de regels uitgelegd, althans, voor zover hij ze begreep. Daar wat ik gezien zijn rijstijl niet helemaal van overtuigd. Op het politiebureau aangekomen werd me duidelijk was het probleem was. Ik kwam uit Nederland. Nu is daar op zich niets mis mee, ware het niet dat NL niet een onderdeel is van de Commonwealth landen (dat was althans de conclusie van de officier). En, zo legde hij vriendelijk maar formeel uit, het was zijn verantwoordelijkheid om alleen rijbewijzen te verstrekken aan mensen die niet alleen een auto kunnen besturen, maar ook de regels kennen en kunnen toepassen. Ik had me inmiddels voorbereid op de test. Hij begon met het theorie-examen. Ik had werkelijk geen flauw idee wat de regels hier precies zijn, niet eens de maximum snelheden. Zijn eerste vraag was of we in Nederland dezelfde verkeersborden hadden als in Tanzania. Aan de muur hing een enorme poster met een imposante hoeveelheid borden en verkeerstekens. Ik denk dat ik van ongeveer driekwart kon raden wat ze zouden moeten betekenen, van de rest had ik geen flauw benul. Onder toezicht van drie politieagenten en een hele rij mensen die op hun beurt wachten, moest ik uitleggen wat de betekenis was van de borden die hij aanwees. En als een mirakel, hij koos precies de verkeertekens waarvan ik min of meer kon raden wat ze zouden moeten betekenen. Ik slaagde voor het theorie-examen zonder fouten. Het vervolg was erg interessant. De vriendelijke officier ging weer zitten achter z’n bureau, en begon te overleggen met zijn collega’s. Beiden waren erg onder de indruk van het foutloze theorie-examen, dit kwam eigenlijk nooit zo voor. Terwijl ik rustig op m’n stoel zat te wachten , keek hij zo’n 10 minuten voor zich uit, stelde mij allemaal vragen als ‘ben je getrouwd?’, verdween voor nog eens 10 minuten, en kwam toen terug. Uiteindelijk vroeg hij aan zijn collega: ‘wat denk je wat we moeten doen?’. Het vergde zijn collega enkele luttele minuten voor hij met zijn voorstel kwam: ‘ik denk dat we hem moeten geven waar hij om vraagt’. Een dankbare blik had hij te pakken. De officier leek het voorstel over te nemen. Hij vroeg mij: ‘kun je auto rijden?’. Ik zei: ‘ja, ik rij al sinds m’n 18e’. En tot mijn grote verrassing begon hij een papier in te vullen, stempels te plaatsen, handtekeningen te zetten, en zei tegen me: ‘ik ga er vanuit dat je kunt rijden, je bent geslaagd voor je rij-examen.’ Ik kon m’n oren niet geloven. Maar op het formulier stond het vinkje er toch echt: ‘ameshinda’, geslaagd! De kans dat ik door het examen heen gekomen zou zijn, was naar mijn inschatting nogal klein. Het politiebureau lag aan een van de drukste wegen in Dar es Salaam, en ik zou waarschijnlijk niet eens fatsoenlijk hebben kunnen invoegen (mede vanwege het feit dat ik nog nooit een auto bestuurd heb met het stuur rechts en dan aan de linkerkant van de weg). Maar niet getreurd, ik ben geslaagd, en autorijden leer ik wel in Musoma, waar het veel en veel rustiger is dan in de miljoenenstad Dar es Salaam. Het kostte ons nog zo’n 2 uur om alle benodigde formulieren en stempels te krijgen, maar het eindresultaat mag erg zijn: een Tanziaans rijbewijs!
3rijbewijs
‘Ameshinda’, geslaagd! Een lettertje verschil maakt een groot verschil (‘ameshindwa’ betekent ‘gezakt’!).

Het was mooi om te merken hoe we echt verder komen met onze taalstudie. In Dar es Salaam hebben we veel in het Swahli gepraat (de taxi-chauffeur die me hielp met het rijbewijs sprak alleen maar Swahili). Tegelijkertijd merken we dat het ook nog echt moeilijk kan zijn om mensen te begrijpen, vooral als ze heel snel praten of als het over onbekende onderwerpen gaat. We hebben weer zin om met frisse moed aan de slag te gaan en het beste te maken van onze laatste 5 weken in Iringa!

Liefs,
André en Dorien, met Michaja en Elisa.

Het was een week waarin Elisa en Michaja zomaar in het middelpunt stonden, we het ‘Onze Vader’ in het Swahili uit ons hoofd leerden, een slak plotseling werd beschilderd met waterverf, er verstopte eieren gevonden werden, een “vogelspin” in de douche ons de stuipen op het lijf jaagde (totdat wij dat bij hem deden), en natuurlijk nog veel meer wat jullie niet willen weten of wij niet willen vertellen. 😉

Michaja’s taal
“Habari za asubuhi? No! Mambo? That’s amazing! Poa! Where did it go? Ninataka kucheza! Asante! I’m fine! Elisa amelala. Bye bye! Kwaheri!” Michaja maakt er wat van. Momenteel mixt ze in ieder geval drie talen volledig door elkaar, hoewel natuurlijk een sterke voorkeur voor Nederlands, maar dan alleen als wij er bij zijn. Voor de rest is het een mix van Engels, Swahili en Nederlands, en soms haar eigen taaltje er door heen (die verder niemand begrijpt). Het is fantastisch om te zien hoe ze een vreemde taal oppikt, zo natuurlijk en makkelijk. Het is een gave voor iets waar wij heel erg hard voor moeten studeren…

Baba yetu uliye mbinguni
Met Swahili komen we elke week weer verder. Lyndy en ik hebben deze week weer nieuwe grammatica erbij geleerd en uren gepraat over trouwen, school, bewakers, armoede, onze thuislanden, ziekte, en bidden (en natuurlijk alles in het Swahili). We moesten onder andere het ‘Onze Vader’ uit ons hoofd leren (baba yetu uliye mbinguni, … Amina). We kregen een erg interessant gesprek over de Swahili-woorden voor ‘verzoeking’ en ‘beproeving’ en over hoe veel christenen hier het gebed zien en gebruiken. Hij stelde ons heel veel vragen over de manier waarop ze bijv. voor zieken of succes bidden, of het nu christelijk is of de Afrikaanse traditie. Lastig om als buitenstaander te beantwoorden, maar geweldig om er samen over door te praten en telkens onszelf de vraag te stellen: waarom doen we het zoals we het doen? Dorien had vorige week weer les van Ismael. Ook nu hadden ze weer hele discussies over de islam en de invloed van de Arabische cultuur erop. Hij denkt dat de Islam een reformatie nodig heeft, zodat het ontdaan kan worden van al het Arabische. Het was verschrikkelijk intensief om zoveel in het Swahili te denken, heel vermoeiend. Maar Dorien vond het erg interessant en leuk. Praten over een onderwerp wat je interesseert motiveert veel meer om Swahili te praten dan voor de zoveelste keer uit te leggen welke dag in je leven je nooit zal vergeten (je raakt een keer uitgepraat over je trouwdag).

Ons thuisje
We kregen de vraag om iets te vertellen over hoe we eigenlijk wonen. Jullie weten nu weinig meer dan dat onze banda op een rots ligt en dat we een prachtig uitzicht hebben. Gisteren ontdekten we een andere rots waar vanaf je een prachtig uitzicht hebt over het terrein. Links op de foto – achter de witte stip – zit ons huisje verstopt (je kunt het feitelijk niet zien vanwege de bomen eromheen, maar je krijgt een indruk van de omgeving). Beneden stroomt de rivier, hij is nu erg vol vanwege het regenseizoen dat net afgelopen is.

1bandaOnze banda is eigenlijk een houten blokhut met een rieten dak en een veranda. Binnen hebben we een kamer waarin ons tweepersoonsbed staat en Michaja’s bed. Achterin hebben we een kleine keuken (die we alleen als Elisa’s slaapkamer gebruiken) en een badkamer (toilet en douche).

2blog1Onze studiehoek (even ‘buiten gebruik’) en Michaja’s slaapplekje.

3blog2Zaterdagmorgen, tijd om de familie eens te verwennen met koffie en ranja op bed.

We hoeven zelf niet te koken, omdat we alle maaltijden in de eetzaal gebruiken, samen met de andere studenten en gasten. We kunnen ons volop op de taalstudie en de kinderen richten, temeer nu zelfs het schoonmaken en onze was gedaan wordt door het schoonmaakteam. Heerlijk allemaal, maar toch zien we erg uit naar ‘ons eigen huisje’ in Musoma waar we in ieder geval een jaar zullen wonen. Gewoon weer als gezin ontbijten, een beetje privacy te hebben, en hopelijk wat van onze eigen spulletjes (als de verscheping aankomt, die deze week door iemand uit onze gemeente is weggebracht naar de haven).

Paas-slakken schilderen
Eerste paasdag hebben we een Swahili-dienst bezocht in Iringa. We waren de enige blanken en de voorganger vroeg ons of we vertaling nodig hadden (dan gebruiken ze een tolk). Maar we wilden graag een ‘gewone dienst’ meemaken en kijken hoe Pasen hier gevierd wordt. De dienst was nu erg lang, bijna 3 uur. Eerst een uur liederen zingen, en dat was erg goed. Veel inhoud nu (soms is het eindeloos herhalen van een enkel zinnetje, daar houden ze hier van): Jezus Christus centraal met zijn offer en opstanding. Tijdens de preek ben ik met de kinderen buiten gaan spelen, Dorien is bijna de hele dienst gebleven. Er liepen trouwens nog 2 ratten voor in de kerk. Maar onze kinderen lijken zelfs daar aan te wennen, ze kijken even op en spelen gewoon weer verder. De preek ging over het kruis die de macht van de duivel in ons leven verbroken heeft (en over hoe een dubbelhartig mens dat niet toepast in zijn leven en daarom het effect ervan mist). Tweede paasdag heeft Lyndy 8 paaseieren verstopt in de speeltuin. Michaja moest ze zoeken en dat deed ze met verve. Binnen no time had ze ze allemaal. In de eieren zaten snoepjes of kleine speeltjes. Erg leuk was het. ’s Middags heeft ze een eigen variant bedacht: slakken schilderen. De foto spreekt voor zich. We hebben hem nog wel een dag of wat met zijn regenboogschild zien ronddwalen. Vrolijk gezicht!

4slakschilderen

Paas-slakken schilderen

Mzungu!
Vorige week stonden Elisa en Michaja even helemaal in het middelpunt van de belangstelling. Op het grote grasveld stond een groene tent die als crèche voor de kinderen dient. Maar nu stonden er ook nog 6 kleine tenten omheen. Een groep weeskinderen uit een geïsoleerd gebied in het westen van Tanzania was gekomen voor een paar dagen kamperen. Het was de eerste keer in hun leven dat ze buiten hun dorp kwamen, en hadden nog nooit electra, auto’s of een doorspoeltoilet gezien. Toen Michaja en Elisa ’s morgens vroeg naar hun tent gingen, stonden er al snel 9 zwarte kindjes om de tent naar binnen te gluren en te observeren wat er zich binnen toch allemaal afspeelde. Ze hebben daar zeker een uur staan kijken en hebben zonder twijfel geen beweging gemist. Michaja’s enige commentaar: ‘ik vond het wel leuk’.

Spin in de douche
Dorien is inmiddels met een indrukwekkende hoeveelheid moed begiftigd als het om spinnen gaat. Zou ze in Nederland nog voor een miniscule zespoter bovenop een stoel te vinden zijn, nu weet ze zelfs bij vuistgrote spinnetjes nog wel een kalme indruk te geven. Maar gisteravond niet meer. We kwamen thuis, klaar om naar bed te gaan. Terwijl we tanden stonden te poetsen zagen we achter het kastje 2 harige poten uitsteken. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te bedenken hoe groot de rest van het beest zou moeten zijn (van poot tot poot ongeveer 10 cm). Het aanvalsplan bestond uit een deobus, een washandje om m’n rechterhand, een prop wc-papier, en een vrouw die met onvaste hand de zaklamp bedient. Na een paar deo-spuiten kwam hij eindelijk achter het kastje vandaan, sprinte achter de spiegel, ontweek een dot papier, rende in de douche, en beleefde z’n laatste ogenblik. Een knerp en een plons was het einde van zijn en ons avontuur.

Inmiddels in er nog iets geëindigd, en dat is het regenseizoen. Het betekent concreet dat het de komende maanden niet meer zal regenen, maar ook dat het in de ochtenden erg fris kan zijn (na zonsopkomst zo’n 14 graden, maar overdag meestal weer gewoon warm of heet, zeker in de zon). We hopen dat jullie ook van de lente genieten in Nederland.

Weer tijd voor een bericht vanuit Tanzania. We vinden het erg leuk om zoveel e-mail en post vanuit Nederland te krijgen, heel erg bedankt! Het is fijn om te horen hoe het met jullie gaat en wat er allemaal in Nederland gaande is.

Gezond
De tijd gaat hier ook snel, we hebben er al weer 9 weken in Tanzania opzitten. En als we om ons heen kijken, dan zijn we zo blij dat we al die tijd gezond geweest zijn en dat niet een van ons ziek is geweest. Hoewel we dagen hebben dat het niet zo loopt (of op school of met de kinderen), hebben we doorgaans voldoende energie om te genieten van de dingen die we leren en meemaken. We worden op heel veel manieren gezegend, en daar danken we God voor.

Swahili en Tanzania
Iedere week komen we weer een stapje verder in onze Swahili-studie. Het luisteren en spreken gaat steeds beter en de drempel om een gesprek te beginnen wordt steeds lager. Het is eigenlijk gewoon heel leuk, en een goede kans om nieuwe zinnen te oefenen. We worden er zowaar creatief in. Naast het leren van Swahili doen we meer. Vrijdagmorgen hadden we een sessie over de Tanzaniaanse cultuur. We hebben gepraat over kerkdiensten, muziek, geld, traditionele Afrikaanse religie, tijd, klagen, conflicten oplossen, en nog veel meer. Het was erg goed, vooral omdat we nu met de Tanzaniaanse docenten konden praten over dingen die je normaal gesproken niet zo expliciet benoemt (in deze cultuur). De docenten daagden ons uit om niet alleen naar het gedrag van Tanzanianen te kijken, maar even een stapje dieper te gaan, en de vraag te stellen: waaróm doen ze het, wat zijn de onderliggende waarden die in deze cultuur zo belangrijk zijn? Het zijn vragen die ons verder helpen om deze cultuur te begrijpen.

Rijbewijs
Vorige week vrijdag moesten we de stad in om ons Swahili te oefenen op het postkantoor, het busstation en het politiebureau. Dorien ging met Lyndy naar het busstation om uit te vinden wat de tarieven zijn om met de bus naar Dar es Salaam te gaan en of we met de bus in Musoma kunnen komen en hoe het zit met de baggage en zo. Ondertussen ging ik naar het politiebureau om m’n Tanziaanse rijbewijs te krijgen. Al eerder hadden anderen drie pogingen gedaan om m’n rijbewijs te krijgen, maar om telkens weer wisselende en ondoorzichtige redenenen wilde de agent hem niet afgeven. En dat terwijl ik toch alle papieren heb, er is alleen nog een krabbel van een ambtenaar voor nodig. Maar goed, met frisse moed en een beetje hoop toch maar zelf proberen. Vóór mij was iemand die een hele stennis maakte omdat het wachten hem te lang duurde. De agent werd daarop pisnijdig en liet hem weer achteraan sluiten. Ik was de volgende. Ai, geen goed moment om als blanke aan de beurt te zijn. Enfin, ik begon braaf in het Swahili (want dat was de opdracht), maar na alle begroetingen en mijn uitleg van de situatie, kwam ik er na drie korte vragen wel achter dat er een probleem was. Vrijdag was de allerslechtste dag om voor een rijbewijs te komen, zei de agent. Misschien, als ik op een andere dag ’s morgens terug zou komen, dan zou de eerste krabbel gezet kunnen worden. Maar… het was een gecompliceerd proces en er moesten in ieder geval 3 ambtenaren aanwezig zijn en waarschijnlijk moest ik nog een of twee keer terug komen. Dat klonk mij uiteraard niet aantrekkelijk in de oren. Een paar keer terug komen, onder lestijd, terwijl je nooit weet of de betreffende persoon op het bureau is en of hij je deze keer zal helpen of niet. Het antwoord op m’n opmerking dat ik ’s morgens onmogelijk een paar keer naar de stad kan komen was kort maar helder: “als het belangrijk voor je is, moet je terug komen; als het niet belangrijk voor je is, dan niet!”. Daar zit wat in. Eenmaal terug op de taalschool even overlegd met anderen. Wat blijkt: vrijwel niemand van de buitenlanders is in staat om in Iringa een Tanzaniaans rijbewijs te krijgen. Advies: bespaar je alle vergeefse moeite en probeer het in een andere stad (en gebruik zolang je internationale rijbewijs). Dat doen we dan maar…

Voetbalwedstrijd
Onze taalschool is sinds kort sponsor van een nieuw voetbalteam in een dorpje hier dicht bij (en waar een aantal van de personeelsleden vandaan komen). Pauli – een sportieve Finse medestudent – en ik waren uitgenodigd om een wedstrijd te bekijken en mogelijk mee te doen. Toen we aankwamen zagen we een belabberd veld met wel 150 mensen (de meesten als toeschouwer uiteraard). De twee teams werden geïntroduceerd en iedere speler werd voorgesteld. Het ’thuisteam’ had geen shirts, maar was wel uiterst gemotiveerd. De coach stelde mij op in het middenveld om in de wedstrijd te beginnen (ai, m’n conditie!). Deze positie was vreselijk interessant, omdat het middenveld in feite overgeslagen werd bij iedere aanval. Als individuele spelers waren ze erg goed, zelfs op het heuvelachtige veld met gras van 20 centimeter hoog, maar van teamwork was absoluut geen sprake. Het op een na belangrijkste doel van de keeper leek te zijn om de bal in een keer in het andere doel te schieten (wat nimmer lukte), en de aanvallen waarbij meer dan 2 spelers betrokken waren, waren op een hand te tellen. Het publiek was niettemin geweldig enthousiast, vooral bij individuele hoogstandjes. Het is een mirakel dat ik zonder blessures de eerste helft overleefd heb (de groene plek op m’n scheenbeen niet meegerekend). Uiteindelijk werd de wedstrijd voor tijd gestaakt omdat er een heftige blessure was met een hoop bloed erbij. Hoe dat precies afgelopen is, weet ik niet, want we wilden voor donker weer thuis zijn. De score was 1-0, en ik speelde in het verliezende team.

Vrienden
1riverfriends Niets is zo kostbaar als een goede familie en goede vrienden. Familie hebben we hier niet, maar vrienden hebben we wel gekregen. Inmiddels is Shona uit Canada weer terug naar Dar es Salaam (zij is het meisje links op de foto), maar wij hopen haar in onze week vakantie – ergens in mei – weer te zien als we ook naar Dar zullen gaan (en dan gelijk onze auto hopen op te halen). Lyndy zal bij ons blijven en meegaan naar Musoma (zij staat helemaal rechts op de foto). We zijn erg blij met haar vriendschap en doen veel serieuze en ontspannende dingen samen. En ze is geweldig voor de kinderen. Michaja en Elisa zijn dol op haar en wij zijn er heel blij mee. Iedere week geeft ze ons een middagje vrij door vrijdags op de kinderen te passen. Het is heerlijk om dan even “vrijaf” te hebben.

Bijzondere beesten
We blijven ons verbazen over wat hier allemaal rondloopt. Inmiddels hebben we een hele collectie muizen, ratten, slangen en insecten ontmoet. Maar deze week zagen we toch 2 fascinerende beesten. Eerst een mooie kameleon die in korte tijd allerlei verschillende kleuren kreeg, afhankelijk van waar hij naar keek (nu kijkt ie naar Doriens ogen, denk ik).

2kameleonDe andere was ronduit fascinerend. Een enorme wandelende tak, met vleugels en een staart die bewoog als die van een schorpioen. Ik heb nog nooit zo’n groot exemplaar gezien en de vleugels op z’n rug waren heel apart.

3walkingstick

Michaja en Elisa
Als de kinderen genieten, dan genieten wij daar ook van. En als andere mensen van onze kinderen genieten, dan genieten we daar nog een keer extra van. Afgelopen week zorgde Michaja voor heel wat lachende gezichten. Ze kwam aanlopen met Elizabet. Elizabet had, zoals zo vaak, Elisa in een draagdoek op haar rug. Maar nu droeg Michaja ook een draagdoek, met daarin… haar pop. Heel erg schattig.

Vanmorgen hebben we een lekkere wandeling gemaakt over de heuvels rond de campsite. Elisa in klederdracht, Dorien met haar wandeltak.

4dorienelisawalk

Michaja wilde onderweg niet op de foto (althans niet zonder een kwasi-boze grijns). Maar de bloemetjes die ze had geplukt mochten wél op de foto.5michajaflower

Genoeg voor vandaag. Hopelijk genieten jullie net zoveel van het leven in Nederland als wij hier in Tanzania. Alle mooie en goede dingen die we meemaken zijn een geschenk van God, die we dankbaar mogen aanvaarden en… blij om zijn! En voor de moeilijke dingen die we meemaken, is deze zelfde God onze goede Vader die voor ons zorgt, iedere dag opnieuw.

Maandag was Elisa’s eerste verjaardag. Heel anders dan Michaja’s eerste verjaardag. We hadden geen cadeautjes kunnen kopen, geen feestje met neefjes en nichtjes, maar er waren wel heel wat verrassingen! Bij het ontbijt werd Elisa verwend met een paar cadeautjes, Lyndy en Shona  zongen mee met “Lang zal ze leven” (in het Nederlands!, ze hadden het ingestudeerd) en iemand anders had een slinger gemaakt van snoeppapiertjes (in het midden op de foto). Er was zelfs 1 kaarsje, en ook een cadeautje voor ons en voor Michaja. En bij de chai-pauze was er een heuse grote chocolade taart!

Om 7 uur aan tafel, met een kaarsje, cadeautjes en de jarige job!

Om 7 uur aan tafel, met een kaarsje, cadeautjes en de jarige job!

Elisa met haar zomerhoedje (onder bewaking). Net een klein Beatrixje, toch?!

Elisa met haar zomerhoedje (onder bewaking). Net een klein Beatrixje, toch?!

Michaja kreeg ook een klein kadootje van Shona en Lyndy, en een leuk kaartje: 'Voor onze kleine Nederlandse bloem, Michaja, je geeft ons elke dag zoveel plezier!'

Michaja kreeg ook een klein kadootje van Shona en Lyndy, en een leuk kaartje: 'Voor onze kleine Nederlandse bloem, Michaja, je geeft ons elke dag zoveel plezier!'

In de theepauze was er een heuse chocoladetaart!

In de theepauze was er een heuse chocoladetaart!

Nu Elisa 1 is moet ze maar eens laten zien hoe goed ze al kan lopen. Nou, dat lukt al aardig, soms waagt ze een paar stapjes met maar 1 hand vast. Ze heeft er veel plezier in!
Shona geeft Elisa looples, terwijl Michaja niet kan besluiten of het een foto waard is.

Shona geeft Elisa looples, terwijl Michaja niet kan besluiten of het een foto waard is.

Hee, kijk mij eens stoer staan op m'n eerste verjaardag!

Hee, kijk mij eens stoer staan op m'n eerste verjaardag!

En ons kleine natuurfotograafje (van wie zou ze dat toch hebben?)

En ons kleine natuurfotograafje (van wie zou ze dat toch hebben?)

Met ons gaat het verder goed . Het is wel intensief allemaal, maar ook heel leerzaam, nuttig en uitdagend.
Verder hebben we geen slangen meer op bezoek gehad gelukkig :-).

Weer een nieuwe update vanuit Iringa, waar we aan onze derde week begonnen zijn. We hebben weer een soort ritme gevonden, genieten van hoe snel we het Swahili leren, en maken van alles mee waardoor het leven hier niet de kans krijgt saai te worden. Vanmiddag bijvoorbeeld, hadden we een lange groene slang op visitie, maar daarover straks meer.

Toen we met de bus vanuit Dar es Salaam naar Iringa reisden, werden we zomaar ergens langs de weg gedropt. Er was niet veel te zien, behalve een klein bordje waarop stond: Riverside Campside, 1,5 km. Een klein modderig en kronkelig weggetje bracht ons op de plek waar we de komende 4 maanden zullen wonen (tot 20 juni). We hadden geluk: we kregen de banda die als laatste op het terrein gebouwd is, bovenop een enorme rots, met een fantastisch uitzicht over het dal waar een riviertje doorheen kabbelt.

1uitzichtvanuitbanda

Het uitzicht op het dal vanuit onze banda

Als we niet goed zouden eten, zouden we per week een kilo of wat afvallen, want het is telkens een hele klim (zeker nu Michaja om de haverklap roept: ‘ik moet poepen’, en eenmaal boven tot inzicht komt dat dat toch eigenlijk best wel meevalt). Maar niet geklaagd, we hebben stroom, water, een goed bed, een prima veranda, en de meeste dieren zijn buiten te houden (in tegenstelling tot de anderen die met de meest opzienbarende verhalen aan het ontbijt verschijnen). Inmiddels hebben we een aantal bevriende gekko’s (een soort hagedissen) die toch ergens een gaatje hebben gevonden. Meestal slapen er een stuk of 2-3 in de banda, en de rest van de familie (zo’n 10) onder het dak van onze veranda. We voelen ons nooit alleen.

We zijn altijd weer blij als we hier zijn, bovenaan de trap, bij onze banda

We zijn altijd weer blij als we hier zijn, bovenaan de trap, bij onze banda

We hebben veel plezier in de Swahili lessen. Dorien krijgt samen met een Duitse arts (Ute) les in een klas, ik samen met een Canadese taalkundige (Shona) en Michaja’s toekomstige juf in Musoma (Lyndy). We hebben nu twee volle weken les gehad, en het is best bijzonder hoeveel je in deze weken kunt leren. De lessen zijn heel erg interactief en er op gericht om Swahili te leren lezen, begrijpen en te spreken. De gedachte erachter is: de grammatica begrijpen is één, maar het kunnen gebruiken is een tweede. En dit laatste gaat het ons om: we willen goed kunnen communiceren in het Swahili. We vinden het allebei een uitdaging om steeds meer nieuwe woorden te leren en nieuwe zinnen te bedenken. We proberen creatief te zijn en genieten van de vorderingen die we telkens maken.

In elke les worden we aangemoedigd om zoveel mogelijk Swahili te spreken

In elke les worden we aangemoedigd om zoveel mogelijk Swahili te spreken

Ik herinner me nog de eerste kerkdienst in Swahili in Dar es Salaam. Ik denk dat ik er welgeteld bijna niets van begreep. Afgelopen zondag zijn we als gezin weer naar de kerk geweest, en warempel, we konden de hoofdlijn van wat gezegd wordt volgen! Het wordt moeilijk als mensen heel snel Swahili spreken, dan heb je net even te weinig tijd om alles op een rijtje te zetten. Maar dat zal in de komende maanden wel beter worden. Iedere week gaan we op dinsdag en donderdag naar de stad Iringa, zo’n 20 minuutjes hier vandaan. Het is erg leuk om dan ons Swahili te gebruiken. Niet alleen de begroetingen, maar ook het vragen van de prijzen, afdingen, uitleg vragen, en wat al niet meer. Iedere keer dat we naar de stad geen hebben we weer nieuwe dingen geleerd om te gaan gebruiken. En mensen zijn heel enthousiast om ons te helpen. Vorige week had Dorien mij op pad gestuurd voor billendoekjes. Nou, dat werd me wat. Ik had in ieder geval 2 problemen: babydoekjes worden hier nauwelijks gebruikt én ik wist niet hoe je die dingen hier noemt. Maar goed, ik met een prachtige volzin uitgelegd dat ik zoek was naar ‘doekjes om een klein kind mee schoon te maken’. Ik kreeg de meest bijzondere dingen aangereikt, maar geen billendoekjes. Uiteindelijk heb ik toch gevonden, al waren het meer handenschoonmaakdoekjes dan billendoekjes (maar er stond een plaatje met een kindje op en dat vond ik voldoende reden om het te kopen). Natuurlijk nog snel even langs de fruitmarkt voor een trosje zoete bananen, 2 mango’s en een ananas. Heerlijk, niet duur en gezond! Als ik thuis komt, probeer ik me te herinneren welke dingen ik niet in het Swahili kon zeggen, in de hoop dat het me de volgende keer wel lukt…

Vrijdag hebben we zo'n 80 Swahili woorden geleerd die met het 'klaarmaken van eten' te maken hebben. Hier zit Dorien op een 'kokosnootschraapstoeltje' en leert zo kokossap te maken

Vrijdag hebben we zo'n 80 Swahili woorden geleerd die met het 'klaarmaken van eten' te maken hebben. Hier zit Dorien op een 'kokosnootschraapstoeltje' en leert zo kokossap te maken

Met Elisa en Michaja gaat het erg goed. Elisa is regelmatig op de rug van Elizabet te vinden, in een draagdoek, net als de andere Tanzaniaanse kinderen. En ze vindt het prima. Ze komt altijd vrolijk terug, en ’s morgens slaapt ze nog een uurtje. Michaja gaat nu ook vrolijk naar school, belooft steevast dat ze ‘lief zal zijn en niet zal huilen’. Ook zij zit goed in haar vel (als ze geen krampjes heeft en ze naar ons luistert om naast vlees en rijst ook groentes te eten), en ze is net als Elisa een vrolijk kind. Ook al kost het leven als gezin ons soms wel veel energie, we krijgen er ook heel veel mooie dingen voor terug. En God heeft ons heel veel moois gegeven in onze twee kinderen!

Michaja voelt zich steeds meer thuis en weet haar vriendjes of vriendinnetjes wel te vinden

Michaja voelt zich steeds meer thuis en weet haar vriendjes of vriendinnetjes wel te vinden

Inmiddels is het een bekend verschijnsel: Michaja die gehurkt zit en ergens naar zit te turen. Het is onvoorstelbaar, maar ze vindt van alles, vooral dieren. Torretjes, slangetjes, duizendpoten, krabben, vlinders, sprinkhanen, wormen, reuzemieren, en wat al niet meer. Was ze vroeger nogal timide en angstig, tegenwoordig zit ze met een stokje die arme dieren van hun plek te wippen. Om dan meestal te concluderen dat ‘ie dood is, de mieren hem straks opeten, of onder de grond stoppen’. Ze kletst wat af. Gisteren waren we in de speeltuin aan het spelen. Ze had ontdekt dat er een boom was met enorme bessen eraan, lekker hard, en prima om tegen de glijbaan omhoog te gooien (en dan weer op te vangen). Terwijl ze zo wat onder de struiken aan het scharrelen was, kwam ze met grote sprongen aanzetten en riep: ‘papa, ik ben bang, een schilpad!’. Ik met haar mee, en ja hoor, onder de struik lag een beest. Geen schildpad, maar wel een enorme rivierkrab. Zolang ze m’n hand vasthield, durfde ze wel, en ook deze krab moest aan het stokje geloven. Plotseling verdween de krab er met een paar zijwaartse sprongen vandoor. Michaja: ‘hij was toch niet dood hè?!’. Nee.

De rivierkrab die Michaja de stuipen op het lijf jaagde (zie de geinige oogjes bovenop!)

De rivierkrab die Michaja de stuipen op het lijf jaagde (zie de geinige oogjes bovenop!)

Een enorme tor zo breed als een deurpost die ik per ongeluk aaide toen ik de deur wilde opendoen

Een enorme tor zo breed als een deurpost die ik per ongeluk aaide toen ik de deur wilde opendoen

We waren hier nog geen week, of Michaja had ergens ‘een slang’ ontdekt. Nu betekent dat meestal een lange zwarte of groene duizendpoot (van zo’n 25 cm lang), maar deze keer had ze gelijk. Een zwarte adder had zijn heenkomen gezocht onder de prullenbak op onze veranda. Toen we uit school terug kwamen was hij verdwenen, en we hebben hem nooit meer gezien. Vandaag was echter andere koek. Recht voor onze veranda staat een boom, aan die boom zitten takken, en op een van die takken zat vandaag een enorm lange groene slang.

De groene boomslang die onze banda kwam bezoeken

De groene boomslang die onze banda kwam bezoeken

Een van de bewakers op het dak van onze banda om hem te zoeken

Een van de bewakers op het dak van onze banda om hem te zoeken

Dorien heeft hem eerst eens een tijdje aangekeken omdat ze niet zeker wist of het echt een slang was of toch een tak. Maar toen-ie bewoog was de conclusie wel duidelijk. Ondertussen merkten de bewakers dat er iets bijzonders was. Dorien vertelde dat er een slang bij onze banda was. Al snel waren ze met drie man present. En ja hoor, hij zat er nog steeds. Een lange groene boomslang van zo’n 1,5 meter zat om een tak heengeslingerd. Hij was giftig, zo vertelden ze. Een van de bewakers pakte een stuk rots en smeet hem tegen de slang. Het leek erop dat hij op het dak gevlucht was, dus direct klom een andere bewaker met een stevige stok op onze banda, maar de slang was op geen daken meer te bekennen. Verdwenen. Weg. We weten nog steeds niet waar hij is, maar hopelijk inmiddels een eind bij onze banda vandaan.

En zo beginnen stukje bij beetje te wennen aan het leven in Tanzania. Het is mooi, het is een voorrecht, en wij zijn God dankbaar dat Hij ons met zoveel energie, gezondheid en positieve ervaringen zegent!

Even een kort bericht vanuit Iringa. We zijn zaterdag veilig aangekomen. Het was een lange rit, maar het ging allemaal goed. Onderweg hebben we behalve een fantastisch mooi landschap (met enorme bergen) ook nog apen, antilopes en een giraffe gezien (Michaja enthousiast!). En het lijkt wel een ander werelddeel, zo groen en fris. Prachtig hier! En veel koeler, wat een verschil. We hebben ’s morgens echt een trui aan.

We hebben een mooie hut boven op een heuvel. Het uitzicht is onvoorstelbaar mooi. Wel telkens een hele klim naar boven. We plaatsen nog wel eens foto’s, maar de verbindingen zijn hier erg traag. Op de taalschool hebben we geen internetverbinding.

Vandaag onze eerste les gehad. Erg leuk! Dorien krijgt vanaf morgen een nieuwe leraar, ze ligt mijlenver voor op de rest van de groep! Maar we leren enorm veel op een dag. Met de kinderen ging het ook best goed. Ze hebben van 8 tot 1 met gespeeld met Elizabeth, de mama die vanaf nu voor ze mag zorgen. Maar ze moeten natuurlijk ook nog even wennen.

Deze week hadden we een ‘village-trip’, een dagje meedraaien in een dorpje, ergens op de savanne vlak onder Dar es Salaam. Het wordt een lange, hete dag. Voor de kinderen zou het teveel worden, en Dorien blijft met ze thuis vandaag. De rit er naar toe zou ongeveer een uur duren. Maar ’s morgens regende het zo hard, dat we er pas na 3 uur aankwamen. Eerst verharde weg, dan onverharde weg, dan een nog slechtere weg, en uiteindelijk slaan we ergens af in de middle of nowhere. Wij hadden werkelijk geen idee waar we waren, maar de chauffeur zei dat hij op zoek was naar een mangoboom. We stopten, erop vertrouwend dat hij wist waar we waren, want in de verste omstrek konden wij geen dorp ontdekken. Hij zei dat het in orde was. We zetten een grote fles water op onze schouder en in een rij liepen we achter onze gids aan…

trip1

Na een minuutje op 10 lopen kwamen we bij het dorpje aan, of beter gezegd: bij een huisje, want meer huizen waren er niet te bekennen. De man die ons allerhartelijkst ontving was dorps-oudste. Onder de mangoboom werden een paar matten uitgerold, wat stoeltjes klaargezet en een houten bed (voor als we even wilden uitrusten).

trip8-2

Maar al binnen 5 minuten waren we weer op weg, om kokosnoten te plukken. We liepen over een smal spoortje richting een groep palmbomen even verderop. Toch nog wel 15 minuten lopen, en het was heet.

trip11-3

De kokosnoten lagen niet voor het oprapen. Iemand moest de boom in. Aangezien niemand durfde (en het zou hebben gekund), klom onze gastheer zelf langs de stam ophoog. We hielden ons hart vast, hij de stam. Het ging goed, en al snel kwam de ene na de andere kokosnoot naar beneden, 7 in totaal.

trip2-4btrip10-4a

Beneden zagen we dat de noot verstopt zat in een groen-bruine schil die er eerst af moest. We mochten het zelf proberen, maar makkelijk was dat niet. We gebruikten een scherpe boomstronk om de bast eraf te stoten. Pas als de schil er af is, zie je de noot die wij op de markt kunnen kopen.

trip3-5

Via het hazenpaadje liepen we in convooi weer terug naar het dorp. Het eten maken kon gaan beginnen. Inmiddels was het al 11 uur geweest, en we beginnnen honger te krijgen. Eerst maken we een kookplaats klaar, of eigenlijk 3. Voor de een groeven we een sleuf in de grond, voor de andere gebruikten we stenen. Houtskool ertussen, wat gras erbij en branden maar. Dat koste geen enkele moeite, alles was kurkdroog.

De vrouwen waren ondertussen de akkers in gegaan om allerlei groentes te verzamelen. Een paar armen vol, want er zouden nog meer gasten komen eten. Een paar mannen gingen op pad om water te putten, bij een bron zo’n 10 minuten van de heuvel af. Fantastisch om te zien, alles binnen handbereik, terwijl je toch volstrekt van de bewoonde wereld verdwenen bent. De natuur biedt alles aan, gratis op te halen. Als de gasten komen met de rijst en het vlees (ja, dat was jammer, ik had gehoopt dat we een van de 30 rondlopende kippen panklaar mochten maken), gaat het koken pas echt beginnen. Alle vrouwen zitten op de matten om de groentjes schoon te wassen en klaar te maken. Ze kletsen wat af, in verschillende talen door elkaar. De mannen die niet brandhout hoeven te kappen, zitten lekker te zitten (en vissen de steentjes uit de rijst). Precies zoals het hoort.

trip13-6trip12-7

Als het vlees en de groente gewassen en gesneden zijn, gaat alles in de pannen. Het begint lekker te ruiken. De mannen zitten met elkaar te kletsen over van alles en nog wat. Handig dat we een tolk bij ons hebben, anders zouden we niet zo ver gekomen zijn. We praten over het leven in de dorpen, de kerk, bijbelvertaalwerk en het spreken in je moedertaal. We leren ontzettend veel van deze wijze mensen, boeiend om hun verhalen te horen.
trip4-8

Inmiddels is het kwart voor 4, en onze lunch is nog niet klaar. Sinds 7 uur ’s morgens hebben we niets meer gegeten. We rammelen. Maar nog even geduld, we zien dat het bijna klaar is. Als dan eindelijk alles klaar staat, scheppen de vrouwen onze borden vol, boordevol. Een homp plakkerige ugali, nog een homp rijst, saus met rundvlees erin (het is immers feest!) en allerlei groentes. Heerlijk!
trip9-9

Ik heb nog nooit zoveel op op m’n bordje gehad, dit ga ik niet opkrijgen. Ik begin braaf de ugali in een bal te kneden, wat groente ertussen te frummelen, in de saus dippen en hupakee. De Tanzanianen zitten ons lachend te bekijken, ’t was vast erg onhandig. Maar we krijgen het er wel in, en het smaakt goed. Maar ik ga het niet opkrijgen, niemand trouwens. We worden aangemoedigd, grappen gemaakt over onze veel-te-kleine-buiken, maar uiteindelijk accepteren ze dat we eten moeten laten staan. Trouwens, zo hoort het ook, niemand verwacht dat je alles op eet. Het is feest, en dan moet er overvloed zijn. Een leeg bord zou kunnen betekenen dat er misschien tekort was.

Om 6 uur ’s avonds hebben we onze ‘lunch’ op. We dachten wel om 4 uur terug te zijn, maar in Afrika blijft zoiets vaak bij denken. Wie had er rekening mee kunnen houden dat het zo hard zou regenen en de wegen zo slecht zouden zijn?! Maar het was een geweldige dag. We hebben aan den lijve ondervonden hoeveel moeite en tijd het kost om een goede maaltijd te bereiden in een dorp. Het is een dagtaak, zeker als je 2-3 maaltijden per dag wil maken. Deze middag helpt ons weer een stapje op weg om het leven in de dorpen te leren begrijpen.

Op de terugweg komen we weer helemaal vast te zitten in het verkeer. Het is 8 uur als we thuis zijn. Moe, maar voldaan. En totaal geen honger…

Habari gani? Zeg maar nzuri; het gaat altijd goed, ook als het niet goed gaat, want er komt een dag dat het weer goed komt…

We genieten erg van onze tijd hier in Dar es Salaam! We zijn allemaal gezond, de kinderen hebben echt hun draai gevonden, we genieten van de cursus, kortom: niks te klagen, we danken God. Wat hebben we deze week zoal meegemaakt?

Lessen
We hebben deze week niet alleen gewone lessen gevolgd, maar hebben ook paar interessante trips gemaakt. Daar zal ik zo wat over vertellen. De onderwerpen voor deze week waar allemaal erg interessant: ‘Afrikaanse vrienden en geld’, ‘wat moet je weten als je mensen in dienst neemt?’, ‘Afrikaanse familie kwesties’, ‘Traditionele godsdienst in Afrika (animisme)’, ‘de pers in Tanzania’, ‘bijbelvertaalprojecten in Tanzania & Oeganda’, ‘het verkeer in Tanzania’, ‘bijbelstudie over lijden’, ‘medische zorg in Tanzania’, ‘hoe neem je beslissingen in de Afrikaanse context?’, ‘kledingvoorschriften’ en een sessie over ‘kindermisbruik op het zendingsveld’. Stuk voor stuk boeiende lessen waar we echt wat mee kunnen (en moeten).

De meeste lessen hebben we in deze ruimte. We zijn meestal met 9 cursisten.

De meeste lessen hebben we in deze ruimte. We zijn meestal met 9 cursisten.

Afrikaanse traditionele religie
De sessie over animisme, de traditionele godsdienst van veel Tanzanianen, vond ik erg boeiend. Het kost even wat moeite om in te leven wat het betekent om je hele leven beheerst te worden door angst voor (vooral) kwaadwillende geesten en altijd op zoek te zijn naar verklaringen voor alles wat misgaat in het leven. Als iemand verongelukt is de vraag niet “wat heeft dit veroorzaakt?”, maar “wie heeft dit veroorzaakt?”. Er is altijd iemand schuldig, misschien iemand die een vloek heeft uitgesproken, een voorouder, een kwaadwillende geest, of misschien is er sprake van hekserij. Gebeurt er iets ergs, dan begint de grote zoektocht, en mensen zoeken wanhopig naar de oorzaak. Vaak moet een ‘heilige man’ of ‘witch doctor’ er aan te pas komen om duidelijk maken wat er gaande is. En de opdrachten die mensen dan krijgen zijn vaak niet mals (de meest gekke dingen). We hoorden van verschillende kanten dat ook christenen en moslims in de praktijk nog heel veel te maken hebben met de traditionele godsdienst, soms is het christendom niet meer dan de toplaag. De problemen die dit oplevert laten zich raden, een enorme uitdaging voor de kerken hier in Tanzania (die geleid worden door mensen die in dit opzicht ook niet allemaal zuiver zijn).

Om 10 uur hebben we altijd 'chai' (thee), hier na de sessie over animisme in Tanzania.

Om 10 uur hebben we altijd 'chai' (thee), hier na de sessie over animisme in Tanzania.

Ik ga naar de markt…
Woensdagmorgen werden we er op uit gestuurd. We kregen ieders 2.000 Tanzaniaanse Shillings mee voor vervoer, en moesten naar de markt om daar te observeren hoe een markt hier werkt. We gingen in groepjes van 2, met iemand erbij om eventueel te helpen bij het Swahili. Nadat we de namen van de markten in ons hoofd geprent hadden en wat basis zinnetjes gerepeteerd (zoals het hele begroetingsritueel en dingen als ‘wat is dit?’ en ‘wat kost het?’), gingen we op weg. Eerst met een tuktuk, een soort brommer met een bakje erachter, naar de hoofdweg. Afrekenen, proberen levend over te steken, en dan wachten op een daladala, zo’n busje waar er altijd nog eentje extra bij in kan. We hadden mazzel, de bus was nog vrijwel leeg, dus we zaten riant. Op de markt was het nog erg rustig. Eerst kwamen we langs een plek waar wat jongens kippen aan het slachten waren. Dat zag er aardig uit: koppie eraf, rommel eruit, veren eraf, klaar is ’t kippie. We hebben hem maar niet gekocht (al was het maar vanwege de 300 vliegen die hem al geproefd hadden). De markt was verder een gezellige plek. Wij konden naar hartelust ons Swahili oefenen, iedereen heeft de tijd, en wij hadden dat ook. Het begroeten gaat altijd vrij voorspelbaar, dus daar kwamen we wel door. Dorien heeft erg veel gemak van haar Swahili, want ze kon aardig vlot over van alles babbelen. Ik knik altijd heftig dat ik het er mee eens ben, en dat ben ik meestal ook wel (hoop ik). Nadat we ongeveer alle namen van al het fruit en groente gehoord hadden, de prijzen hadden uitgevogeld, geobserveerd hadden wie de verkopers waren, wie de klanten waren, of er afgedongen werd of niet, enz., hebben we eerst maar eens een lekker trosje banenen gekocht. 1000 shilling, 80 eurocent. Lekker! Op de terugweg was de daladala al een stuk voller. We zaten er zeker met 30 in, en er kon nog wel meer bij. Ik zat op de achterbank. Een jochie naast me zak met grote ogen naar m’n trosje banenen te kijken. Hij kon er natuurlijk eentje krijgen. Maar dan moest zijn broertje er natuurlijk ook een. Toen we thuis waren, was het trosje half leeg. Maar het was een leerzaam tochtje!

Een van de vele winkeltjes langs de weg waar je wat te eten of te drinken kunt halen.

Een van de vele winkeltjes langs de weg waar je wat te eten of te drinken kunt halen.

Kookles
Dinsdagmiddag hadden we een ander praktische les: hoe maak je een lekkere maaltijd klaar met de dingen die je hier kunt kopen? Met de hele groep zijn we naar het huis van een van de Wycliffers gegaan, en daar kregen we stap-voor-stap uitgelegd hoe we zelf brood kunnen maken/bakken (en wat je ervoor kunt gebruiken), een pizza maken, een pastasaus, enzovoorts. En daarna mochten we alles zelf lekker opeten! Een erg leuke middag!

de dames leren een chocholade-taart maken

de dames leren een chocholade-taart maken

de mannen kregen meer simpelere opdrachten als 'roer in die ronde pan' enzo.

de mannen kregen meer simpelere opdrachten als 'roer in die ronde pan' enzo.

Ziekenhuis
Donderdagmiddag zijn we met de groep naar een ziekenhuis voor invaliden geweest. Dat was wel indrukwekkend. Eerst gingen we naar een kinderafdeling. We zagen kinderen met klompvoetjes die gecorrigeerd waren, x-benen, hazenlipjes of open gehemeltes, en allerlei andere afwijkingen waarvoor een operatie nodig was. Het unieke van dit ziekenhuis is dat ze team er op uit sturen om mensen in de afgelegelen dorpen te vinden voor wie een operatie een enorme verbetering zou kunnen betekenen. Voor een gering bedrag kunnen ze dan geholpen worden. We bezochten ook nog wat andere zalen met patienten, sommige met problemen waardoor ze helemaal buiten de gemeenschap gesloten zijn. We hoorden van een vrouw die 23 jaar lang gewacht heeft op een operatie om haar urine-ontlasting-verlies-probleem te verhelpen (maar inmiddels door haar man en de gemeenschap verstoten is vanwege de stank en het stigma). Zo’n ingreep kan dan een ingrijpende verandering voor zo iemand teweeg brengen. Het doel van dit bezoek was niet alleen om een indruk te krijgen van de gezondheidszorg in Tanzania, maar ook om de weg te weten als bijvoorbeeld je huishulp medische zorg nodig heeft. Het is hier niet zo dat je alleen het salaris betaalt aan je mensen (bewaker/tuinman, huishelp), maar je bent ook verantwoordelijk voor hun medische kosten (als je tenminste goed voor ze wilt zorgen). Het is fijn om dan te weten waar goede klinieken zijn en hoe een opname in z’n werk gaat.

"kun je me helpen, ik heb geld nodig!". Dorien probeert tijdens een simulatie goede keuzes te maken om haar Afrikaanse vrienden te helpen en toch geld genoeg te hebben om haar winkeltje draaiend te houden. Nog niet zo makkelijk, zo bleek...

"kun je me helpen, ik heb geld nodig!". Dorien probeert tijdens een simulatie goede keuzes te maken om haar Afrikaanse vrienden te helpen en toch geld genoeg te hebben om haar winkeltje draaiend te houden. Nog niet zo makkelijk, zo bleek...

Genoeg voor nu. Morgen bezoeken we een kerkdienst waar alles in het Swahili gaat. Na de dienst zijn we als gezin uitgenodigd om bij een Tanzaniaans gezin voor een traditionele maaltijd. We zijn erg benieuwd!