Ik ben onlangs teruggekomen uit Tanzania waar ik, samen met een paar bevriende collega’s, twee weken lang gewerkt hebt met een viertal bijbelvertaalteams. We hebben de uitdagingen van het vertalen van het boek Romeinen besproken en oplossingen verkend die in hun talen en culturen kunnen werken. Het was echt prachtig om te doen!

Het was boeiend om te zien dat bijna ieder team op unieke vertaalproblemen stuit. Zo worstelden de Bende-vertalers met hun vertaling voor het woord ‘besnijden’. In hun cultuur kennen ze dit gebruik niet echt; alleen moslims praktiseren het. De vertalers hadden in hun proefvertaling van Romeinen, waar dit woord nogal eens voor komt, gekozen voor de uitdrukking “iemands voorhuid verwijderen.” De vertalers denken dat het een accurate vertaling is maar ze zijn toch wel bezorgd over hoe expliciet de verwijzing naar een deel van een mannelijk geslachtsdeel is, en of iemand dit zo maar zonder schaamte kan voorlezen. Zeker voor vrouwen die deze woorden misschien in de kerk moeten voorlezen zou dit nogal ongebruikelijk en ongemakkelijk kunnen zijn.

Het was mooi om te zien hoe andere vertalers opbouwend meedachten en mogelijke oplossingen aanreikten. De vertalers hebben de knoop nog niet doorgehakt, maar hebben nu wel verschillende ideeën hoe ze dit kunnen voorleggen aan hun meelezers zonder dat het een heel ongemakkelijk gesprek wordt.

Het was voor mij enorm waardevol om te zien hoe relevant mijn promotieonderzoek naar het gebruik van eufemismen in bijbelvertalingen is. Ik kon inzichten uit mijn studie direct inzetten om vertalers te helpen een goede afweging te maken. En ik vond het interessant om te zien welke factoren zij (wel of niet) meewegen in hun beslissingen. Het vertalen van ongemakkelijke onderwerpen in de Bijbel is nog niet zo eenvoudig!

ds. Albinus Waynse | Simbiti bijbelvertaler

Het onlangs gepubliceerde Nieuwe Testament in de Simbiti taal verandert levens van mensen. Ik sprak eerder deze week met een van de vertalers, dominee Albinus Waynse, en hij vertelde mij een bijzonder verhaal over wat er tijdens kerst gebeurd is in een van de Simbiti dorpen.

Hij vertelt: “Op eerste kerstdag werd ik gevraagd om naar iemands huis te komen. Ik kreeg het verzoek om de magische attributen te komen verbranden die deze persoon jarenlang gebruikt heeft voor allerlei duistere praktijken. Hij vertelde dat hij het Evangelie in zijn eigen taal, het Simbiti, gehoord heeft en de boodschap heeft begrepen. Hij zei: “Nu ken ik de waarheid en ik wil niet langer meer mensen bedriegen en in de macht van Satan houden terwijl ze door God geschapen zijn!”

Dominee Waynse vervolgt: “Je begrijpt hoe blij ik was om dit te horen. Zeker omdat ik een dag eerder iets vergelijkbaars had meegemaakt. De dag voor kerst was ik namelijk ook gevraagd om iemand thuis te bezoeken. Deze persoon had drie verschillende attributen die hij gebruikte voor zijn magische, duistere praktijken. Hij vertelde me dat al eens eerder geprobeerd was om ze te verbranden. Maar tot zijn grote verbazing vond hij ze ongeschonden terug in zijn eigen bed toen hij thuiskwam. Hij was hier erg van geschrokken en ging door met zijn magische praktijken.”

Toen Waynse dit verhaal had aangehoord, probeerde hij de potten met de bijbehorende attributen te verbranden, maar het wilde niet branden. Toen namen ze alle spullen mee naar het huis van dominee Waynse zelf en daar brandde alles direct als een fakkel. De persoon werd op dat moment bevrijd van de duistere macht die hem zolang in z’n greep had gehouden. De eerste zondag erop kwam hij naar de kerk en gaf vol vreugde en vrede een getuigenis over hoe God hem had vrijgemaakt.

De volgende dag, op eerste kerstdag, mocht Waynse dus opnieuw iemand helpen om vrijheid te vinden door de waarheid van het Evangelie te geloven en concreet te breken met het verleden. Waynse was erg verrast toen deze persoon met een grote verzameling magische attributen aan kwam lopen, meer dan hij ooit gezien had als iemands persoonlijke collectie.

Na een kort gebed werden de lucifers tevoorschijn gehaald en de spullen in brand gestoken. De vlammen legden alles snel in as.

Het is misschien voor sommigen van ons moeilijk om de betekenis van een moment als dit helemaal goed aan te voelen. Toch is het is een enorme stap, want de wereld van de duisternis heeft veel macht en kan mensen enorm veel schade aandoen. Maar de boodschap van het Evangelie, dat Jezus macht heeft over Satan en de hele geestelijke wereld, geeft mensen echte vrijheid, vrede en vreugde.

De woorden in de Simbiti-Bijbel zijn waar: Jezus is gekomen om de werken van de Satan te verbreken (1 Johannes 3:8). Hij doet het nog steeds.

De onverwacht scherpe toename in het aantal covid-besmettingen in Rwanda is zorgwekkend. De hoofdstad Kigali is momenteel het epicentrum, en ons deel van de stad (Kimironko) blijkt momenteel de grootste brandhaard te zijn.

Dorien voelde zich begin vorige week wat ziekig en moe, maar verder niets verontrustends. Tot het toch wel heel lang duurde en ze na vijf dagen haar smaak kwijtraakte. Op maandagmiddag zijn we toch maar gaan testen, en ze bleek inderdaad corona te hebben. Na Dorien’s positieve test, heb ik ook gelijk maar een test gedaan, maar die was negatief. Gelukkig mocht Dorien naar huis om daar uit te zieken en zich 14 dagen te isoleren.

En toen stond daar opeens de politie voor de deur. Met een soort enkelband, een groot-uitgevallen gps-horloge. De agent schroefde de gps op haar pols en waarschuwde Dorien om niet buitenshuis te gaan, want er zou een belletje gaan rinkelen op de alarmcentrale. Ook ik kreeg nog een waarschuwing mee. Waarom ik toch op blote voeten door een besmet huis liep?! Het contrast met zijn glimmende zwarte laarzen was ook wel erg groot.

Ik vroeg aan de agent of alle positieve gevallen een gps kregen. Hij zei van wel. Als het klopt, dan zijn dat er momenteel 800-900 per dag!  De agent gaf ons een telefoonnummer om over 14 dagen te bellen als we een negatieve test konden laten zien. Beterschap! En weg was hij weer.

In een recent krantenartikel vertelt iemand over zijn beklemmende gevoel om zo dag en nacht gevolgd te worden. Er wordt onder andere gesuggereerd dat alleen mensen waarvan vermoed wordt dat ze zich misschien niet aan de zelf-isolatie regel houden een gps om krijgen. Hoe dan ook, Dorien heeft hem nu om. En iedere voetstap, of uurtje diepe slaap wordt geregistreerd.

Gelukkig voelt Dorien zich momenteel alweer een stuk beter. Haar smaakvermogen is weer grotendeels terug en we hopen dat ze er geen langdurige gevolgen aan overhoudt. Ik en de kinderen (ook Michaja is weer thuis!) zijn tot nu toe gezond gebleven.

[NOOT: Dit is een wat langere blog waarin ik reflecteer op een ontmoeting die mij als zendeling uitdaagt. Een van mijn professors zei ooit:  “In het Nieuwe Testament werden de theologische discussies voor een groot deel bepaald door missionaire vragen.”  Ik moest aan zijn woorden terug denken na de ontmoeting waar deze blog over gaat. Ik kom regelmatig in situaties terecht die mij als zendeling en theoloog voor mooie en uitdagende vragen stellen, en waar ik niet altijd direct een antwoord op hoef te hebben. Het zoeken naar antwoorden is soms net zo waardevol als het uitkomen bij antwoorden. Leestijd: 5 minuten]

Ze tikte me aan het eind van een begrafenis op m’n schouder. “Hé, ken je me nog?” Ik moest even diep graven in mijn geheugen. Toen herinnerde ik me haar weer. Een jonge vrouw uit een kerkje waar ik regelmatig kwam om te preken. Ze was een alleenstaande vrouw met een moeilijk huwelijk. Ze had een klein kind dat bijna altijd ziek was en gebed nodig had. Zijzelf werd tijdens de diensten nogal eens aangevallen door duistere krachten en ze had veel gebed nodig.

Ze vertelt me nu dat ze verhuisd is en inmiddels nog een kind heeft. Wat ze me daarna vertelt had ik niet helemaal verwacht: Lees verder →

Tijdens het vertalen van de Bijbel komen we nogal wat “broers” tegen. In veel talen, waaronder het Nederlands, is het vaak niet relevant om te vermelden of het om iemands oudere of jongere broer gaat. In beide gevallen wordt hetzelfde woord gebruikt. Echter, in veel Afrikaanse talen bestaan er verschillende woorden voor “oudere broer” en “jongere broer.” Leeftijd en senioriteit spelen in veel culturen een grote rol, en dat is zichtbaar in de talen die gesproken worden.

Maar wat nu als je als bijbelvertaler niet weet wie de jongste of de oudste broer is? Ik ben momenteel met de Simbiti bijbelvertalers het Evangelie van Johannes aan het vertalen. In Johannes 1:40-41 staat dat één van Jezus’ discipelen Andreas heet, “de broer van Simon Petrus.” Het is Andreas die “zijn broer” vertelt dat hij de Messias heeft gezien en hem bij Jezus brengt.

Een Engelse of Nederlandse vertaler hoeft zijn hoofd niet te breken over wie er nu de oudste is: Andreas of Petrus. Het zal voor de vertaling zelf niet veel uit maken. Maar een Simbiti vertaler zal graag willen weten wie de oudste is, omdat hij dan een natuurlijke uitdrukking kan gebruiken die in één keer de relatie helder maakt. Dus wie is de oudste?

Het Grieks biedt helaas weinig hulp. Een broer is een broer, en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een jongere of oudere broer. Toch lijkt het waarschijnlijk dat niet Andreas, maar Petrus de oudste was. In het Hebreeuws en Grieks wordt in een opsomming de oudste broer doorgaans het eerst genoemd. In alle bijbelverzen in de andere Evangeliën waarin zowel Andreas als Petrus genoemd worden, staat de naam van Petrus voorop. Alleen Johannes is hier de uitzondering, maar dat zou er simpelweg mee te maken kunnen hebben dat Andreas eerder een discipel werd dan Petrus. Toch zou het ook zomaar kunnen dat Petrus altijd voorop gaat omdat hij later de meest invloedrijke discipel van Jezus werd, meer dan zijn – misschien toch wel oudere – broer.

Dus wat ga ik de Simbiti vertalers adviseren om te doen? Een mooie natuurlijke uitdrukking gebruiken die aangeeft dat Petrus de oudste van de twee is? Dat is wat de vertalers gedaan hebben in hun eerste vertaling. Het klinkt goed in het Simbiti, maar we weten helaas niet zeker of het klopt. En onze vuistregel is altijd: “Bij twijfel niet inhalen.” Mocht Andreas nu toch de oudste blijken te zijn, dan hebben we een Bijbelvertaling gepubliceerd waarin een onjuistheid staat. En dat zou onacceptabel zijn.

Gelukkig hebben de Simbiti naast de woorden voor “oudere broer” en “jongere broer” ook een algemeen woord voor “broer”. Dat zouden ze kunnen gebruiken, al zal de vertaling dan wel een beetje aan helderheid inleveren. Het algemene woord voor “broer” wordt namelijk heel breed gebruikt. Zelfs je buren, vrienden, stamleden of landgenoten worden in het dagelijkse spraakgebruik als “broer” aangeduid. Het zal dus vanuit de context van ieder bijbelvers wel duidelijk moet zijn dat Andreas een biologische broer van Petrus is.

Daar gaan we het volgende week over hebben als we dit probleem samen bespreken. Ik ben benieuwd hoe we uitkomen bij een heldere, natuurlijke en correcte vertaalkeuze.

*  Dit vertaalvoorbeeld is overgenomen uit onze laatste nieuwsbrief van juli 2018

Ik begin aan deze blog in een pikdonkere guesthouse in Mugumu, een klein stadje aan de rand van het wereldberoemde Serengeti safari park. De stroom is uit, er is geen stromend water, de mieren lopen tegen mijn bedpoten omhoog, en ik zie gaten in mijn muskietennet zo groot als mango’s. Maar ik voel me dankbaar voor een geweldig positieve week met onze nieuwe Ikoma meelezers. Bij kaarslicht ondertekenen we de certificaten voor de Ikoma vrienden die vandaag officieel als meelezers worden benoemd!

Het duurt niet lang meer, hopen we. Nog ongeveer twee jaar, en dan krijgen de Ikoma mensen Genesis en het Nieuwe Testament in hun eigen taal. Het werd hoog tijd om het inmiddels afgeronde deel van de vertaling voor te leggen aan onze meelezers, een groep vertegenwoordigers uit alle bestaande kerken in Ikoma land.

Maar voordat meelezers onze vertaling kunnen beoordelen, moeten ze wel wat training krijgen. In mei hebben we een introductie-cursus gegeven, en deze week deel 2 voor gevorderden. Het resultaat: we hebben nu negen Ikoma kerkleiders die zich pro deo willen inzetten om alle vertaalde boeken zorgvuldig door te nemen, en hun verbeterpunten met de vertalers te bespreken. Geweldig!

Hieronder zeven redenen waarom ik met zoveel voldoening terug kijk op deze trainingsweek:

#1: Deze workshop werd gehouden in de Lutherse Kerk van Mugumu. Ook al hadden we tijdens deze meelezers-training geen deelnemers uit de Lutherse Kerk, de predikant stond erop dat het in zijn kerk gehouden werd, gratis en voor niets. Het is fantastisch dat we partners hebben die delen van wat ze kunnen delen. 

#2: Dominee Muya leidde een van de dagopeningen uit de Ikoma Bijbelvertaling. Niet alleen de bijbellezing, maar ook de uitleg en het gebed deelde hij in vloeiend Ikoma. Het was een prachtig voorbeeld voor alle aanwezige kerkleiders dat het kan, en dat de boodschap van de Bijbel op een ongekend krachtige manier doordringt in je hart.

#3: “Mungu anaongea lugha yetu” staat er op zijn T-shirt. Het betekent: “God spreekt onze taal!” De meelezers hebben in de afgelopen maanden in groepen een compleet Evangelie doorgelezen en de vertaling van opmerkingen voorzien. Tijdens de trainingsweek bespraken ze elkaars opmerkingen en formuleerden suggesties tot verbetering. De bijbelvertalers hebben alle suggesties meegenomen en gaan ze beoordelen. Waar mogelijk wordt de vertaling verder verbeterd. Ik was enorm bemoedigd om te zien hoe zorgvuldig gekeken werd of de betekenis van de bijbelteksten overal correct was en helder overkomt.

#4: We hadden niet alleen mannen, maar ook vrouwen die gerespecteerde rollen vervullen in de Ikoma stam. Dat leverde tijdens onze besprekingen soms waardevolle inzichten op. Deze vrouwen hebben door het Mattheüs Evangelie heen gewerkt, en kwamen met goede ideeën om de vertaling op een paar plekken te verbeteren. Sommige bijbelverzen gaan over dingen waar vrouwen meer over weten dan mannen. Het was ontzettend waardevol om hun inbreng te verzamelen en ervoor te zorgen dat we de juiste woorden gebruiken voor soms wat gevoelige onderwerpen.

#5: We hadden deelnemers uit een breed scala aan kerken, maar de discussies waren zeer respectvol. Er werd goed naar elkaar geluisterd en het gebeurde meerdere keren dat iemand tijdens de discussie zijn mening bijstelde en een inzicht van iemand anders overnam.

#6: Aan het einde van de week hadden we een open discussie over hoe de meelezers hun werk willen gaan doen. Het was prachtig om te zien hoe de meelezers zichzelf in groepen organiseerden en plannen maakten hoe ze hun werk zo efficient en goedkoop mogelijk zouden kunnen doen. Iedere deelnemer besloot vrijwillig mee te werken zonder een vergoeding van Wycliffe te verwachten. Tijdens de officiële benoemingsceremonie ontvingen we een aantal genodigden uit verschillende kerken. Op deze foto moedigt de voorzitter van het Ikoma taal-comité de meelezers aan om hun werk trouw te doen. Hij zei: “Niemand van jullie had ooit verwacht dat u ooit meelezer zou mogen zijn van de eerste bijbelvertaling in de Ikoma taal. Nu u vandaag bent benoemd, moedig ik u aan om het werk van God vol overgave te doen!”

#7: Omdat iedereen geschikt bleek en zich pro Deo wil inzetten voor de Ikoma bijbelvertaling, konden we iedere deelnemer officieel tot meelezer benoemen. De negen nieuwe meelezers beloofden trouw te zijn in hun werk, en zich actief in te zetten voor de verspreiding en acceptatie van de nieuwe Ikoma Bijbel.

#8: Eigenlijk had ik maar zeven redenen, maar ik heb het impalavlees nog steeds niet genoemd! Zoals gezegd wonen de Ikoma aan de rand van een groot natuurreservaat. Het wil in zulke regionen nog wel eens gebeuren dat een lichtvoetig mals diertje wat te dicht bij te bewoonde wereld terecht komt (of een Ikoma jager een tikkeltje te ver afdwaalt van de bewoonde wereld), en dan maakt zo’n beestje kennis met de scherpe punt van een pijl of speer. Een lokale delicatesse, kimoro genoemd. Op een van de laatste dagen van de workshop werd ik er al op voorbereid dat er morgen ‘kimoro’ zou zijn. Wat het was dat zou ik wel zien. Nou, ik moet zeggen, het gedroogde zoute vlees van een impala is prima te eten!

We zijn alweer een maand terug in Tanzania. Elke dag biedt weer nieuwe situaties en soms flinke uitdagingen. Dat is zo gewoon dat we er vaak niet lang over nadenken en al helemaal vergeten er over te schrijven. Maar dat willen we de komende tijd anders doen. Met een paar korte blogs willen we schrijven over gebeurtenissen die ons bemoedigen of juist zorgen geven. Kortom: snapshots uit het gewone leven van een Nederlandse familie die God wil dienen in een uithoek van Tanzania.

Zondag 27 augustus 2017

We zitten om half 10 in de auto op weg naar Mmazami. Het is een van de Kabwa dorpen waar we al sinds 2009 regelmatig komen. Vandaag bezoeken we de gemeente van een bevriende voorganger. Als we aankomen worden we hartelijk omhelsd. 4 maanden is een lange tijd om weg te zijn, en we zijn blij om elkaar weer gezond en wel te zien.

De dienst is al begonnen als we binnenstappen. Inmiddels kennen we de kunst van het te laat komen. We missen nooit wat. Alles in de kerk lijkt nog te zijn zoals het was toen we weg gingen, met dit verschil dat er nu fel gekleurde sjerpen voorin de kerk hangen en de geluidsboxen vandaag lijken te ontbreken. Daar zijn we in het geheel niet rouwig om. Het is altijd prettig om een dienst mee te maken zonder propjes papier in de oren. Maar we snappen de logica van onze geluidsman ook wel: als de boodschap de moeite waard is, moet iedereen het kunnen horen. Niet alleen binnen de kerk, maar ook er buiten. Dat de arme gelovigen binnen met bonkende hoofden en piepende oren naar buiten stappen, is dan maar het nodige offer dat gebracht moet worden. Maar vandaag heerst er een aangename vrede onder het inmiddels gloeiende golfplaten dak.

Ik heb op dit moment nog geen idee wie er zal preken. De preek is het laatste onderdeel van de dienst. Normaal gesproken preekt de gast, maar vandaag zijn er wel drie gasten die in aanmerking komen. Twee dominees uit de hoofdstad en ik. En dan is er nog de eigen predikant die zich heeft voorbereid voor het geval de gasten niet komen opdagen. Terwijl de dominee de hele dienst aan elkaar praat, krijgen de twee gasten eerst de gelegenheid om de gemeente toe te spreken. Als ze beiden na een kleine 10 minuten klaar zijn met hun aanmoedigende boodschap, begrijp ik hoe de vlag erbij hangt. Ik mag straks de preek gaan houden.

Inmiddels heb ik geleerd om altijd voorbereid te zijn. Niet dat ik alles op papier of in mijn hoofd hoef te hebben, maar wel dat ik er klaar voor ben om de gemeente Gods woorden te laten horen. Dat is soms niet zo moeilijk als het je dagelijkse werk is om de Bijbel te vertalen en elke week mag lesgeven aan een bijbelschool. De preek die ik vandaag hoop te houden zal gaan over dat God altijd barmhartig is, en ons altijd troost. Hoe meer we lijden, hoe meer we Gods hulp ervaren, en hoe beter we anderen kunnen troosten die door vergelijke situaties heengaan (2 Korinthe 1). Voor een gemeente die door een moeilijke periode van voedseltekort en droogte heengaat, is het een boodschap van hoop. En zo wordt het ook ervaren.

Maar dan zie ik opeens iets moois gebeuren. De predikant vertelt aan de gemeente dat hij bij broeder Ema op bezoek is geweest, en dat hij geschrokken was van wat hij daar zag. Ema’s vrouw is zwanger. Tijdens het korte bezoek van haar predikant viel ze twee keer flauw. Niet door boze geesten, zoals eerst werd gedacht, maar door bloedtekort. In het hele huis was geen eten te bekennen. Tijdens de dienst krijgt de gemeente te horen wat er aan de hand is, en ik wordt geraakt door wat er dan gebeurt.

De een na de andere in de kerk staat op en belooft zijn of haar hulp. Een kilo suiker, een mand met fruit, een emmer mais, een koeienkop voor in de soep, een blok zeep en kilo’s bonen. Zelfs kinderen beloven iets te brengen. Binnen 15 minuten zijn alle ingrediënten voor een feestmaal aanwezig. Ema zit met tranen in zijn ogen alles aan te kijken. De schaamte maakt plaats voor vreugde. Gods troost bereikt hem, via de handen van zijn vrienden in de kerk. En precies zoals in het bijbelgedeelte dat we lazen, prijst de hele gemeente God dat hij ons troost in de moeilijkste situaties. Juist de mensen die dit zelf meegemaakt hebben, staan voor in de rij om troost te bieden in woord en daad.

Ik wordt geraakt door wat ik zie. Hier zie ik een gemeente die het hart van God vertolkt. Liefde, ontferming, troost, hulp. De Afrikaanse kerk kent allerlei problemen, maar dat weerhoudt de gelovigen er niet van om elkaar te dienen door de liefde. Hier zie ik iets gebeuren waar ik stil van wordt, en God heel hartelijk voor dank!

CIP publiceerde onlangs een interview met mij over ons werk in Tanzania. In dit interview vertel ik over een moslim die tot geloof komt nadat God hem op een bijzondere manier had voorbereid. Ook vertel ik kort iets over geestelijke strijd in Tanzania en wat wijzelf daar in de afgelopen jaren over geleerd hebben.

1. Je hoort regelmatig verhalen van mensen die hun leven toewijden aan de Heere Jezus. Kun je een verhaal getuigenis delen om te laten zien hoe God in Tanzania aan het werk is?
“Onlangs hoorde ik een prachtig getuigenis van een Tanzaniaanse bijbelvertaler, Odilo. Ik heb in 2014 een paar weken met Odilo en anderen gewerkt aan de vertaling van het boek Handelingen in de Sandawe taal. Omdat de Sandawe mensen veel liever een verhaal luisteren dan lezen, is ook het boek Handelingen in een provisorisch opgezette studio opgenomen. Via kleine audio-Bijbels kan de Bijbel op de meest afgelegen plekken worden gebruikt. De boodschap bereikt nu ook Sandawe mensen die niet zelf kunnen lezen.

Odilo en zijn collega vertaler trokken een paar maanden geleden naar een afgelegen dorp op de grens van het Sandawe gebied. Na aankomst stelden ze zich voor aan de dorpsoudste en vertelden wat ze kwamen doen. Ze vroegen advies wie in het dorp een geschikte kandidaat zou zijn om de audio-Bijbel te krijgen. Het zou iemand moeten zijn die een groepje kon leiden om samen naar de Bijbel in de Sandawe taal te luisteren.

De persoon die toen door de dorpsoudsten naar voren geschoven werd was een gerespecteerde man die tijdens het gesprek in hetzelfde vertrek aanwezig was, Sauli. Odilo begreep al snel dat Sauli een leraar en leider van de lokale moslimgemeenschap was. Tot ieders verrassing bedacht Sauli zich geen moment toen hij een audio-Bijbel aangeboden kreeg. Hij accepteerde het aanbod, en ging met de audio-Bijbel naar huis.

Niet lang daarna kreeg vertaler Odilo een telefoontje van Sauli,” gaat André verder. “Sauli vertelde dat hij had besloten dat hij niet langer het islamitisch geloof wilde verspreiden, maar dat hij Jezus wilde volgen. Hij vertelde Odilo waarom hij geen moment had getwijfeld om de audio-Bijbel aan te nemen. Er was namelijk een paar dagen ervoor iets gebeurd.

Toen Sauli zich op een avond klaar maakte om te gaan slapen in een guesthouse, verscheen er plotseling een licht op de muur van zijn kamer. Hij zag een kruis oplichten en hoorde toen kraakhelder een stem die zei: ‘Jezus houdt van je!’ Sauli schrok zich een hoedje en dacht dat het spookte, dus hij vroeg onmiddellijk om een andere kamer. Diezelfde avond gebeurde hetzelfde ook in die kamer, en nu zei de stem ‘zelfs als je verhuist, Jezus houdt van je!’ Toen Sauli een paar dagen later naar de audio-Bijbel begon te luisteren, leerde Hij Jezus kennen en wilde Hem gaan volgen.

Odilo zocht Sauli op zo snel hij kon. Ze hadden een goed gesprek. Sauli meende het serieus dat hij Jezus wilde volgen. Hij vertelde Odilo dat hij kort daarvoor opnieuw een stem had gehoord die zei: ‘Je hebt een vrouw, maar je bent niet met haar getrouwd.’ Sauli snapte het niet. Iedere zichzelf respecterende man had toch meerdere vrouwen?! Maar Odilo begreep de woorden wel, en hij vertelde Sauli dat het belangrijk is om nu zijn hele leven aan God toe te wijden.

Odilo heeft nu een paar keer met Sauli gesproken en de kans gehad om het Evangelie verder te uit te leggen. Uiteraard moet Sauli nog veel dingen leren en dat wil hij ook graag. Er is in het dorp echter geen bestaande kerk met gelovigen die Sauli kunnen begeleiden. Hij heeft daarom besloten om te verhuizen en de gaan wonen in het dorp van Odilo, zodat hij met Odilo mee kan gaan naar bijbelstudies, samenkomsten en gebedsuren. Sauli en Odilo bestuderen nu samen met anderen de Bijbel, en als Odilo eropuit gaat om bijbelstudies te leiden, gaat Sauli met hem mee.

Ik was enorm bemoedigd toen ik hoorde hoe Odilo nu als evangelist het Evangelie verspreidt in alle uithoeken van het Sandawe gebied. En wat geweldig om te zien hoe God mensen als Sauli al voorbereidt, zodat de nieuw vertaalde bijbelwoorden op het juiste moment op de juiste plek komen en vrucht dragen.”

2. Eerder dit jaar schreef je dat een meisje in Tanzania is bevrijd van kwade geesten. Komt dit vaker voor in Afrika? En wat zeggen dit soort ervaringen over de geestelijke strijd in dat land?
“We zien heel vaak dat kwade geesten mensen binden, maar het wordt vaak pas echt goed zichtbaar als er over deze mensen gebeden wordt. Tot die tijd kunnen demonische machten op allerlei manieren aan het werk zijn, soms zonder dat iemand bij anderen heel erg opvalt. Als we in de kerk in Jezus’ naam preken en bidden, dan kan het confrontatiemoment gewoon niet uitblijven. Dat kan soms best heftig zijn en ongelooflijke krachten kunnen in iemand loskomen. Maar de meeste kerken zijn hiermee voldoende vertrouwd en weten hoe ze Jezus’ autoriteit mogen uitspreken over iemand. Het is bijzonder wat een bevrijdende vrede iemand kan ervaren als de kwade geesten hem of haar moeten loslaten. Het Evangelie is écht een bevrijdende boodschap!

3. Welke les heb je in de afgelopen jaren geleerd door je werk voor Wycliffe?
“Het is ontzettend verrijkend geweest om jarenlang in een multicultureel team samen te werken in Gods Koninkrijk,” laat de zendingswerker weten. “Van onze Tanzaniaanse broeders en zusters hebben we geleerd om echt oog te krijgen voor de onzichtbare geestelijke wereld die schuil gaat achter de werkelijkheid van iedere dag. Ik denk dat ik daar vroeger onvoldoende van begreep. Ik onderschatte misschien wel de ongelooflijke kracht van de duisternis en de echte bevrijdende kracht van Jezus in het leven van nu. Als we worstelende mensen kunnen zien in dat licht, kunnen we meer geduld op brengen en grotere verwachting hebben van wat Jezus kan doen in iemands leven. Jezus heeft alle macht, niet alleen in de hemel, maar ook nu op de aarde.”

Wycliffe plaatste gisteren een blog met daarin een verhaal uit onze laatste nieuwsbrief.

Wat is het een bemoediging voor bijbelvertalers om te zien hoe God hun werk op de een of andere manier gebruikt om mensen te zegenen. Het is geweldig dat zoveel mensen in de afgelopen tijd in aanraking gekomen zijn met het Evangelie, en gezien hebben hoe Jezus alle macht heeft, ook op de aarde.

 

Bezeten meisje genezen

» door André Kamphuis

Onlangs werd in het Ikizu-gebied (Tanzania) de film over het leven van Jezus voor het eerst vertoond. In het gebied werken veldmedewerkers André en Dorien Kamphuis. De lokale vertalers, met wie André en Dorien samenwerken hebben hun bijdrage aan de film geleverd door het script te vertalen, woorden die voor een groot deel uit het Lukas-Evangelie komen en al eerder in het Ikizu vertaald zijn. De vertoning van de film had impact op de lokale bevolking.

Eén van de lokale vertalers, Rukia, kwam terug van de vertoning met een indrukwekkend verhaal:

“Een paar dagen na de vertoning van de Jezus-film, zagen twee jonge mannen een grote groep mensen bij elkaar op straat. Ze dachten eerst dat er misschien een ongeluk gebeurd was. Ze kwamen dichterbij om te kijken wat er precies aan de hand was. Een van de twee mannen was een gelovige, de andere niet, al had hij wel eerder die week de Jezus-film gezien.

Toen ze dichterbij gekomen waren, zagen ze in het midden een meisje dat bezeten was door kwade geesten. Het meisje was in de voorgaande maanden al verschillende keren naar dokters geweest, maar niets had geholpen. De ene jonge man die zelf geen christen was, zei dat hij vond dat het meisje zich net zo gedroeg als de persoon in de Jezus-film die door Jezus genezen werd. Daarom besloot zijn vriend om het meisje mee te nemen naar een kerkje in de buurt, zodat de voorgangers voor haar konden bidden.

Tijdens het gebed om haar bevrijding en genezing, verlieten de kwade geesten haar. Het meisje én haar familie geloofden vanaf dat moment in Jezus en wilden nu ook christen worden. Op dezelfde dag werd het hele gezin van 11 mensen gedoopt.

Als de jonge man de Jezus-film niet gezien had, zou hij niet geweten hebben dat Jezus de macht heeft over kwade geesten en mensen uit hun macht kan bevrijden.”

Toen André in de middag nog even met de lokale vertaler Rukia over deze bijzondere gebeurtenis sprak, vertelde zij dat het hele gezin nog steeds trouw naar de kerk komt en ze gegroeid zijn in hun geloof. Hoe geweldig is dat?

Over de schrijver:

André Kamphuis schreef bovenstaande tekst in zijn nieuwsbrief. Hij en zijn vrouw, Dorien, zijn betrokken bij het Bijbelvertaalwerk in Tanzania. André is vertaalconsulent en traint vertaaladviseurs en Bijbelvertalers. Dorien is taalkundige en geeft thuisonderwijs aan hun drie kinderen.

U kunt het werk van André en Dorien steunen door voor hen te bidden of door een gift over te maken via hun persoonlijke pagina.

Wat we deze week zagen, hadden we echt nog niet eerder gezien. Konijnen graven gaten, honden ook, maar kameleonnen? Die klimmen toch rond in dicht gebladerte, hoog en laag boven de grond? Hoe dan ook, deze week zagen we tot onze verbazing een kameleon tot aan zijn staart in een zelf gegraven gat in onze moestuin. Waarom? Dat was voor ons eerst een raadsel.kamaleon_tuin

Mysterieus
Veel Tanzanianen zien de kameleon als een gevaarlijk dier waar je maar beter bij vandaan kunt blijven. Het is natuurlijk ook een mysterieus beest: hij heeft een geheimzinnige, dansende manier van lopen, hij kan maar zo van kleur veranderen, en als hij zich bedreigd voelt begint hij vervaarlijk te sissen en te blazen. Sommige soorten hebben stekels over de rug en kop, en een stekelige ‘baard’. Hij zal dus ook wel giftig zijn, is de conclusie.

Dramatisch verhaal
Verschillende verhalen over kameleonnen doen hier de ronde. Men gelooft bijvoorbeeld dat een kameleon hoog in een boom gaat zitten als het jongen krijgt. De kameleon laat haar buik openbarsten, de jongen kruipen eruit, maar de moeder zelf valt dood op de grond. Een dramatisch verhaal, maar alle Tanzanianen weten dat het zo gaat. Ook mama Sofia (onze huishelp) en Jonas (de tuinman) vertelden mij dat dit zo gebeurt.

Openbarsten
Toen Jonas op een avond een kameleon zag graven in onze moestuin, wist hij niet wat hij ervan moest denken. Toen we met z’n allen er omheen stonden te kijken met onze zaklantaarn, vroegen we ons af: Is hij zich aan het ingraven? Zou hij eten zoeken? Zou hij (of beter: zij) soms eieren willen leggen? Dat laatste leek toch wel heel waarschijnlijk, maar Jonas maakte duidelijk dat dat niet kan en vertelde ons hoe een kameleon in een boom uit elkaar barst bij het kinderen krijgen. Tja, wij wisten het ook niet. Het proces vorderde maar langzaam dus wij gingen weer naar binnen.

Kameleon_schatgraver

Modder op de neus
De volgende morgen zagen we dat de kameleon haar karweitje had afgerond en het gat weer had gedicht. Ze rustte zichtbaar vermoeid uit in een struikje bij haar graafwerk, en verstopte zich niet eens toen we dichtbij kwamen. De modder zat nog op haar neus (zie bovenste foto). We zochten op internet op hoe kameleonnen zich voortplanten. En tot onze verrassing vonden we een website die precies uitlegde hoe kameleonnen eieren leggen in zelf gegraven gaten in de grond. De foto’s lieten precies zien wat wij die avond met onze eigen ogen hadden gezien. Dus ze leggen wél eieren en doen dat niet in een boom, maar onder de grond!

Tikkels
Michaja vroeg of ze een paar van de eieren mocht opgraven om ze te kunnen zien uitkomen. Volgens de website kon dat, als je het voorzichtig deed. Na een tijdje heel voorzichtig graven met de handen, zag ze iets spierwits in het zand: ze had de eieren gevonden! Kleine zachte witte balletjes, 1,5 cm lang (ze doen mij aan dropmint Tikkels denken). Het bewijs dat uiteindelijk ook onze tuinman en huishelp overtuigde. Ze hebben met eigen ogen gezien, dat waar ze hun leven lang al van overtuigd waren, een verzonnen verhaal blijkt te zijn.

Eieren_grond

Schatgraven
We wisten niet hoeveel eitjes we konden verwachten. Elke keer als we een eitje uit het gat haalden, zagen we daaronder weer wat wits door het zand heen schemeren. Toen we er twaalf uitgehaald hadden, vonden we het welletjes, maar het was duidelijk dat er nog minstens zoveel eieren in de grond lagen, en wie weet hoeveel meer nog. We wilden het nest niet nog meer verstoren, dus we weten niet hoeveel er in totaal waren, maar waarschijnlijk meer dan 25. Het gat hebben we weer dichtgemaakt en de aarde net zo aangedrukt als mama kameleon gedaan had. Ongelooflijk dat eieren zo’n 20 centimeter onder de grond overleven, zich ontwikkelen, en uit kunnen komen. Blijkbaar kunnen baby kameleonnen heel goed zich een weg naar boven graven! De twaalf eitjes die we er uitgehaald hadden, liggen nu in een donkere kast in een bak aarde te wachten tot de baby kameleonnetjes volgroeid zijn. We moeten daarvoor zo’n zes maanden (!) geduld opbrengen.

Michaja_Kameleoneitjtes

Buurvrouw in paniek
Maar wat heeft een kameleon met de kerk te maken? Natuurlijk helemaal niets, maar toch ook wel. Twee dagen nadat we de eieren gevonden hadden, kwam mama Sofia (onze huishelp) haar buurvrouw tegen. Deze buurvrouw vertelde haar in tranen dat ze niet naar de kerk kon die avond (voor het gebedsuur). Ze had namelijk die middag tot haar grote schrik gezien dat een kameleon in haar tuintje een gat aan het graven was. Met een schep had ze de kameleon opgeschept en een heel eind verderop weggegooid. Toen ze terugkwam bij haar huis zag ze tot haar verbazing een tweede kameleon die op precies dezelfde manier ook een gat groef! Ze was er ontzettend ongerust over. Ze wist wel zeker dat er ongeluk op komst was. Ze vertelde mama Sofia dat ze echt niet naar de kerk kon komen, en vroeg of ze aan de oudsten van de kerk wilde laten weten dat ze bij haar thuis moesten komen bidden, want ze had twee kameleonnen gezien die zich wilden ingraven bij haar huis! Ze had echt gebed om bescherming nodig.

Toch naar de kerk
Toeval of niet, maar mama Sophia had net twee dagen eerder ontdekt dat er geen enkele reden voor angst is. Ze had ontdekt en met eigen ogen gezien dat dit de manier is die God ontworpen heeft voor de voortplanting van kameleonnen. Ze wist de in paniek geraakte buurvrouw tot kalmte te brengen, en haar te overtuigen dat er geen reden voor angst was. De tweede kameleon hebben ze verder haar gang laten gaan. De rust was weergekeerd en de buurvrouw kon toch naar de kerk!

Of er tegen het eind van het jaar 12 kleine kameleonnetjes uit onze kast zullen kruipen? We zullen het zien…