Deze week was de eerste week van LACA – Language And Culture Acquisition (taal- en cultuurverwerving).

En het was leuk. Heel erg leuk!

Sinds 3 jaar heb ik weer “in de schoolbanken” gezeten, het is intensief om al dat Engels te verwerken, maar ik geniet er heel erg van. Het is ook zo interessant! En omdat we straks echt Swahili gaan leren, is het ook heel relevant.

Om een idee te geven, een paar onderwerpen uit deze eerste week waren:

  1. Verschillende theorieen over hoe je het best een taal leert (nazeggen en herhaling – je blootstellen aan taal – nadruk op overdracht van de boodschap – interactie met taalsprekers). Uit verschillende theorieen gebruiken we een stukje.
  2. Verschillende dimensies bij het taal leren: bijv. de socioculturele dimensie (je leert taal niet als een geisoleerd element maar als middel tot communicatie, je leert interactief) en de cognitieve dimensie (hoe gaan je hersens te werk bij het taalleren, bijv. door een linkje te maken tussen een gesproken woord en het ‘mentale plaatje’ dat in je hoofd zit).
  3. Het proces van taalleren kun je vatten in een paar principes, in het Engels C.U.T.E. (schattige) principles: Communing (bij iemand zijn (wat is de goeie vertaling?)), Understanding (begrijpen), Talking (praten) en Evolving (groeien). Dus niet beginnen met praten, maar met tijd doorbrengen bij mensen en naar ze luisteren. Het echte praten komt pas na een paar maanden. We bespraken hoe je een goede luisteraar wordt (tegen welk soort mensen spreek je graag?) en hoe je een persoon kan worden waar mensen graag naar luisteren.
  4. Houding en motivatie. Sommige houdingen staan taalleren in de weg, zoals angst om fouten te maken.
  5. Leerling-variabelen: Iedereen leert anders, iedereen heeft andere voorkeuren en andere persoonlijkheden. Daardoor werken sommige dingen voor de ene persoon wel en voor de andere niet. Door allerlei testjes op de computer kom je erachter hoe je het liefst / het best leert. Net zoals de dokter eerst je medische geschiedenis bekijkt voor er een behandeling gestart wordt, zo is het nuttig om erachter te komen hoe jouw taal-leren het best werkt voordat je een strategie kiest om een taal te leren.
  6. Is grammatica leren belangrijk? Hoeveel tijd zou je eraan moeten besteden? Je moet er wel aandacht aan besteden omdat het het leren van de taal vergemakkelijkt, maar niet teveel, want je moet wel genoeg tijd overhouden om op een interactieve manier bezig te zijn met de taal zelf.

Dit was nog maar een selectie van alle dingen waarover we iets geleerd hebben… We vinden het heel interessant, en de docent is erg goed in lesgeven. Ook de contacten met de andere studenten zijn leuk. Vaak moeten we in een groepje een paar stellingen bespreken.

Wat ik hierboven beschreef is nog maar de helft van het programma, de andere helft bestaat uit fonetieklessen. Die volgt André, maar ik hoef het niet te doen omdat ik in mijn studie al fonetiek gedaan heb. Het is leuk om allerlei dingen over klanken te ontdekken waar je je nooit van bewust was. Maar sommige klanken liggen heel dicht bij elkaar en dan is het heel moeilijk om het verschil te horen. Hij moet ook zelf al die verschillende klanken kunnen maken en heeft soms het gevoel dat z’n tong in de knoop zit! Desondanks heeft hij donderdag het eerste toetsje (opschrijven wat je hoort) gemaakt met 0 (nul) fouten! Vandaag had hij een toetsje waarin hij woorden moest nazeggen precies zoals de docent ze zei. (Nog geen uitslag bekend, we wachten af… ;-))

Volgende week begint het practicum: Dan moeten we in groepjes van ± 8 studenten een taal leren. André gaat het Ngambay uit Tsjaad leren en ik het Kantonees Chinees. Gisteren kregen we een voorproefje van hoe we dat aan moeten pakken met de “Total Physical Response” methode (alleen reageren met je lichaam). De docente vroeg een Finse studente om ’taalhulp’ te zijn, en zij als docent deed voor hoe je een taalhulp dingen kunt laten zeggen die je kunt begrijpen. ZONDER zelf te praten! Ze wees naar een vrouw en dus zei de ’taalhulp’ het Finse woord voor vrouw, zo ook voor man, en daarna beeldde ze uit ‘de vrouw zit’, ‘de man staat’, enz. Toen we deze Finse woorden en zinnetjes een aantal keer gehoord hadden, moesten wij ‘physical response’ geven. De Finse studente zei dan bijv. ‘de vrouw staat’, en dan moesten alle vrouwen gaan staan. We moesten dus goed luisteren naar wat ze zei en laten zien dat we het begrepen hadden (of niet). Daarna wees de docente naar haar mond, haar neus, ogen, oren, enz. en de taalhulp zei het woord in het Fins. Daarna moesten wij meedoen: de taalhulp zei een woord, bijv. been en wij moesten er naar wijzen. Omdat we de woorden een paar keer gehoord hadden en ze daarom wel enigszins konden herkennen, lukte dat al aardig! Maar toen we kwamen bij ‘wijs met je rechterhand naar je linkeroor’ raakte ik wel een beetje de kluts kwijt… 😉 Toch verbazingwekkend dat je op deze manier zoveel woorden kunt begrijpen!

Laat ik jullie een indruk geven van waar we terecht zijn gekomen nadat we ons huisje in Harskamp achter ons lieten. De meeste woonruimte die verhuurd wordt ziet er ongeveer uit zoals deze bruine barakken. Dit noemen ze hier ‘flats’. Elk gebouw heeft de naam van een zendeling, die iets met bijbelvertalen heeft gedaan. Deze rij flats heeft de naam Arnot gekregen, naar een Schotse zendeling die in Zuid-Afrika heeft bijgedragen aan een bijbelvertaling in het Umbundu. De aparte huizen zijn ‘genummerd’ A tot en met E. Op de foto zie je flat E, flat D en flat C. Wij wonen in D, de flat met de rode bloemen voor de deur.

Hier zie je de voorkant van onze flat: De ramen links zijn Michaja’s slaapkamer, het raam en de deur in het midden zijn de woonkamer (geen halletje ofzo), en het raam rechts is de keuken. Links is flat E, die leegstaat, en rechts is flat C, waar een Amerikaans-Engels stel woont met een jochie van 10 maanden, Jesaja. We hebben nog maar weinig contact met hen gehad.

Hier zie je een gedeelte van de woonkamer. Ik stond met mijn rug naar het raam aan de voorkant. Er zit een gekke hoek in de kamer waardoor er maar weinig indelingsmogelijkheden zijn. De eethoek (ook computertafel etc.) hebben we nu achterin staan. Daarvoor staat een bank, die samen met nog een stoel die onder het raam staat, de zithoek vormt.

 

Hier rechts zie je hetzelfde gedeelte nog eens, gefotografeerd vanaf de eethoek. Dus je ziet de deur, het raam, en rechts in de muur zie je de deur die naar Michaja’s slaapkamer gaat. Het speelkleed midden in de kamer gebruiken we als box voor Elisa, wat niet helemaal hetzelfde werkt, omdat ze van het kleed afrollen het leukste vindt wat er is (denken wij).

En op deze foto hieronder zie je het ‘midden’ van de kamer, met twee deuren.  Bovenin het boekenkastje is de enige plek waar we dingen hoog weg kunnen leggen zodat Michaja er niet bij kan. Verder zijn er alleen een paar kleine kastjes; geen planken ofzo. De rechtse deur op de foto gaat naar onze slaapkamer (waar ook Elisa slaapt), en de linkse deur gaat via een tussenstukje naar de badkamer. Rechts van de deur naar onze slaapkamer is de keuken.

We hoeven over het algemeen niet zelf te koken, dus we gebruiken maar een beperkt stukje van de keuken. Naast de waterkoker zie je een kan met water staan. Dat is onze voorraad drinkwater, dat we bijvoorbeeld gebruiken voor Michaja’s aanmaaklimonade of voor lekkere thee of koffie zonder bijsmaak. We moeten het halen in het restaurant, daar staat een apparaatje dat leidingwater door een filter pompt, zodat er minder kalk ofzo inzit. Water uit de kraan is geen goed drinkwater. Jonathan, het zoontje van Jacob en Albertine, is er vorige week al ziek van geworden. Het water is hier heel erg ‘hard’. De wc spoelt door met water waar chloor in zit, en als je onder de douche staat, ruik je ook een sterke chloorlucht. Het zal wel helpen om het schoon te houden…

We zijn blij dat we hier ons plekje hebben gekregen, en we vinden het leuk om het echt ons eigen huisje te maken. Maar behalve een paar dingen die we mee hebben genomen, hebben we eigenlijk geen decoratief materiaal. Wie stuurt ons een kaartje, of zelfs maar wat krantenknipsels met merkwaardige artikeltjes om op de wc-deur te hangen?! 😉

 

Toen ik zondagavond schreef dat ik op maandag wel even iets zou plaatsen over zondag, wist ik nog niet dat ik zo weinig tijd voor bloggen over had zodra de ELC-cursus begonnen was… Dus een beetje later maar beter laat dan nooit.

Zondagmorgen ben ik met Martin en met Jacob Karels naar de kerk geweest. De kerk heette Evangelical Baptist Church, in High Wycombe (evenals Horsleys Green te vinden met Google Earth!). Het is een tamelijk kleine gemeente, die veel verschillende nationaliteiten herbergt, zelfs de voorganger kwam niet uit Europa (volgens het bordje heette hij Mr. Zulu, en het was inderdaad een zwarte man uit Zuid-Afrika).

We werden warm verwelkomd door iemand van de kerkleiding. In de dienst zongen we veel (hymns, sommige melodieën waren bekend) en werd er meer dan eens gebeden. Bijvoorbeeld aan het begin van de dienst, na het collecteren, na een presentatie van een zendeling, voor de preek, na de preek, aan het einde. De preek ging over de kenmerken van ware wijsheid, uit Jakobus 3. De voorganger was deze week toe aan ‘onpartijdig’ en ‘zonder hypocrisie’. Hij bracht heel concreet over wat dit inhield, om niet partijdig te zijn, net als God die de zon op laat gaan over goeden en slechten, en om niet hypocriet te zijn, aan de hand van de teksten in de evangeliën waarin Jezus de schriftgeleerden aanspreekt als geveinsden / huichelaars. Het was fijn om te zingen en God te aanbidden met christenen van zoveel verschillende nationaliteiten. Wellicht blijven we naar deze kerk gaan.

’s Middags werd er op het Wycliffe centrum een kennismakingsbijeenkomst gehouden ter introductie op de ELC cursus die André de komende twee weken gaat volgen.

 

Oké, het lijkt nu wel te lukken om foto’s erop te zetten… 

Elisa vermaakt zich onderweg door tegen Michaja’s pop te kletsen:

Even rusten onderweg:                                  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inchecken bij de haven:

  

 

 

 

 

 

 

Met de auto de trein in rijden:  

 

Het Engelse regenachtige landschap:

 

Nu we op het Wycliffe Centrum zijn aangekomen en we ons min of meer geinstalleerd hebben, kan ik jullie even verslag doen van de reis en onze eerste indrukken. Helaas lukt het (nog) niet om foto’s te plaatsen met dit netwerk, maar wellicht vinden we daar nog een oplossing voor.

We vertrokken zaterdag rond half negen ’s morgens. Wonderlijk genoeg paste bijna alles in Martins auto. Alleen Michaja’s buggy en het wipstoeltje van Elisa hebben we maar achtergelaten. De auto zat echt afgeladen vol, tot en met de beenruimte bij de kinderstoeltjes toe. Gelukkig schoten we lekker op, na een uur of twee waren we Antwerpen voorbij en hebben we even de benen gestrekt en kon ik even Elisa voeden. Daarna hebben we doorgereden naar de Eurotunnel. Die begint in Frankrijk bij Calais.

We waren mooi op tijd voor het ‘inchecken’, we moesten er namelijk om 12.50 zijn. Onze paspoorten werden geldig bevonden 🙂. De mevrouw wilde nog even van ons horen hoe je ‘Michaja’ uitspreekt (het kwam er bij haar uit als Mihajja). Net toen we onze richtinggevoel helemaal kwijt waren na een paar minuten rijden over dat uitgestrekte terrein, kwamen we bij de treinen aan. We konden de auto zo de trein in rijden, aansluiten bij de auto voor ons, en daar gingen de deuren dicht. We konden in of bij de auto blijven, terwijl de trein vertrok. Michaja kreeg een speentje en Elisa de borst, om de druk van de oortjes te halen, toen we onder het kanaal doorgingen.

Toen we na een half uurtje uit de tunnel kwamen en de trein uitreden, was het direct duidelijk waar we beland waren: Het miezerde, en de toppen van de heuvels verdwenen in de mist. Het was even wennen met het linksrijden, maar gelukkig zijn we na nog een paar uur rijden veilig en wel in Horsleys Green aangekomen. Eenmaal daar zochten we onze ‘flat’ op. Wat blijkt nou: wat de Engelsen een appartment noemen, is bij ons een flatje, en wat zij een flat noemen, is gewoon een huisje. Wat wij hebben zou je een rijtjeshuis kunnen noemen :-). Het bestaat uit een kleine woonkamer, een compleet keukentje, een douche en wc, en twee ruime slaapkamers met elk twee bedden, en een campingbedje.

We hebben ’s avonds in de gezamenlijke eetzaal gegeten, zoals we vanaf nu elke avond zullen doen. Daar werd ons bordje volgeschept met een lekker maaltje. We aten samen met Jacob en Albertine, een stel dat we al vanuit Ede kennen, die ook dezelfde cursussen gaan volgen. De kinderen hebben nader kennis gemaakt met elkaar, en Michaja speelt nu al met hun oudste, Jonathan, alsof ze nooit anders gedaan heeft. Ze heeft haar draai al aardig gevonden!

De komende week zullen we ons hopelijk helemaal kunnen settelen, zodat we de lege dozen en koffers voorlopig onder het bed kunnen schuiven. Morgen zal ik meer schrijven over wat we op zondag gedaan hebben.

Morgen vertrekken we, in alle vroegte. De koffers zijn gepakt, de dozen staan klaar. Ik heb net nog wat boodschappen gedaan voor onderweg en de eerste dagen op het centrum. Hopelijk valt de reis mee… Ik ben benieuwd of Michaja het vol gaat houden. Het scheelt dat we vanaf Calais tot Folkstone even uit de auto zijn. Niettemin zijn tips voor ‘onderweg-bezigheden’ nog welkom! En ik wil jullie ook vragen te bidden voor een veilige reis.

Nog een fotootje die ik jullie niet wilde onthouden: