Vanmorgen overkwam me iets wat ik niet snel zal vergeten. Wie ooit met mij in één kantoor heeft gewerkt of in één huis heeft gewoond, weet dat ik er een nogal merkwaardige manier van niezen op na houd. Het is altijd luid en duidelijk. Wie eraan gewend is geraakt, schrikt niet gauw meer. Dat was vanmorgen anders. De studenten zaten geconcentreerd in alle stilte aan een opdracht te werken. Opeens moest ik vreselijk luid niezen. Binnen een seconde lagen twee studenten op de grond, en een derde was naar buiten gerend. De anderen keken verschrikt om zich heen. Toen duidelijk werd dat ik het maar was, begon de boel te ontdooien, en hoorde ik wat mijn kabaal veroorzaakt had.

Op dit moment is Kenia in oorlog met de radicale Al-Shabaab-beweging in Somalië. We horen de helicopters dagelijks langs komen. Eergisteren werden we nog opgeschrikt door een tweetal granaat-aanslagen aan de kust, waar de meeste studenten vandaan komen. Het is nog niet helemaal duidelijk wie er achter de aanslagen zit, maar het standaard antwoord is: Al-Shabaab. En blijkbaar is men toch alert en enigszins gespannen, want toen ik opeens zo luid moest niezen, dachten sommigen echt dat er een aanslag gepleegd werd.

Ik voelde me enigszins schuldig dat ik me niet wat beter ingehouden had. Ik zal het niet meer doen.

Op het moment dat ik deze blog schrijf zit ik zo’n 11 uur rijden bij m’n gezin vandaan. Gistermorgen om zeven uur vertrok ik uit Musoma, en ’s avonds om zes uur kwam ik op het vertaalcentrum in Nairobi aan. Het was lange busrit, maar ik kon rustig zitten reflecteren op ons leven en alles wat ik zag. Het viel me op hoe ik me telkens verbaas over van alles en nog wat, en er tegelijkertijd al zo aan gewend bent dat ik het niet meer gek vind. Ik zal er eens wat blogs aan wijden. Vandaag de aftrap over een bezoekje aan de plaatselijke kliniek.

Vrijdagmorgen werd ik wakker met buikpijn. Niet voor het eerst, want sinds een week of twee geleden – toen we allemaal zo ziek waren geweest met hoge koorts, overgeven, diaree en flauwvallen –  voel ik dat mijn buik niet in orde is. Met een lange reis voor de boeg en een drie-weken-lange cursus op een wat afgelegen plek in Kenia, dacht ik dat ik maar eens naar een kliniek moest gaan om me te laten testen. Ik besloot om naar de Koptische kliniek in Musoma te gaan, een eenvoudig kliniekje waar we een paar mensen kennen. Dat is nogal een belangrijk detail, anders kun je rustig een volle dag ervooruit trekken om getest te worden (daarover straks meer), de uitslag met de dokter te bespreken (er is er maar één), en de juiste medicijnen te krijgen (waarvoor je vier keer van rij moet verwisselen voordat je ze in handen hebt).

Nadat ik Michaja en de jarige Elisa naar de Engelse school had gebracht, stond ik om half negen in de kliniek. Er waren nog niet veel mensen, waarschijnlijk omdat mensen weten dat dokters niet al te vroeg beginnen. Ik liep even door het gebouw om de Egyptische dokter te vinden en hem te groeten. Alleen dat al scheelt later een uur wachten. Binnen 5 minuten zat ik aan zijn bureau om over mijn klachten te vertellen. Hij vond dat ik wat bloed moest laten prikken om getest te worden voor buiktyfus (want daar had ik alle symptomen van), en dat ik een uitwerpseltje moest achterlaten om mijn darminhoud te controleren. Op dat laatste had ik al gerekend, en dat kon dus gelijk gebeuren. Het bloed afnemen ging snel en efficiënt. De zuster vroeg eerst of ik bang was (keek ik echt zo paniekerig?) en of ik wel eens flauw viel (misschien was zij bang om een blanke weer bij bewustzijn te moeten brengen?). Nadat ik beide vragen ontkennend had beantwoord, pakte ze een latex handschoen uit een doosje. Hoewel ik verwachte dat ze die aan zou trekken, trok ze een paar keer stevig aan alle vingers, waarna ze mijn bovenarm er mee afbond. Ook al knapten er drie vingers van af, en schoot de handschoen twee keer los, blijkbaar was ze tevreden genoeg. Ze vond een naald – die tot mijn grote opluchting in een gesealde verpakking zat – en liet een buisje vol bloed lopen. Ik mocht na een uurtje terugkomen voor de uitslag.

Toen ik terugkwam was het ziekenhuisje volgelopen met ik-weet-niet-hoeveel mensen. Terwijl ik me door de massa heenwerkte naar het kantoortje van de dokter, hoorde ik om mee heen zacht gefoeter waarom ik niet een paar uur ik de rij hoefde te wachten. Nu zou ik me daar een jaar of drie geleden nogal schuldig over gevoeld hebben, maar ik weet nu dat dit gewoon de cultuur is. Mensen kennen is cruciaal, anders wacht je tot het eind van de dag, of morgen. Toen ik tegenover de dokter zat, zei hij: “Ik heb slecht nieuws voor je”. Ik schrok me een hoedje. Dacht op z’n minst dat ik darmkanker of zo moest hebben. Maar het viel nogal mee (vergeleken met mijn eerste schok). Ik bleek inderdaad buiktyfus te hebben, en mijn darmen bleken lastig gevallen te worden door een kudde mijnwormen. De jacht op de laatsten is geopend (en hebben inmiddels hopelijk al het loodje gelegd), en voor de buiktyfus mag ik vijf dagen lang een drietal medicijnen slikken. De goedkope medicijnen die je hier voorgeschreven krijgt zijn berucht om al hun bijwerkingen, maar ik heb er gelukkig weinig last van gehad tot nu toe.

Ik heb overigens nog niet besloten of ik de medicijnen moet gaan declaren in Nederland, of niet. De postzegel kost al ongeveer 25% van de doktersrekening. En dat zegt meer over de dokterrekening dan over de postzegel.

Het is voor het eerst dat een Afrikaans land zit blootstelt aan een grootschalig onderzoek naar geestelijk, lichamelijk en seksueel misbruik onder kinderen. Al jarenlang worden er nauwkeurige onderzoeken worden gedaan naar tropische ziektes en ondervoeding, maar dat dit soort onderzoek in Tanzania toegestaan is, is uniek. De uitkomsten zijn schokkend. Ongeveer 1 op de 3 meisjes is al voor haar 18e verjaardag slachtoffer geweest van seksueel geweld. Onder jongens ligt het percentage wat lager (13%). Deze cijfers zijn weinig bemoedigend, zeker als je bedenkt dat 50% van de de 44 miljoen inwoners van Tanzania onder de 18 jaar is. Het meeste misbruik vindt plaats als de kinderen tussen de 14 en 18 jaar oud zijn.

In het onderzoek werd ook gevraagd naar huiselijk geweld. Ongeveer 60% van de meisjes en 52% van de jongens denkt dat het acceptabel is als een man – onder bepaalde omstandigheden – zijn vrouw slaat. Bijvoorbeeld wanneer ze weigert om sex te hebben met haar man, of wanneer ze het eten laat aanbranden, uitgaat zonder haar man hiervan op de hoogte te stellen, of als ze de kinderen verwaarloost.

In een interview vertelt een Tanzaniaans meisje hoe zij bijna door een groep dronken mannen werd misbruikt. Veel kinderen moeten kilometers lopen naar school. Onderweg is er niemand die hen kan helpen als er wat gebeurt. Het dichtst bijzijnde politiebureau is vaak vele kilometers verderop. Als er al hulp komt, is het kwaad al geschied. Sommige scholen kiezen ervoor om veilige slaapvertrekken te bouwen voor de meisjes, zodat ze niet dagelijks hoeven te reizen naar hun vaak onveilige gehuurde kamers.

De Tanzaniaanse overheid zegt vastbesloten te zijn een einde te maken aan het kindermisbruik. Maar hoe ze dan willen gaan doen… dat valt te bezien.

Als we in oktober terug gaan naar Tanzania, wil ik graag iets voor m’n vertalers meenemen. Ik weet dat ze heel graag allebei een digitaal cameraatje willen. Voordat ik nu twee simpele toestelletjes nieuw ga kopen, dacht ik: laat ik eerst maar eens rondvragen of iemand nog een fototoestel heeft liggen die niet meer gebruikt wordt. Dus: mocht u een digitale camera hebben waar u wel van af wilt, dan houd ik me aanbevolen!

ps. Ze zijn voor deze twee Kabwa vrienden, Paul Meja en John Masige:

Toen we naar Tanzania vertrokken, hadden we eigenlijk nooit zo over nagedacht dat we zo vaak afscheid van mensen moesten nemen, mensen die voor ons waardevol zijn geworden, ook al wat het maar voor een korte tijd. Inmiddels vormen wij ‘de rest’ op de taalschool, vrijwel iedereen is vertrokken om aan een nieuwe missie te beginnen. Eind vorige week waren we alle vier geveld door een heftige bacterie (overgeven, diaree, duizelig, heet), maar sinds maandag zijn we er allemaal weer bijna bovenop. Apart ervaring om dit soort heftige ziekte mee te maken, maar we zijn erdoor (en wellicht weer met ietsiepietsie meer weerstand).

Luchtje snuiven
Van alle dieren die we hier op de taalschool tegengekomen zijn, was niet een zo groot als die we deze week zagen. Ik was met Michaja in de speeltuin aan het spelen. Opeens hoorden we achter ons, vanaf de rivier, een gigantisch gesnuif. Dat moest wel een nijlpaard zijn (maar, het was al 2 jaar geleden dat hij hier voor het laatst geweest was). We probeerden hem tussen het riet te vinden, maar wat gesnuif verderop deed vermoeden dat hij zijn wandeling onder water had voortgezet. Even later kwam iemand aanrennen die het nijlpaard een klein stukje stroomopwaards gezien had. Wij er in gestrekte draf naar toe, en ja hoor, daar kwam de joekel omhoog om onder luid gesnuif een luchtje te scheppen. Prachtig!

Bierdopje
Vorige week vrijdag zijn we met de docenten op bezoek geweest bij Tumaini, ‘centrum van hoop’. Het is een project om meisjes, die in hun tienerjaren zwanger worden, te helpen om hun weg te vinden. Ze krijgen niet alleen (betere) seksuele voorlichting, maar leren ook een ambacht om aan het werk te komen en hoe ze hun kinderen moeten opvoeden. Op het centrum waren ook twee klaslokalen voor de kinderen. We werden welkom toegezongen door de kinderen, zo’n 40 in een klas onder leiding van een kordate juf. Toen we binnenkwamen waren ze bezig met rekenles.

1foto1

Ieder kind had een collectie flessendopjes die ze gebruikten om optelsommen te maken. De meeste kinderen zaten dicht bij het goede antwoord, anderen leken volledig de weg kwijt (mogelijk vanwege de gedachte aan wat ooit onder het dopje zat, wie weet). Toen we bij een van de tafeltjes gingen zitten, lieten de 2 jongens trots de pagina’s zien waarop ze nul fout hadden. Het zou niet lang meer duren, en dan zouden ze gaan rekenen zonder dopjes. Het zou allicht wat minder rumoerig worden in de klas, maar voor de kinderen een heuse nieuwe uitdaging. Prachtig om te zien hoe deze kinderen een goede basis krijgen voor het vervolg van hun schoolleventje. En hoe tegelijkertijd hun moeders op weg zijn naar een nieuwe kans.

Verschrikkelijk!
Over de moeders gesproken, die hadden tegelijkertijd een les over het naaien en weven van kleding. Toen wij het lokaal binnenkwamen, werd iedereen netjes aan ons voorgesteld. En dat werd natuurlijk ook van ons verwacht. Toen vroegen onze docenten of ze voor ons misschien wat vragen hadden. Een van de meisjes vroeg of we hen wat Engels wilden leren. Uiteindelijk hebben we ze een paar woorden in vijf verschillende talen geleerd, Engels (en ‘Amerikaans’), Duits, Zwitsers Duits en Nederlands. Het was dikke pret toen ik hen probeerde te leren om ons woord ‘verschrikkelijk’ uit te spreken. De combinatie r-s-g-r resulteerde in een soort gerochel cq. geslis. Gelukkig is het Swahili een stuk eenvoudiger, in ieder geval wat de uitspraak betreft.

2foto2

Weefmachine
Dat de invloed van Genemuiden verder rijkt dan Europa, zal niemand willen ontkennen. Maar dat er in een stadje in het zuiden van Tanzania weefmachines gebruikt worden die hun leven gesleten hebben in Nederland (en wellicht in Genemuiden), was een leuke verrassing. Ik nodig de experts uit Genemuiden uit om eens een blik te slaan op de foto met de machine. Is dit de bekende weefmachine die momenteel nog in het tapijtmuseum gebruikt wordt, of niet?

3foto3

Beatrix
Het was erg apart toen we hoorden wat er op Koninginnedag in Apeldoorn is gebeurd. Bizar. Lydia en mijn ouders sms-ten ons wat er gebeurd was, en op de satelliet van de taalschool zagen we dat de BBC een regeltje had over een mogelijke aanslag op de koningin en dat er op dat moment 4 doden waren. Maar uiteindelijk weten we niet meer dan wat jullie ons gemaild hebben. Temeer bizar omdat het op een plek is gebeurd waar ik de laatste 7 jaar bijna dagelijks langs gereden ben. Het is op afstand moeilijk voor te stellen wat zoiets in Nederland teweeg brengt, maar we kunnen ons voorstellen dat zoiets hard aankomt.

Kinderprietpraat
We blijven ons verbazen over hoe Michaja en Elisa met 3 verschillende talen aan het spelen zijn, schijnbaar zonder enige moeite. Ze schakelen zonder problemen over, al naar gelang met wie ze praten. Elisa kan momenteel zeven woorden goed uitspreken, 5 daarvan zijn Swahili. Michaja kan nu zelf haar eten bestellen, zeggen dat ze klaar is met eten en haar bordje meegenomen mag worden, een hele reeks met begroetingen in het Swahili, zeggen dat Elisa geslapen heeft, en wat al niet meer. In het Engels gaat alles nog veel beter. Bijzonder om te zien! God heeft kinderen een bijzondere gave gegeven om een nieuwe taal te leren.

4michajametpop

Mkwawa
Afgelopen vrijdag zijn we op excursie geweest naar het Kihehe-museüm, zo’n 3 kwartier rijden hier vandaan. Aan het eind van de 19e eeuw vormden de Kihehe de grootste bevolkingsgroep in het zuiden van Tanzania. Uiteindelijk resulteerde dat in een oorlog met de Duitsers. Het museüm gaf veel pikante details over hoe deze strijd verliep. De chief van de stam, Mkwawa was een imposant iemand met een ongekende macht (afgezien van het feit dat ie 62 vrouwen had). In een beslissende veldslag besloot Mkwawa zelfmoord te plegen. Toch hebben de Duitsers hem gevonden en zijn hoofd meegenomen naar Duitsland. Maar rond de jaren ’50 van deze eeuw hebben Tanzanianen verzocht om de teruggave van de schedel van Mkwawa. En met succes, want een prachtig beschilderde box (met schedel) met daarin het hoofd van Mkwawa werd terugbezorgd in Iringa, waar wij hem vrijdag weer konden bekijken achter het glas. Je kunt nog het gat in de schedel zien waar de kogel doorheengegaan is.

5schedeldoos
6speerhoofd

Einde taalstudie
Inmiddels hebben we 11 weken taalstudie erop zitten, en iedereen is tevreden over ons niveau. Komende zaterdag hopen we terug te reizen naar Dar es Salaam, opnieuw met een bus. Het zal weer een reis van zo’n 7 uur worden (als alles goed gaat). We zien uit naar een weekje rust, want intensief is het wel. Volgende week zaterdag hopen we hier weer terug te komen op de taalschool om de laatste 5 weken les te volgen. We zijn druk bezig met allerlei plannen voor de tijd na de taalstudie. Het zal druk worden. Eerst weer terug naar Dar es Salaam, onze verscheping uit de haven proberen te krijgen, een trcuk regelen om het naar Musoma te brengen, een vliegreis naar Musoma, en dan even 2 weekjes rust om ons nieuwe huisje in te richten. Al het de rust niet voor lang, want begin juli hebben we een conferentie ergens aan de kust in Kenia. Om naar Nairobi te rijden (voor het eerst in onze eigen Toyota Hylux!) en dan naar de kust te vliegen is ook weer een hele toer. We zijn wel een beetje op tegen al het regelwerk, vooral omdat alles nieuw is en het regelen van iets veel meer tijd kost dan we gewend waren. Maar ook dat is een leerproces waar we door moeten.

Dit was het weer voor nu. De groeten uit Tanzania!

André en Dorien
Michaja en Elisa

Ook al heb je al weer een tijdje niets nieuws gelezen hier, ik zal proberen af en toe iets te blijven posten. Omdat we nu geen internet hebben kan dat niet zo vaak als ik zou willen. 

Nu ik toch op internet kan, laat ik dan maar direct even een update geven. We wonen nu al weer zo’n 3,5 week in Wekerom, in een schattig bouwvallig boerderijtje met uitzicht op het Wekeromse Zand. Als je ziet wat een mooi plekje het is, zou je er zo in willen (helaas, wij zijn de laatste huurders want het wordt gesloopt). Het thuisfrontcomité heeft het met nog heel wat andere mensen uit de kerk helemaal schoongemaakt en voorzien van meubels en andere huisraad. Zelfs aan etenswaren was gedacht! Echt fantastisch dat zoveel mensen zich inzetten in zoveel verschillende opzichten.

De eerste weken hebben we vooral lekker uitgerust, en veel familie en bekenden weer ontmoet. Daarna kwam de omschakeling van ‘net terug’ naar ‘straks weer weg’, en zijn we (een beetje) druk geweest met voorbereidingen voor vertrek. We hebben bijvoorbeeld lijsten gemaakt van spullen die we gaan verschepen. We hebben dingen gekocht die we de komende 2 jaar nodig hebben maar daar niet te koop zijn (dingen als dekbedovertrekset, bril, multivitaminen, nieuwe kinderbijbel). Er is nog steeds een heel lijstje wat nog aangeschaft moet worden! We hebben internationale rijbewijzen aangeschaft (er staat nog steeds meer Nederlands dan Engels op, maar vooruit). We hebben samen met het tfc nagedacht over de uitzenddienst. We maken afspraken voor inentingen, en zoeken uit of de bankpassen die we nu hebben wel bruikbaar zijn in Tanzania. Er komt echt zo veel bij kijken! 

Over 3,5 week staat het vertrek gepland. Aan de ene kant: afscheid nemen zal moeilijk zijn. Aan de andere kant: eindelijk daar waarheen God ons riep. 

We genieten eerst nog even van een Hollandse winter…. en van een ouderwets potje Regenwormen met broers en zussen… en van de samenkomsten met de gemeente… van echte koffie… van de kinderen die spelen met opa en oma… van speculaasbrokken…